Skip to content

Reactie op Baudet

onder anderen door Thijl Sunier Generaliseren van islam is wel heel gemakkelijk, menen islam-wetenschappers, want dan hoeft er niet gekeken te worden naar de vele manieren waarop moslims met hun islam omgaan.

Het is bizar om van een wetenschapper te vernemen dat ‘generaliseren’ over een complex onderwerp als islam nodig is, en dat er ‘geen helder zicht’ zou zijn op de problematiek. Dit is wat gepromoveerd jurist Thierry Baudet stelt in zijn column ‘Durf te generaliseren over de islam’ (NRC 2 november  2012).

Als hij even de academische databanken had gegoogled, had hij kunnen zien dat alleen al door de Nederlandse wetenschappers in de afgelopen tien jaar een enorme hoeveelheid onderzoek is verricht naar alle facetten van de islam, en dat daar wel degelijk een helder beeld uit naar voren komt, namelijk dat de islam en moslims even gevarieerd zijn als bijvoorbeeld het christendom en christenen. Maar blijkbaar is het nogal storend dat dit beeld genuanceerd is.

Die nuance moet ook wel, want het gaat om mensen. En dat is precies het punt waar personen als Thierry Baudet de mist in gaan: zij beoordelen moslims niet als mensen met een geloof, maar beschouwen islam als een geloof dat mensen aanstuurt. Moslims, in hun visie, beschikken niet over het vermogen zelf te beslissen, te oordelen of te handelen.

Daarom krijg je wederom het verhaaltje opgelepeld van de theologische doctrine van de islam die zou verklaren waarom moslims hun religie niet kunnen ‘herinterpreteren’, zij ‘oorlogszuchtig’ zouden zijn, niet doen aan de ‘scheiding van godsdienst en politiek’ en dat de sharia onverenigbaar is met democratie. Dit voldoet misschien aan het ‘heldere beeld’ dat Baudet heeft van de islam, maar niet aan het heldere beeld van de werkelijkheid.

Deze werkelijkheid is dat de islam meer dan ooit wordt geherinterpreteerd. Dat betekent dat er dus allerlei opvattingen naar voren worden gebracht die afwijken  van de gangbare orthodoxie. Salafisten zitten aan de ene kant van het spectrum, moslimfeministen en –liberalen aan de andere kant. Verwarrend, want wat is dan nog ‘de islam’ waar Baudet en anderen over willen generaliseren? Het enige antwoord is dat de islam een bron is voor een veelheid aan interpretaties waar de moslims op dit moment van hun geschiedenis mee worstelen.

De werkelijkheid is ook dat er inderdaad veel gewelddadige conflicten plaatsvinden waarbij ‘moslims’ een rol spelen. In veel gevallen speelt religie inderdaad een rol: soms als rechtvaardiging, soms als identiteit van ‘wij’ tegen ‘zij’. Vaker blijken de onderliggende redenen voor de conflicten veel aardser te zijn: migratie, geld, land, macht. Maar als wij ervoor kiezen om de strijdende partijen een religieuze titel te geven, bestaat het gevaar dat wij het conflict zelf religieus maken, zoals over de landconflicten in de grensgebieden van Birma waar gesproken wordt over ‘Boeddhisten’ die ‘moslims’ aanvallen.

De werkelijkheid is voorts dat de scheiding van godsdienst en politiek nergens zo afwezig is geweest als in Nederland. Daarentegen waren religieuze politieke partijen waren tot voor kort verboden geweest in de Arabische landen als Egypte en Tunesië. Nu zij vanwege de omwentelingen voor het eerst stem kunnen geven aan het volk, blijkt dat die net zo verdeeld is langs religieuze en seculiere lijnen als Nederland. Dit mag onwenselijke gevolgen hebben, maar dat doet niet af aan de werkelijkheid van wat er gebeurt. En generalisaties passen daarin net zo min als dat in de ingewikkelde relatie tussen religie en politiek die we waarnemen in het Amerikaanse of Nederlandse politieke bestel.

Tenslotte de werkelijkheid over de relatie tussen sharia en democratie, die onverenigbaar zou zijn. Baudet haalt hiervoor de uitspraak aan van het Europees Hof van de Rechten van de Mens, dat in 2003 heeft geoordeeld dat ‘sharia’ onverenigbaar is met de beginselen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Hier passen twee opmerkingen. Ten eerste ging het om het specifieke geval dat de Turkse islamitische Refah Partij allerlei dreigende taal had uitgeslagen in de trant van ‘wacht maar als wij aan de macht zijn, dan slaan we jullie om de oren met sharia.’ In dat opzicht was de uitspraak terecht.

Maar het Hof gaat de fout in door ‘de sharia’ in zijn algemeenheid onverenigbaar te verklaren met mensenrechten. De sharia is namelijk meer dan alleen strafmaatregelen – zij omvat ook bepalingen omtrent bidden, vasten, begraven, contractrecht, enzovoort. Geen gedragingen die tegen mensenrechten zijn.

