Skip to content

Opvang in de regio – een oplossing?

© Marije Koudstaal
Kinderen in een Yezidi vluchtelingenkamp in Diyarbakir © Marije Koudstaal

Door Edien Bartels en Trudie Visser, foto’s Marije Koudstaal

De ontzetting over grote aantallen verdrinkingen van vluchtelingen en migranten in de Middellandse Zee, lijkt lippendienst te bewijzen aan de discussie, door de VVD weer opgepakt, over opvang van vluchtelingen in de regio.  De voordelen zouden duidelijk zijn: ze kunnen sneller terugkeren als het weer veilig is, zij kunnen zich sneller aanpassen aan de samenleving van het ontvangende land  in het geval de opvang langer nodig is. Bovendien is het goedkoper dan opvang in westerse landen. Is dit wel zo? Zijn dit geen losse kreten om een kiezerspubliek te bedienen?  En om met veel bravoure aan te geven dat de oplossingen niet in de westerse landen liggen maar in dat deel van de wereld waar conflicten oplaaien? Weten degenen die dat poneren wel waar ze over praten? Laten we dat nu eens nagaan. Per slot worden de meeste vluchtelingen, volgens verschillende bronnen zo’n 95 procent, nu  ook al opgevangen in ‘de regio’.  We nemen het voorbeeld van Turkije omdat we daar recent op bezoek zijn geweest in twee vluchtelingenkampen. Turkije vangt op dit moment volgens Amnesty ongeveer 1,6 miljoen vluchtelingen op uit Syrië. Dit is ongeveer de helft van alle Syrische vluchtelingen, naar schatting zo’n  3,2 miljoen mensen. In september 2014 kwamen er nog eens 130.000 binnen, dat is meer dan in de hele EU in de afgelopen drie jaar. Hoe pakken de voordeel argumenten van opvang in de eigen regio uit voor Turkije?

© Marije Koudstaal
Interieur tent vluchtelingenkamp in Suruc © Marije Koudstaal

Kosten

Zijn de kosten wel zoveel minder? Van de 1,6 miljoen Syrische vluchtelingen in Turkije leven 220.000 mensen in een van de 22 goed uitgeruste vluchtelingenkampen. Dat zijn de Turkse AFAD kampen  gefaciliteerd door de UNHCR. De andere ruim 1,3 miljoen mensen, dat wil zeggen zo’n 75 procent  worden opgevangen door familieleden, proberen zelfstandig rond te komen, of worden opgevangen in gemeentekampen in het  Zuidoosten van Turkije. Dit zijn kampen opgezet  in samenwerking met de vereniging van Zuidoost-Anatolische gemeenten (GABB).  Als we in Nederland spreken over de kosten van opvang worden dan de kosten van deze gemeenten wel meegenomen? De Turkse overheid springt hen niet bij. In de gemeentekampen werken veel vrijwilligers, onder andere georganiseerd door de vakbond. Die kosten zijn niet zichtbaar. En de kosten die familieleden maken om vluchtelingen op te vangen? Vanuit Europa, vooral van Koerden, zijn er goederen- en geldstromen op gang gekomen, om de vluchtelingen en deze kampen te ondersteunen. Maar steun vanuit de EU is er niet geweest, vertelt ons een Turks Koerdische psychiater, die vrijwillig werkt als hoofd van de medische dienst in vier gemeentekampen in Suruc. De leefsituatie is heel bescheiden. Op het menu in de kampen in Urfa  staan bonen, brood en rijst: geen vlees, geen groenten en geen fruit. Op het menu van de kampen in Diyarbakir staat wel groenten, één keer in de week, en vlees, één keer per twee weken. Maar vaak lukt dat ook niet. De medische zorg is voor rekening van vrijwilligers. Om uitbraak van (kinder)ziekten te voorkomen hebben apothekers vaccins verzameld.  Want de staat financiert geen vaccinatieprogramma’s voor deze ‘gasten’. Voor het gemak wordt dit alles niet geteld of in geld uitgedrukt.

Aanpassen

Kunnen deze vluchtelingen zich sneller aanpassen aan de samenleving van het ontvangende land? Veel Syrische vluchtelingen proberen aan werk te komen. Maar de lokale bevolking ziet hen als bedreigend.  Ze werken tegen lagere lonen en verstoren de arbeidsmarkt. Syriërs spreken Arabisch en schrijven in het Arabisch schrift. Turken spreken Turks en Koerdisch en schrijven in het Latijnse schrift. Ze krijgen geen vluchtelingenstatus maar een ‘gaststatus’. Dat betekent dat ze geen aanspraak kunnen maken op voorzieningen, scholing en zorg. Dit is ook een manier om de kosten te beperken.

