Skip to content

Moslimjongeren zijn de verliezers bij ontslag Ramadan

Tariq Ramadan (foto Anja Meulenbelt)
Tariq Ramadan (foto Anja Meulenbelt)

In alle hevige debatten rondom het ontslag van Tariq Ramadan in Rotterdam wordt te vaak een belangrijk punt over het hoofd gezien: de betekenis van de “affaire-Ramadan” voor de vele jongeren en studenten met een moslimachtergrond die zich al lange tijd door hem laten inspireren.

Hierop wees Anja Meulenbelt afgelopen week op haar weblog, naar aanleiding van een recent artikel van Iliass El Hadioui, een promovendus aan de afdeling sociologie van de Erasmus Universiteit.

Op dit weblog hebben we eerder geschreven over “de paradoxale zaak Ramadan” en over zijn ontslag, maar voor ons antropologen is het juist ook belangrijk om te kijken naar de betekenis van een dergelijk public event voor mensen in de samenleving zelf. Vandaar verwijzen we graag naar de woorden van Anja Meulenbelt:

Ramadan zelf zei het tijdens het debat, “niet ik verlies, Nederland verliest”, en daar ben ik het erg mee eens, en niet alleen om de figuur Ramadan zelf, die weinig last heeft van valse bescheidenheid. Het pijnlijke aan de affaire, schrijft Elhadoui, is dat in feite de universiteit wel tevreden was over zijn inhoudelijk functioneren – en ook daarin kan ik hem goed volgen, want ik ben er zelf enige keren bij geweest, en heb gezien hoe enthousiast de studenten waren.

Mag Ramadan voor menig autochtoon niet gezien worden als de bruggenbouwer die ze in Rotterdam hadden gewild, voor islamitische studenten en andere jongeren die zijn Engels konden volgen bouwde hij wel een brug, een belangrijke brug: die tussen het moslim zijn en de westerse samenleving. Niets hoeft een gelovig moslim te weerhouden om volledig als burger te participeren, zei hij. De westerse democratie geeft daar de volledige mogelijkheid voor, dus wees geen slachtoffer, stel je niet op als minderheid, wees burger en participeer als moslim.

Precies dat was wat jonge Nederlandse moslims als ondersteuning en inspiratie nodig hebben – en dit vind ik persoonlijk het diep trieste: dat dat precies de boodschap is die we jonge migranten en migrantenkinderen mee zouden willen geven. Maar juist het feit dat iemand als Ramadan er uit is gewerkt, geeft de jongeren exact de tegengestelde boodschap.

Elhadoui: “Jongeren en studenten, vooral die met een moslimachtergrond, lijken niet meer zo te geloven in de toepasbaarheid van die sociale boodschap binnen de Nederlandse context. Zelfs jongeren die voorheen constructief bleven denken, ondanks de bulk aan negatieve publiciteit over hun religie, lijken nu de hoop op te geven, nu zelfs Ramadan, die zijn gehele leven in teken heeft gesteld van onophoudelijk de dialoog zoeken, moet verdwijnen uit het Nederlandse landschap.”

Jonge moslims zien in deze affaire een duidelijk teken dat de Nederlandse samenleving geen ruimte wil maken voor hun religie, en dat de enige weg tot erkenning en een betere positie de weg is van de assimilatie, een kritiekloze aanpassing, en het ontkennen van de eigen religieuze identiteit. “Het gaat overigens niet over de groep jongeren die zich een slachtofferhouding aanmeet’, zegt Elhaduoui, “het gaat om jongeren die de politieke situatie in Nederland beu zijn, die mediaberichtgeving vermijden vanwege de negatieve tendens, en die deze boosheid en teleurstelling pas hebben ontwikkeld na het geprobeerd te hebben, na hun uiterste best te hebben gedaan om mee te doen op het gebied van studie, werk, sport, cultuur en politiek.”

Lees het volledige bericht op Anja Meulenbelts weblog.

One Comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *