Skip to content

Pig Power: Over globalisering en ziekten

Door Maarten Deprez – Het zou wel erg ongepast zijn om — temidden van een varkensgriepepidemie en onder de dreiging van het dodelijke vogelgriepvirus — de weldaden van besmettelijke ziekten te verkondigen. Dat zal ik dan ook niet letterlijk doen; wel wil ik je laten zien welke bijzondere rol deze ziekten hebben gespeeld in het verloop van de geschiedenis, en wat een ommekeer het is, historisch gezien, dat de griepepidemie die zich nu over de wereld verspreidt net op de Amerikaanse landmassa ontstaan is.

Laten we, met Jared Diamonds razend interessante bestseller “Guns, Germs and Steel” in de hand, nagaan op welke manier epidemische ziekten doorheen de tijd hebben ingegrepen in het menselijk bestaan. De opkomst van de landbouw, die voor het eerst voldoende grote bevolkingsdichtheden mogelijk maakte om uiterst besmettelijke en snelwerkende ziekten in omloop te houden, was daarin een mijlpaal, en de veeteelt, die omstreeks dezelfde tijd opdook, vormde een belangrijke bron van infectieziekten. Ziekten die lang daarvoor in sociale dieren, zoals de voorouders van koeien, schapen, geiten, varkens en kippen, tot bloei waren gekomen, konden nu, al dan niet met een kleine aanpassing, overgaan op mensen die intensief met hen in contact kwamen. Alsof de griep niet volstond, hebben we van onze huisdieren nóg een hele reeks ziekten ten geschenke gekregen: mazelen, pokken, salmonella, en natuurlijk, onder nog zoveel andere, de pest, die in de Middeleeuwen een derde van de Europese bevolking de dood injoeg.

Terwijl de Homo sapiens sapiens, zoals we onszelf zo pretentieus noemen, zich overspoeld wist door steeds nieuwe, dodelijker ziekten, werd ook het genetisch materiaal van zijn eigen soort bewerkt door de natuurlijke selectie. Omdat de ziekteverwekkers echter niet evenredig verdeeld waren over de wereld, verliep ook die evolutie ongelijkmatig. Het Amerikaanse continent bijvoorbeeld, had relatief weinig te lijden van epidemiën doordat de landbouw er pas laat ontstond, doordat er weinig domesticeerbare dieren aanwezig waren (de lama was zowat het enige grote zoogdier dat met succes in gevangenschap gehouden kon worden, en die leeft van nature in kleinere, dus minder epidemie?gevoelige, kuddes dan zijn Euraziatische lotgenoten), en doordat het contact tussen de bevolkingsconcentraties in de Andes, midden? en noord?Amerika om geografische redenen moeizaam verliep. Ondertussen werden Europeanen, Aziaten en Noord?Afrikanen gastheer van een aanzienlijk aantal infectieziekten, weinig gevaarlijk voor hen omdat ze er doorheen de eeuwen voldoende immuniteit tegen opbouwden, maar dodelijk voor mensen die daar niet de kans toe hadden gehad.

Deze gang van zaken — in eerste instantie voordelig voor de oorspronkelijke bewoners van Amerika — zou voor hen, vanaf wat vanuit Eurocentrisch oogpunt Columbus’ ontdekking wordt genoemd, enorm nadelig uitdraaien. De Europese verovering en kolonisatie van de Nieuwe Wereld ging gepaard met een grootscheepse biologische uitwisseling — bewust en onbewust — waarvan de bewoners van de Oude Wereld vooral de vruchten plukten — al duurde het even voor ze de geneugten van tomaten en aardappels konden smaken — en waarvan de oorspronkelijke Amerikanen de rampzalige gevolgen droegen: schattingen dat 90 tot 95 procent van de bevolking ten onder ging aan Euraziatische ziekten waartegen ze geen weerstand hadden, zijn niet ongewoon. Epidemische ziekten vormen dan ook een van de grootste rechtstreekse verklaringen — misschien wel dé grootste — voor het Europese succes in Amerika. Als de Conquistadores niet over dit vreselijke geheime wapen hadden beschikt, was de geschiedenis misschien wel heel anders gelopen…

Dat de epidemie die zich de laatste maanden over de hele wereld verspreidt, en die enige tijd geleden ook in Nederland is opgedoken, voor het eerst opgemerkt werd in Amerika, is dan ook een ironische speling van de geschiedenis. Door de “vroegtijdige” verspreiding van het virus die we nu meemaken, kunnen Europa en de rest van de wereld er met een gerust hart van uitgaan dat deze ontwikkeling niet de voorbode is van een grootscheepse Mexicaanse expansie; maar dat dit zo loopt is, in het licht van wat er in het verleden is gebeurd, geenszins vanzelfsprekend. Het is enkel en alleen doordat intensieve handel, toerisme en migratie de globaliserende wereld van vandaag veel meer tot een geheel verbinden, dat dit ongewenste micro?organisme geen duivelspact kan aangaan met een bepaalde bevolkingsgroep (hoewel het nog veel dodelijker zou moeten zien te worden wil het echt een doeltreffend biologisch wapen zijn), en in de plaats daarvan door de gehele wereldbevolking als een gemeenschappelijke vijand tegemoetgetreden wordt.

Gezondheid!

Maarten Deprez is student Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie aan de Vrije Universiteit.

One Comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *