Skip to content

Bruggen slaan tussen statushouders en woningcorporatie Rochdale

groepsfoto-presentatie-rochdale

Door Marit Timmerman         ‘Building bridges’. Met deze term heeft Freek Colombijn mij drie jaar geleden tijdens een open dag overtuigd om antropologie te gaan studeren. Nu, drie jaar later, heb ik heb ik de kans gehad om met mijn thesis onderzoek degene te zijn die bruggen bouwt. Van eind april tot midden juli heb ik samen met vijf andere antropologie studenten; Dorenda ten Hoopen, Kirsten van Muijden, Nathalie Pijnaker, Whitley Roefs en Franka Wijers; onderzoek gedaan naar de ervaringen van statushouders in en rond Amsterdam met hun huisvesting, en naar hoe zij hun sociale netwerken, solidariteit, participatie en integratie in de wijk en in de Nederlandse samenleving ervaren.

Vanuit de VU zijn wij begeleid door antropologie docenten Lenie Brouwer en Younes Saramifar. Lenie Brouwer was door de Academie van Stad benaderd met de vraag of er studenten culturele antropologie interesse hadden om deel te nemen aan een onderzoek voor woningcorporatie Rochdale. De Academie van de Stad is een stichting die als doel heeft om studenten met de samenleving te verbinden. Stedelijke opdrachtgevers die met een bepaald maatschappelijk probleem worstelen worden door de Academie van de Stad aan (groepen) studenten gekoppeld. Op deze manier krijgen studenten de kans om de kennis die zij vergaren tijdens hun studie toe te passen op een relevant vraagstuk.

Woningcorporatie Rochdale, onze opdrachtgever, was zich in die periode aan het voorbereiden op het plaatsen van ongeveer 500 statushouders in Amsterdam en bleef zitten met vragen als ‘wie zijn deze statushouders’, en ‘wat hebben zij nodig in een wijk om hun draai te vinden in de maatschappij’. Met zes derdejaars antropologie studentes gingen wij deze uitdaging aan.

De maand mei gebruikten wij voor veldwerk. Nu lijkt een maand veel, maar ik kan nu uit ervaring vertellen dat dit zo om vliegt. Dagelijks ‘aanwezig zijn in het veld’, wat in praktijk inhoudt het bijwonen van diverse evenementen met en voor statushouders; etentjes met respondenten; en natuurlijk het houden van interviews. Met zijn zessen hebben wij in totaal met 41 statushouders en 20 buurtbewoners gesproken, aangevuld met gesprekken op 28 bezochte evenementen, informeel en online contact met respondenten en gesprekken met ‘experts’ van betrokken partijen en organisaties die werken met en rond het vluchtelingenvraagstuk. Op basis van onze bevindingen hebben wij aanbevelingen aan de woningcorporatie Rochdale geformuleerd die meegenomen kunnen worden in verdere plannen betreffende de huisvesting van statushouders.

foto-overhandiging-rapport
Overhandiging van het eindrapport op het kantoor van Rochdale

In juli presenteerden wij ons eindrapport op het kantoor van Rochdale voor Rochdale medewerkers, respondenten en andere belangstellenden. Onze belangrijkste aanbeveling luidde dat wij Rochdale adviseren om zich breder op te stellen. Een woningcorporatie zou zich niet uitsluitend moeten focussen op het aanbieden van huizen, maar ook op het faciliteren van contact tussen bewoners om zo de onderlinge solidariteit mogelijk te vergroten. Dit zal naar ons idee zorgen voor een grotere leefbaarheid in de wijk, meer woonplezier, minder problemen of conflicten en hopelijk een makkelijkere integratie voor de statushouders.

Een aantal weken na de presentatie kwamen wij voor de laatste maal bijeen op het kantoor van Rochdale om een aantal vragen die na het lezen van het rapport ontstonden te beantwoorden. Wat erg leuk was om te horen was dat er in de tussentijd actie ondernomen was met betrekkende tot sommige van onze aanbevelingen. Rochdale heeft bijvoorbeeld meer initiatief genomen in het aangaan van nieuwe contacten met betrokken organisaties.

In drie maanden tijd hebben wij als antropologie studenten de brug geslagen tussen de statushouders en de woningcorporatie Rochdale. Hoe belangrijk het is om deze brug te slaan blijkt uit een fragment uit een van de interviews; “Mensen hebben geen idee. Ze denken dat wij in tenten leven. Ze geven je zelf instructies over hoe je een toilet moet gebruiken. Ik vind dat heel erg. Dus ik wil wel met je praten, maar alleen als je me als persoon ziet. Ik wil niet dat je als vluchteling ziet. Ik ben niet een verdomde vluchteling. Ik ben een persoon. Ik ben niet een casus. Zie je wat ik bedoel; ik ben geen nummer. En ik, ik ben anders. Je kan niet alle vluchtelingen in hetzelfde hokje plaatsen.” (Syrisch statushouder, 29 jaar oud, [vertaald]). In plaats van in een la te verdwijnen, heeft dit thesisonderzoek de mogelijkheid om echt iets bij te dragen aan het huisvestingsvraagstuk rondom statushouders. Vanuit een antropologisch standpunt waarbij de ideeën en de woorden van onze participanten centraal staan. Dit lijkt mij een heel mooie manier om een bachelor studie af te sluiten.

Voor meer informatie over de Academie van de Stad, zie www.academievandestad.nl. Zeker heel relevant voor studenten die opzoek zijn naar stages of toegepaste onderzoeksprojecten

Marit Timmerman is afgestudeerd Bachelor student Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

One Comment

  1. Ton Salman Ton Salman

    Petje af, Marit en alle zes! Een mooi verslag, om te beginnen, en een inspirerend voorbeeld van de relevantie en het belang van een antropologische insteek om zulke vraagstukken te lijf te gaan. Mijn complimenten!

Leave a Reply to Ton Salman Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *