Skip to content

Tag: bestuur

Een goede manager gaat uit vissen

vissende manDoor Freek Colombijn. Hans Tennekes heeft jaren geleden een leerzaam boek geschreven over organisatie-antropologie (Organisatie: Een Antropologische Visie, 1996). Hij analyseert daarin bedrijfsculturen, informele processen en het belang van symbolen en rituelen in organisaties. Een van de punten die hij benadrukt is dat het belang van doelstellingen het gedrag van mensen in organisaties sturen. Een organisatie heeft – als het goed is  –  in zijn geheel een doelstelling, maar ook afdelingen en individuen hebben in een organisatie hun eigen doelstellingen en die kunnen snel tegenstrijdig zijn. Dit algemene principe uit de organisatie-antropologie zie ik bijna dagelijks om me heen in de organisatie waar ik werk, de Vrije Universiteit. De universitaire top (zeg, het College van Bestuur en de Faculteitsbesturen) zijn het met de overige werknemers eens over het hoofddoel: zo goed mogelijk onderzoek doen en zo goed mogelijk onderwijs geven en dat alles binnen de financiële speelruimte die we hebben. Maar over meer concrete doelstellingen hoe het grote doel te verwezenlijken zijn top en werkvloer het vaak oneens.

Een wetenschapper heeft veel baat bij rust in de tent. Onderzoek is per definitie innovatief anders zouden wij onze artikelen niet geaccepteerd krijgen door de redactie van de wetenschappelijke tijdschriften waar we onze stukken aanbieden. Een onderzoeker hoeft helemaal niet aangespoord te worden om zichzelf te vernieuwen; als hij of zij daartoe niet uit zichzelf gedreven is, wordt hij wel gedwongen door zijn peers. Ook voor het onderwijs heeft een wetenschapper het liefste rust. Niet uit behoudzucht, maar het vernieuwen van een college (het zoeken naar nieuwe literatuur, het up-to-date maken van een spreekschema, het verwerken van de actualiteit in een ouder college) vraagt tijd. En die tijd hebben wetenschappers alleen als ze niet teveel andere activiteiten hebben. Dus wetenschappers zijn intrinsiek gemotiveerd om hun werk te vernieuwen, maar kunnen dat alleen doen als er zoveel mogelijk rust in de organisatie is.

3 Comments

Top-down bestuur van de universiteit

door Freek Colombijn Hoera, alweer een probleem opgelost! Maar welk?

Naarmate de verontrusting onder VU medewerkers toeneemt en zij zich meer gaan roeren, vrezen het College van Bestuur en ook het bestuur van onze faculteit steeds meer de controle op het ‘bestuursproces’ te verliezen. Zoals de organisatieantropoloog Tennekes al beschreef, denken managers in organogrammen, taakstellingen, en productieprocessen, die ze allemaal in hun greep denken te hebben. Hun controle is echter een illusie, doordat een organisatie bestaat uit partijen (afdelingen, individuen) met eigen en soms geheel tegenstrijdige doelstellingen, die indruisen tegen de planning van de leiding.

Voor de managers aan de top kan het besef van hun beperkte beheersing van ‘het proces’ angstaanjagend zijn. Toen ik voor drie jaar tot afdelingshoofd benoemd werd leek het me nuttig mijn gebrekkige kennis van leidinggeven bij te spijkeren door het kopen van een boek. Lezen kan ik het niet noemen, want ik kwam niet verder dan de blurb en de alleszeggende titel: Leiding geven aan academici? Niet doen! Dat was genoeg om het kernpunt te snappen. Academici die het vertrouwen krijgen van hun leidinggevenden nemen verantwoordelijkheid voor hun taken en lossen de meeste problemen zelf op. Bedrijven die veel verantwoordelijkheid delegeren aan hun medewerkers schijnen het vaak ook commercieel goed te doen.

1 Comment