Skip to content

Cultuur is opium voor het volk, maar opium is ook cultuur – Deel II

Verkoopster van cocablaadjes

Door Ton Salman. Op 6 maart vorig jaar verscheen op StandplaatsWereld een stukje van mijn hand over de vergadering in Wenen van de Convention Against Illicit Traffic in Narcotic Drugs and Psychotropic Substances. Op die vergadering bepleitte Bolivia dat het kauwen op coca-blaadjes uitgezonderd moest worden van de drugs-verboden die in die Conventie waren overeengekomen – en dat Bolivia in dat geval weer graag lid zou worden. Het is nu tijd voor een kort vervolg op dat verhaal: Bolivia heeft het pleit gewonnen!

 Op 11 januari werd Bolivia’s lidmaatschap geaccordeerd. Het was groot nieuws en de Boliviaanse kranten stonden er vol van. De procedure is als volgt verlopen: Bolivia vroeg opnieuw het lidmaatschap van de Conventie aan (nadat ze er in 2008 waren uitgestapt vanwege die coca-kwestie), maar verbond daaraan de voorwaarde dat de Conventie het kauwen op de cocablaadjes zou toestaan, zou ‘de-criminaliseren’, tenminste in Bolivia. In zo’n geval moet éénderde van de Conventie-leden ‘nee’ zeggen om de herintrede van Bolivia te verhinderen. Dat zou neerkomen op 61 leden. Het werden er slechts 15.

Tegen de toestemming om de coca-consumptie in Bolivia toe te staan waren de Verenigde Staten, Groot Brittanië, Zweden, Italië, Canada, Frankrijk, Duitsland, Rusland, Israël, Finland, Portugal, Ierland, Japan, Mexico en… Nederland! Dat laatste verbaasde nogal: in eerdere verklaringen had Nederland laten doorschemeren begrip te hebben voor de Boliviaanse positie, en Nederland heeft binnen de conventie de naam het land te zijn dat niet doctrinair en categorisch elk gebruik van (soft)drugs te vuur en te zwaard wenst te bestrijden. Nederland stelt zich liever pragmatisch op, en het Nederlands gedoogbeleid getuigt daarvan. Het roept de vraag op of Nederland hier niet een beetje schijnheilig opereerde – en het zal toch niet zijn geweest om de Verenigde Staten te pleasen? Hoe dan ook, zelfs de tegenstem van Nederland kon niet verhinderen dat Bolivia, op haar eigen voorwaarden, door de ballotage kwam.

Natuurlijk zijn er restricties: Bolivia moest andermaal toezeggen de coca-teelt streng te controleren en mag alsoluut geen coca exporteren. De hele kwestie betreft een uitzondering, alléén voor Bolivia. Over dat eerste punt kon de Conventie nauwelijks klagen: nadat Bolivia de DEA, het USA-drugs-bestrijdingsapparaat de deur had gewezen in 2008 en de bestrijding van ‘overtollige’ cocateelt in eigen hand nam, zijn er substantiële successen geboekt.

In een rapport van eind 2012 van de United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC), dus door onverdachte bron, werd bevestigd dat de cocateelt in Bolivia effectief werd gecontroleerd en was afgenomen. Een rapport van de Washington Office on Latin America van 19 december 2012 en een op eigen onderzoek gebaseerd artikel in de New York Times, bevestigden het bericht. Dat laatste bericht benadrukt bovendien dat het niet gaat om militaire repressie, maar om ‘interne controle’, uitgevoerd door de cocaboeren zelf. Over de export: vanzelfsprekend beloofde Bolivia plechtig dat het zich aan de voorwaarden zou houden. Maar er zijn geruchten dat, óók in Bolivia, de productie van pasta base (een halffabrikaat) en cocaïne wel degelijk toenemen (zie bijvoorbeeld hier), en dat cocablaadjes en ‘bewerkte versies’ daarvan wel degelijk de grenzen met Brazilië, Peru en Chili oversteken. Als excuus kan wellicht worden aangevoerd dat Bolivia bijna 7000 kilometer grens heeft, in vaak dunbevolkte en nauwelijks van infrastructuur voorziene regio’s, waar effectieve ‘monitoring’ erg moeilijk is.

In Boliviaanse regeringskringen en in de media die de regering welgezind zijn, wordt de toelating van Bolivia gevierd alsof het land de oorlog gewonnen heeft (dat zou dan trouwens voor het eerst in de geschiedenis van dit –militair gesproken– minkukelige landje zijn). Er wordt trots gewezen op het feit dat Bolivia voor het eerst een internationaal verdrag heeft weten te amenderen, en dat er internationale erkenning werd verworven voor Bolivia’s eeuwenoude consumptie van en rituele verbondenheid met het cocablad.

En in het land, hoe viel daar het nieuws van deze (in termen van de regering) triomf? Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het de overgrote meerderheid van de Bolivianen worst is. De ideologen, die van de cocateelt en –consumptie (en rituele betekenis) een grote identiteits-issue maakten, én de cocaboeren, zij jubelen en hebben maandag 14 janurai tot een feestdag uitgeroepen. Er zullen marsen zijn en er zal véél coca worden gekauwd. Maar voor de meeste Bolivianen is het toch klein nieuws. Zij die graag kauwen, vertrouwden er sowieso al op dat de coca nooit van de markten zou verdwijnen omdat het zó gewoon is dat de controverse eromheen voor hen een academische kwestie is. En zij die niet kauwen, hen kan de ideologie gestolen worden, en op de markten keken zij altijd toch al meer naar de prijzen van de aardappels dan naar de prijzen van de coca.

Ton Salman is universitair hoofddocent bij de afdeling Sociale en Culturele Antropologie (VU).  Hij houdt zich onder andere bezig met sociale bewegingen en burgerschap. Zijn regionale specialisatie is Latijns Amerika. Op Standplaats Wereld schreef  hij onder meer over burgerrechten en gemeenschapsrechten, over de impact van de financiële crisis (in het Engels) in Bolivia, over misdaad en het verband met het bovennatuurlijke, over de hoofddoekjesdiscussie, over de claxon, en over groepshuwen, steeds in Bolivia.

 

5 Comments

  1. Erik Erik

    Leuk stuk Ton!

  2. drs ing Henk Uijttenhout, oud-student C.O.M. drs ing Henk Uijttenhout, oud-student C.O.M.

    “Het roept de vraag op of Nederland hier niet een beetje schijnheilig opereerde – en het zal toch niet zijn geweest om de Verenigde Staten te pleasen?”. Wat dacht je zelf, Ton?
    Interessant onderwerp in elk geval: hoe reguleer je het gebruik van allerlei genotsmiddelen, die bij verslaving tot ernstige persoonlijke schade en maatschappelijke wantoestanden kunnen leiden? Het zal voor beleidsmakers en medisch verzorgers een hoofdpijndossier blijven, vermoed ik. En voer voor wetenschappers!

  3. […] Op Standplaats Wereld schreef  hij onder meer over burgerrechten en gemeenschapsrechten, over coca en cocaïne, over hoger onderwijs in Nederland en in Chili, over misdaad en het verband met het […]

  4. Joana Stam Joana Stam

    Wat zijn de voordelen om bij deze conventie te zitten voor Bolivia? Waarom wilde ze er per se weer bij komen te zitten? En wat gebeurt er als ze er zich niet aan houden?

Your email address will not be published. Required fields are marked *