Door
Terwijl Europa op zijn kop stond na de aanslagen in Parijs was ik op werkbezoek in Indonesië. Ook daar was de aanslag voorpaginanieuws, maar de roering was niet te vergelijken met de storm die in Europa woedde. Toen ik terugkwam was het stof enigszins neergedaald en kon ik met enige distantie de commentaren tot mij nemen. Mij bekroop al snel een gevoel van déja-vu, maar meer nog was ik geschokt over oppervlakkigheid van het debat (enkele bekende uitzonderingen daargelaten), de neiging elkaar te overschreeuwen of te overtroeven met niets zeggende oneliners (de meest gehoorde op dit moment: ‘niet elke moslim is terrorist, maar elke terrorist is wel moslim’), en het volledig langs elkaar heen praten van de lange rij deskundigen. Ik moet na enkele weken constateren dat wat de analyses betreft we geen millimeter zijn opgeschoten. Niets nieuws onder de zon, geen poging een stap verder te komen. Je kunt de opeenvolging van gebeurtenissen na de aanslagen bijna naadloos vertalen naar de nadagen van de moord op Theo van Gogh tien jaar geleden.
Month: January 2015
Door
Dagblad Trouw publiceert de resultaten van een onderzoek naar levensbeschouwing in Nederland. Ik neem de uitkomsten met een half onsje zout. Dat komt door de gevolgde onderzoeksmethode èn de geheel eigen aard van het onderwerp.
In de sociale wetenschappen wordt onderscheiden tussen kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. Sociologen, politicologen en psychologen gebruiken meestal de eerste, antropologen – mijn soort – de tweede. Wat je vindt, hangt af van je methode. Beide benaderingen hebben hun sterke kanten èn hun beperkingen. Overigens komen steeds meer combinaties voor.
Bij de kwantitatieve benadering is de stelregel dat meten weten is. Wat niet te meten is, wordt niet geweten. Trouw zet de gemeten onderzoeksresultaten op de voorpagina: 25% atheïst, 31 % agnost, 27% ietsist en 17 % gelovige.
De sterke kant van kwantitatief onderzoek is dat het representatief is. Het aantal geïnterviewden is groot. Dat is ook nodig, omdat de vooronderstelling is dat iemands stellingname verband houdt met diens persoonskenmerken, zoals opleiding, sekse of leeftijd. Bij een groot aantal kan dat verband worden gelegd, omdat pas dan alle factoren voorkomen.
2 CommentsIna Keuper ‘Typisch Nederlands’ was een ‘reality tv’-programma van VARA dat in september en oktober 2014 in vier delen werd uitgezonden op NPO 1. Ik had destijds de uitzendingen niet bekeken, maar heb dat alsnog gedaan naar aanleiding van een bericht op de website van de Antropologen Beroepsvereniging. Daar vond ik de aankondiging van SIETAR, de vereniging van professionals voor interculturele communicatie en diversiteit (Society for Intercultural Education, Training and Research) over een bijeenkomst over dit tv-programma en de invloed van de media op maandag 19 januari 2015 in Utrecht. Omdat ik sinds mijn recente pensionering tijd kan besteden aan allerlei leuke en interessante zaken besloot ik om de serie alsnog te bekijken en de bijeenkomst erover bij te wonen. Hieronder wil ik enkele bevindingen met jullie delen.
Leave a CommentDoor
Als er iets in Jemen aan de hand is weten de media mij snel te vinden, maar de afgelopen week is het stil. Het zal wel komen doordat er andere belangrijke zaken zijn. Ik vind het niet zo erg, ik kan mijn tijd heel goed anders besteden. In de Kerstvakantie ben ik begonnen aan een artikel over Na’ma, een van mijn beste vriendinnen in Jemen. Ik ken Na’ma al sinds 1993, toen ik een aantal jaren in Hodeidah, een stad aan de Rode Zee, woonde. Ze is een paar jaar ouder dan ik, weduwe met drie volwassen kinderen, en woont op zichzelf. Als ik in Jemen ben zoek ik Na’ma altijd op, en vaak logeer ik bij haar. Maar de laatste keer is al weer twee jaar geleden. Het wordt steeds moeilijker om naar Jemen te gaan; de instabiliteit in het land heeft tot een grote mate van onveiligheid geleid en westerlingen komen steeds moeilijker aan visa. Er zijn bijna geen buitenlandse journalisten meer die in Jemen verblijven en verslag doen van de politieke ontwikkelingen. Wat moet je als antropoloog doen om toch over een land te blijven schrijven als je er niet meer naar toe kunt?
4 CommentsIn a response to the Charlie Hebdo killings, Hungarian Prime Minister Viktor Orbán recently did a television speech in which he made some rather far-reaching statements on immigration in Europe which caused consternation among some – even though he probably also earned the approval of others. Department of Social and Cultural Anthropology staff member Pál Nyiri is a member of Menedék, the ‘Hungarian Association for Migrants’, which released a press statement on Orbán’s speech. We publish the statement here in its entirety.
MENEDÉK
Budapest, 12 January 2015
Menedék – Hungarian Association for Migrants deems Prime Minister Viktor Orbán’s views concerning immigration in the wake of the Paris massacre, expressed on Sunday, 11 January in the news broadcast of Hungarian public service television channel M1 and elsewhere, unfounded and unworthy of a responsible state leader.
We agree with the Hungarian Prime Minister that “immigration and the cultural concerns it raises need a much more open, honest and straightforward discussion than what we have seen so far.” It is precisely one of the basic goals of our Association. We have worked to create an open, fact- based and responsible dialogue on the topic in Hungary and in Europe for nearly two decades.
We firmly oppose, however, alongside with the European Commission and Europe’s political leaders, the PM’s view that “economic immigration is a bad thing in Europe, it shouldn’t be viewed as if it had any use, because it only brings trouble and peril to the European man, so immigration must be stopped, this is the Hungarian position.” Even David Cameron acknowledged the benefits of immigration in his recent West Midlands speech. It reflects a grave misjudgement and lack of political wisdom to reiterate anti-immigration stock phrases on the day of remembrance of the victims of last week’s terrorist attacks in Paris, spreading the misconception that immigration is in any way to blame for the dread of terrorism, and curtailing, or even banning immigration is the way to get rid of the terrorism.
Leave a CommentDoor
Nog geen jaar geleden konden we voor veel diensten terecht bij collega’s van onze eigen faculteit, die we kenden van gezicht en waar we desgewenst altijd met vragen konden binnenlopen. Het nieuwe management credo is echter dat zulke ondersteunende diensten zoveel mogelijk gecentraliseerd worden en dat (wetenschappelijke) medewerkers hun problemen zelf via de universitaire website moeten oplossen, of als dat niet lukt via email om hulp kunnen vragen. Als dat nóg de oplossing niet biedt (maar eigenlijk schiet de medewerker dan tekort), mag men in derde instantie met een ondersteunende dienst bellen. Maar iemand te zien krijgen we niet.
5 CommentsDoor