Skip to content

“The Empire strikes back”: koloniale retro-architectuur in Indonesië

SANYO DIGITAL CAMERADoor Freek Colombijn. Hoe gaan voormalige gekoloniseerde bevolkingen om met het koloniale erfgoed in hun land? Een rondje langs vier hoofdsteden in Zuidoost-Azië laat zien dat dat nogal kan verschillen. In Kuala Lumpur, Hanoi en zeker Singapore, wordt het koloniale erfgoed gekoesterd. Dat de kerken, stadhuizen, kantoren, woningen en muziektheaters ooit gebouwd zijn in opdracht van Britten en Fransen (en in de eerste plaats ook door hen werden gebruikt) lijkt de huidige gebruikers niet te deren. Hoewel er ook in Jakarta veel historische architectuur goed wordt onderhouden, lijkt de staat van de Nederlandse gebouwen daar in het algemeen toch minder.

            Meerdere verklaringen voor dit verschil zijn mogelijk. Misschien ligt het aan een lagere waarde van het onroerend goed (leidend tot verwaarlozing van het gebouw), of juist een hogere waarde (speculerend op sloop bij stijgende grondprijzen). Wellicht was er een gebrek aan mission civilisatrice bij de Nederlandse kolonialen, zodat de cultuurhistorische betekenis van architectuur in Nederlands-Indië minder doordrong. Of ligt het aan een meer of minder traumatisch dekolonisatieproces? (Maar daarin neemt Nederlands-Indië een middenpositie in tussen Vietnam en British Malaya, dus dat lijkt minder waarschijnlijk). De Indonesische wetenschapper Abidin Kusno heeft een eigen verklaring, uiteengezet in zijn boek The appearance of memory (2010).

            Volgens Kusno is er een gebrek aan interesse voor de originele koloniale architectuur, doordat Indonesiërs zich de koloniale architectuur al op een andere manier eigen hebben gemaakt. Na de onafhankelijkheid van 1945 zochten Indonesische architecten aanvankelijk aansluiting bij een internationale modernistische stijl, bewust de koloniale stijl achter zich latend. Pas in de jaren 70 van de twintigste eeuw keerden ze terug naar koloniale voorbeelden, met name de neoclassicistische of Empire stijl. Zelf verafschuwden de architecten deze stijl, maar hun opdrachtgevers uit de opkomende middenklasse vroegen erom.

            Vervolgens ontdekten architecten, stadsplanners en politici een specifieke kwaliteit van de Empire stijl. Ook al was deze stijl door Nederlandse kolonialen in Indonesië geïntroduceerd, zij was feitelijk bekend door de hele westerse wereld en daarom minder verdacht dan meer uitgesproken Nederlandse cultuuruitingen. Juist door het universele en tijdloze karakter van de Empire stijl is zij goed bruikbaar door geheel Indonesië en sluit, nog steeds volgens Kusno, aan bij het idee van Indonesië als een natie. Inheemse architectuurstijlen (zoals Javaanse joglo of Minangkabau bergonjong daken) zijn te specifiek verbonden aan een etnische groep om als nationale stijl gebruikt te kunnen worden.

            Empire of neoclassicistische stijlelementen vind je vandaag de dag door heel Indonesië en dan met name de Griekse zuilen (in Indonesië bekend als kolom Romawi, Romeinse zuilen). Alle rechtbanken hebben bijvoorbeeld een herkenbaar front met zuilen. Bourdieu heeft uitgelegd dat elite stijl door ‘lagere’ klassen wordt geïmiteerd. Inderdaad: ook tamelijk eenvoudige huizen gebruiken Griekse zuilen met kapiteel om een uitstekend dak te ondersteunen. Langs de kant van de weg worden zuilen kant en klaar te koop aangeboden en kunnen zo worden ingeladen en meegenomen.SANYO DIGITAL CAMERA

Een van de mooiste voorbeelden vond ik echter in een gated community in Semarang. Hier worden woningen niet alleen gebouwd met koepel, zuil en timpaan, maar er staan ook quasi klassieke standbeelden, bijvoorbeeld van een Romeinse legionair. Een verboden attractie van dit woningpark wordt gevormd door de beelden van halfnaakte mensen die elkaar omhelzen, wat ook voor standbeelden in de openbare ruimte niet zou worden toegestaan. Gezien de populariteit van deze neoclassicistische stijl, heeft ze nog een lange tijd te gaan.

Freek Colombijn is als universitair hoofddocent verbonden aan de afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de Vrije Universiteit Amsterdam.

One Comment

  1. drs ing Henk Uijttenhout drs ing Henk Uijttenhout

    Bedankt Freek. Indonesische mensen zeggen mij weleens dat ze zich verbazen over de nog bestaande haat tegenover de Duitsers, zij zouden het nare deel van het verleden veel sneller achter zich kunnen laten.
    Daarnaast zullen ook praktische argumenten een rol spelen. Zowel in dienst als later bij de reorganisaties kwam ik regelmatig op kazernes, schietbanen en andere infrastructuur, die door de Duitsers in de oorlog zijn gebouwd en nog steeds in gebruik zijn.

Your email address will not be published. Required fields are marked *