Maar dan gaat Baudet in één adem door met de bewering dat sharia in de weg staat aan democratie. Hij doet dat met theologische argumenten, maar opnieuw wijst de werkelijkheid anders uit. Uit grootschalige onderzoeken in de Arabische en moslimwereld is gebleken dat zowel sharia als democratie hoog op de lijst staan van wat moslims wensen. De Arabische revoltes hebben laten zien hoezeer dat waar is. Nogmaals, de uitkomst van de relatie tussen islam en democratie mag ons in het Westen niet aanstaan, maar het is onzin om te beweren dat die relatie tegenstrijdig is.

De theologische benadering van Baudet is kenmerkend voor de wijze waarop het islam-debat in Nederland zo lang al wordt gevoerd. Die benadering is ook gemakkelijk: zo hoef je geen aandacht te schenken aan de vele manieren waarop moslims met die islam omgaan.

Dit stuk is geschreven door: Thijl Sunier, hoogleraar Islam in Europese samenlevingen aan de Vrije Universiteit; Paul Aarts, universitair docent internationale betrekkingen aan de Universiteit van Amsterdam; Maurits Berger, hoogleraar islam in het hedendaagse Westen aan de Universiteit Leiden; Leon Buskens, hoogleraar recht en cultuur in islamitische samenlevingen aan de Universiteit Leiden; Nathal Dessing, docent antropologie van de islam aan de Universiteit Leiden; Dick Douwes, hoogleraar Geschiedenis van het Midden-Oosten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam; Karin van Nieuwkerk, hoogleraar Islamstudies aan de Radboud Universiteit Nijmegen; Ruud Peters, emeritus hoogleraar islamitisch recht van de Universiteit van Amsterdam; Jan Jaap de Ruiter, arabist en universitair docent aan de Universiteit van Tilburg; Amr Ryad, docent islamitische geschiedenis aan de Universiteit Leiden; Petra Sijpestijn, hoogleraar Arabisch aan Universiteit Leiden; en Gerard Wiegers, hoogleraar religiestudies aan de Universiteit van Amsterdam.

2 Comments

  1. likoednederland likoednederland

    Dat zo veel deskundigen zich geroepen voelen om gezamenlijk te reageren, laat zien dat Baudet een gevoelig punt heeft geraakt.

    Natuurlijk zijn er verschillende opvattingen binnen de islam.

    Maar waarom willen deze deskundigen de onaangename waarheid toedekken?
    Dat is dat de fundamentalistische variant aan het oprukken is.
    In alle islamitische landen zie je veel meer hoofddoekjes op straat dan enkele decennia geleden.

    De officiële Saoedische vorm van de islam, het wahabisme, is in opmars, verspreid door enorme bedragen aan oliedollars.

    Zo is inmiddels rond de 80% van de moslims in Egypte en Pakistan van mening dat overspelige vrouwen gestenigd moeten worden, dieven de hand afgehakt moet worden en afvallige moslims gedood moeten worden. In Indonesië – traditioneel een gematigd moslimland – liggen die percentages ook al rond de 40%.

    Dat is de onaangename waarheid.
    Maar ook die dient verteld.

  2. Víctor Víctor

    Ja het aloude kwalitatief onderzoekstruukje ‘er zijn zoveel mensen als meningen’. Laten we kijken of dit ook van toepassing is op andere onderzoeksgebieden:

    Als hij even de academische databanken had gegoogled, had hij kunnen zien dat alleen al door de Nederlandse geschiedkundigen in de afgelopen tien jaar een enorme hoeveelheid onderzoek is verricht naar alle facetten van het nationaal socialisme, en dat daar wel degelijk een helder beeld uit naar voren komt, namelijk dat het nationaal socialisme en Duitsers even gevarieerd zijn als bijvoorbeeld het christendom en christenen. Maar blijkbaar is het nogal storend dat dit beeld genuanceerd is.

    Ja wis en waarachtig! Het werkt …. Nog een keer:

    Die nuance moet ook wel, want het gaat om mensen. En dat is precies het punt waar personen als Thierry Baudet de mist in gaan: zij beoordelen Duitsers niet als mensen met een ideologie, maar beschouwen het nationaal socialisme als een ideologie dat mensen aanstuurt. Duitsers, in hun visie, beschikken niet over het vermogen zelf te beslissen, te oordelen of te handelen.

    Het zal toch niet? Laatste dan!

    De werkelijkheid is ook dat er inderdaad veel gewelddadige conflicten plaatsvinden waarbij ‘Duitsers’ een rol spelen. In veel gevallen speelt ideologie inderdaad een rol: soms als rechtvaardiging, soms als identiteit van ‘wij’ tegen ‘zij’. Vaker blijken de onderliggende redenen voor de conflicten veel aardser te zijn: migratie, geld, land, macht. Maar als wij ervoor kiezen om de strijdende partijen een ideologische titel te geven, bestaat het gevaar dat wij het conflict zelf ideologische maken, zoals over de landconflicten in de grensgebieden van …..

    Nou ja lijkt me inmiddels duidelijk. De theorie van Thijl is uitstekend theoretisch te generaliseren!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *