Door
Een maand geleden werd Sana’a, de hoofdstad van Jemen, door de shi’’itische rebellengroep de Houthis ingenomen, een paar weken later was de havenstad Hodeidah aan de beurt en sinds een week zijn er felle gevechten tussen Houthis en AQAP (Al-Qaida on the Arabian Peninsula) in het stadje Rada’ dat ten zuidoosten van Sana’a ligt. Ik heb anderhalf jaar in Rada’ gewoond en gewerkt en viereneenhalf jaar in Hodeidah, dus deze berichten schokken me zeer. Wie had ooit gedacht dat het rustige Hodeidah, waar tribale sentimenten ver te zoeken zijn, het doelwit zou worden van een sectarische groep? Dat het in Rada’ de laatste jaren niet rustig meer was had ik wel begrepen. Niet alleen is AQAP opgerukt vanuit het oostelijke woestijngebied van Jemen, maar ook de lokale stammen liggen in dit deel van Jemen regelmatig met elkaar overhoop. Wat is er aan de hand in Jemen? Hoe kan het dat de Houthis, een minderheidsgroepering uit het noorden, in zo’n korte tijd zo snel opgerukt zijn? Wat willen de Houthis eigenlijk? En wat vindt de gemiddelde Jemeniet daarvan?
Month: October 2014
8
Mijke de Waardt In de berichtgeving door media en humanitaire organisaties worden slachtoffers van burgeroorlogen of dictaturen vaak eenzijdig afgeschilderd. Iedereen herkent waarschijnlijk de beelden van wenende personen die foto’s van hun gestorven of verdwenen geliefden omhooghouden, of van wanhopige mensen die uitleggen wat voor angstaanjagende ervaringen hen zijn overkomen. Minder wordt getoond hoe deze mensen gezamenlijk proberen om hun leven te reorganiseren na het ervaren van dergelijke incidenten, en wat voor politieke eisen zij hebben voor de toekomst van hun land.
Het geven van getuigenissen is een voorbeeld van de belangrijke rol die slachtoffers kunnen hebben in een transitieperiode, waarin onder andere activisten, politici, journalisten en wetenschappers proberen om een reconstructie te maken van mensenrechtenschendingen die begaan zijn tijdens het voorgaande gewelddadige conflict of repressief regime. De verhalen van ooggetuigen vormen tegenwoordig één van de belangrijkste bronnen van informatie voor het achterhalen van deze historische feiten.
Leave a CommentDoor
Door Emine Igdi. Afgelopen vrijdag, 10 oktober, komt voor de zoveelste keer een groep Koerden in Den Haag bijeen om te demonstreren tegen de aanvallen van IS (Islamitische Staat) op de Koerden in Syrië. Ik loop naast een Koerdisch-Nederlandse jongeman van begin 20. Ik ken hem al van de tijd dat hij nog naar de basisschool ging. Wij woonden in dezelfde buurt en ik paste af en toe op hem en zijn broertje. Zijn ouders hebben nooit in Koerdistan gewoond, hij evenmin. Het verbaast me om hem daar te zien, terwijl hij in collegebanken had moeten zitten. Naar aanleiding van mijn vraag wat hij daar doet, zei hij: “Iedereen die tegen IS is, moet hier zijn.” “Want”, zo vervolgt hij, “IS pleegt gruwelijke daden tegen de mensheid. Mijn betrokkenheid komt niet voort uit het feit dat ik een Koerd ben. Ik zou ook demonstreren als IS een ander volk had aangevallen. Ik ben tegen IS.” Hij wil er met zijn aanwezigheid voor zorgen dat er aandacht is voor de door IS belegerde Koerdische stad Kobani (een Koerdische stad in Syrië), zodat de Koerdische strijders in het verzet internationale ondersteuning krijgen. Een andere betoger (49 jaar oud) zei: “Het gaat de Koerden niet lukken om een relatief groter en moderner leger van IS tegen te houden. De Koerden hebben weinig wapens en die wapens zijn ook oud.”
Leave a CommentDoor
Om met dat laatste te beginnen: verschillende enquêtes, uitgevoerd over de laatste 10 á 15 jaar, alsmede mijn eigen interviews en informele gesprekken met honderden Bolivianen, bevestigen keer op keer dat de bevolking kiest voor overleg, compromissen, debatten, en voor, in een fraaie lokale uitdrukking, “onderhandelen tot je laatste snik”. Natuurlijk mopperen de Bolivianen op de niet nagekomen beloftes, op corruptie en zakkenvullerij, op de politici die niet weten wat er onder de bevolking leeft, en dergelijke. De gewone argwaan jegens de politiek, dus. Maar tegelijkertijd spreekt men zich duidelijk uit tégen politici die hun aanhang ophitsen, tégen het dóórdrukken van bepaalde maatregelen zonder onderhandeling, en zeker tegen geweld. Het land heeft, in het recente verleden, haar portie geweld, repressie en autoritarisme wel gehad. De bevolking zendt nu een gemengde boodschap uit: (de meeste) politici, dat blijft tuig van de richel, maar democratie, onderhandeling en compromis, dát is wat we eisen van onze regeerders.
Leave a CommentBy
The panelists included Frank Pieke, an anthropologist and Professor of Modern Chinese Culture at Leiden University, and two media scholars: Jeroen de Kloet, Professor of Globalisation Studies at the University of Amsterdam, and Donna Chu, Associate Professor at the Media and Communications Department at the Chinese University of Hong Kong. We quickly agreed that seeing the Hong Kong events as a repetition of 1989 or a revolution is misleading. China’s political system, based on Communist Party rule, is in no immediate danger. Although the Party — like in 1989 — accuses demonstrators of being the instruments of foreign countries wishing to instigate a “color revolution,” they have gone to pains to stress that their ambitions are limited to Hong Kong, and anti-Communist Party slogans have been conspicuously absent.
Leave a Comment