© Marije Koudstaal
Straatje kamp Kobani vluchtelingen in Suruc. © Marije Koudstaal

Terugkeren

Kunnen deze vluchtelingen sneller terugkeren als het weer veilig is? Dat is misschien een steekhoudend argument. Laten we daarvoor de eerdere vluchtelingen uit Afghanistan, Irak en Syrië  even buiten beschouwing en kijken naar twee andere typen vluchtelingen; Yezidi’s  uit Sinjar  en Koerden uit het noorden van Syrie, Kobani. Beide groepen worden opgevangen in zowel de Turkse staatskampen en in gemeentekampen in Zuidoost Turkije, o.a. in Urfa (Suruc), Diyarbakir en Mardin. De Kobani vluchtelingen in de gemeentekampen proberen terug te keren na de recente bevrijding door Koerdische strijders van de stad Kobani en omgeving. Noord Syrië is Koerdisch gebied, Rojava, waar een Koerdisch bestuur zetelt naar analogie van het model van de Zwitserse kantons. Het lijkt dus aantrekkelijk om terug te keren. Toch kan terugkeer nog niet in grote aantallen. Er liggen erg veel mijnen, vooral in het centrum van de stad, en die moeten eerst onschadelijk worden gemaakt. Er zijn ook veel huizen vernietigd. Wie steunt de opbouw van de stad en de omgeving? Het aantal vluchtelingen dat opgevangen werd in de gemeentekampen is nu wel verminderd. De mensen  gaan terug als ze denken weer zelfstandig te kunnen gaan wonen. Als hun huizen vernietigd zijn kunnen ze hun tenten  meenemen. Die tenten waren een gift van de regering van Koerdisch Noord Irak. Maar de kosten daarvan worden niet geteld.

Daar tegenover staan de Yezidi’s uit Noord-Irak. Dat zijn ook Koerden. Ze spreken eenzelfde taal maar vormen wel een minderheid,met een eigen syncretische religie. Na hun vlucht van de berg Sinjar en de aankomst in Turkije vanaf augustus 2014 woonden deze Yezidi’s enkele weken in verschillende opvangplaatsen in de steden. Ondertussen werden de kampen opgebouwd. Deze groep mensen heeft veel verloren, veel mensen zijn gedood, veel kinderen en ouderen zijn kwijtgeraakt in de vlucht en vrouwen en meisjes zijn geroofd. Er leeft veel verdriet onder hen en velen zijn getraumatiseerd. Professionele hulpverleners zijn er nauwelijks. Ook hier zijn veel vrijwilligers die onbetaald of met vrijstelling van hun werk proberen de kampen draaiend te houden. Wanneer gaan deze Yezidi’s terug? Ze worden toch opgevangen in de regio en daar hangt de veronderstelling aan dat ze weer snel terug kunnen keren. Yezidi’s daarentegen willen niet terug. Ze zijn bang om terug te keren. Zij willen naar Europa en verzoeken de UNHCR om uitreisvergunningen en vestigingstoestemming. Ze zien zich als een bedreigde religieuze minderheid die permanent strijd moet leveren met de omgeving. Ze integreren niet in de opvangende samenleving en richten zich niet op teruggaan. Daarvoor waren hun ervaringen te schokkend. De strijd die ze moeten leveren voor hun bestaan is er sinds mensenheugenis: dit was niet de eerste genocide waar ze zich tegen moesten beschermen. Ze willen naar een land waar ze veilig zijn, en ze zien die veiligheid niet terug in een land waar moslims de meerderheid vormen.

© Marije Koudstaal
Straatje in Yezidi vluchtelingenkamp Diyarbakir. © Marije Koudstaal

Tot slot

Opvang in de regio zijn mooie woorden waarmee we in het westen proberen om vluchtelingen buiten Europa te houden. De veronderstelde voordelen van deze opvang werken alleen wanneer de betreffende regio bereid is overmatige inspanning te leveren, inspanning die in het westen niet gezien en niet gesteund wordt. De bevolking in Zuidoost Turkije ziet de noodzaak van deze inspanning wel en levert die ook. Alle mensen die we spraken gaven aan dat dit voor hen een morele plicht is, een gewetenskwestie, ook al gaat het hier om een arme regio. Voor het westen lijkt opvang in de regio eerder een methode om de verantwoordelijkheid bij andere, veel armere staten en bevolking te leggen.

Vluchtelingen kamp voor Kobani vluchtelingen: het opbreken van de tent om terug te gaan naar Kobani. © Marije Koudstaal

Edien Bartels is antropoloog en was werkzaam als universitair docent aan de Vrije Universiteit. Trudie Visser is Turkoloog. Zij gingen mee als vrijwilliger met medewerkers van de organisatie PsychiatersZonderGrenzen die een training voor hulpverleners in Diyarbakir verzorgden.

One Comment

  1. drs ing Henk Uijttenhout drs ing Henk Uijttenhout

    Opvang in de regio zou niet eens nodig hoeven zijn, als koloniale machthebbers als Frankrijk en vooral Engeland vanaf 1915 (ongeveer) zich niet hadden bemoeid met het Ottomaanse rijk en de Armeniërs niet in de verdrukking waren gekomen. Voor het overige van de geschiedenis verwijs ik naar “Bloedbroeders” op NPO2 van afgelopen zondagavond. Als koloniale opvolger hebben we nu de navo, die op dezelfde wijze met grof geweld de “dictators” zo nodig moet opruimen en de sluimerende religieuze verschillen tot een maximum heeft weten te polariseren. Wat een kortzichtigheid. De gevolgen zijn rampzalig, maar ik heb er nog nooit een antropoloog over gehoord.
    Mijn ervaringen met het westerse politiek-militaire complex zijn van dien aard, dat een grondig onderzoek met alle medialawaai van dien hoogst noodzakelijk en urgent is. De oorlogsretoriek van diverse navo-topmensen zou elke wetenschapper aan het denken moeten zetten. Nu is het dweilen met de kraan open en is het menselijk leed niet meer te overzien. Helaas is er geen andere wereldmacht die hier iets tegen heeft gedaan. In Europa hebben we dan 70 jaar “vrede”, maar elders ging het verwoesten van samenlevingen gewoon door. Ik zie geen einde komen aan deze drama’s.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *