Skip to content

Tussen Renaissance en Schijnvertoning? Democratie in Myanmar

Door Maaike Benders. Op 1 april vinden in Myanmar (ook bekend als Birma) verkiezingen plaats. Hoewel de directe impact beperkt zal zijn (het zijn tussenverkiezingen, waarbij minder dan 10% van de zetels vervangen wordt), heeft dit grote symbolische waarde. Het is namelijk de eerste keer sinds 1990 dat democratie-icoon Aung San Suu Kyi meedoet met haar partij National League for Democracy (NLD). Haar levensverhaal (onlangs op Hollywood-wijze vastgelegd in de film ‘The Lady’) is velen bekend: Als dochter van de vermoorde onafhankelijkheidsstrijder Aung San groeide ze op in Engeland. Tijdens een bezoek aan haar vaderland werd ze onverwacht politiek actief, en besloot zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen in 1990. Nadat ze met overweldigende meerderheid won, riep de militaire overheid een langdurig overgangsproces uit, waarin Aung San Suu Kyi uiteindelijk ruim vijftien jaar onder huisarrest zou doorbrengen.

De volgende verkiezingen, die twintig jaar later plaatsvonden, werden door haar partij geboycot vanwege oneerlijke spelregels. Een week na de verkiezingen werd haar huisarrest opgeheven, en vervolgens nam een ‘nominale burgerregering’ de macht over van het leger. In de loop van 2011 voerde deze een opmerkelijke hoeveelheid hervormingen door, en zocht onder andere toenadering tot Suu Kyi’s partij. Het resultaat was dat zij zich verkiesbaar stelde voor de tussentijdse verkiezingen. Afgaand op de hoeveelheid merchandise die Yangon de afgelopen maanden overspoelde, lijkt ze wederom af te stevenen op een overtuigende overwinning. In Europa wordt het verkiezingsnieuws op de voet gevolgd. Niet geheel toevallig zal na 1 april het Europese sanctiebeleid op Myanmar worden herzien. De gang van zaken tijdens de tussentijdse verkiezingen lijkt hierbij van doorslaggevend belang. De nieuwe regeringsleiders lijken gebrand op een positief imago, en nodigden zelfs buitenlandse verkiezingswaarnemers uit. Bij de buitengewoon snelle ontwikkelingen zijn wel wat kanttekeningen te plaatsen.

 Hoewel de indruk ontstaat dat Aung San Suu Kyi geen strobreed meer in de weg gelegd wordt, klagen haar aanhangers over voortdurende intimidatie en onregelmatigheden. Zo slagen veel mensen er niet in zich te registreren als kiezer, en verschijnen overledenen op de kiezerslijst. En terwijl de regering verkiezingswaarnemers uitnodigde, werd een onaangekondigde delegatie het land uit gezet, en worden de media nog steeds gecensureerd op overheidskritiek; monitoring dient wel volgens de overheid’s regels plaats te vinden. Ondertussen vindt in de noordelijke Kachin staat nog altijd een conflict plaats tussen het overheidsleger en gewapende Kachin, met een groot aantal vluchtelingen tot gevolg.

Is hier nu sprake van een Birmese ‘Renaissance’, of een schijnvertoning? Hierover is men het zowel binnen als buiten het land niet eens. De overheid heeft concrete concessies gedaan op het gebied van politieke gevangenen, economische ontwikkeling en vredesonderhandelingen. Maar gezien de militaire achtergrond van de huidige machthebbers, is een bepaalde mate van wantrouwen niet onbegrijpelijk. Velen wijzen er bovendien op dat verandering aan de top niet automatisch leidt tot verbetering op lokaal niveau. Aangezien de regeerstijl onder het Birmese leger werd gekenmerkt door angst zaaien en incompetent leiderschap, is het niet verwonderlijk dat lokale leiders in deze onduidelijke tijden teruggrijpen op repressieve middelen. Dit is een erfenis van decennialang militair bewind, die zelfs met de beste bedoelingen niet in korte tijd ongedaan gemaakt kan worden.

Misschien wel de grootste onzekere factor schuilt in de aanstaande economische ontwikkelingen. Nu een nieuwe politieke lijn lijkt ingezet, staan investeerders en toeristen te springen om dit relatief onontdekte land te betreden. Van de recente economische maatregelen, zoals verruiming van investeringsmogelijkheden en een belastingvrije periode voor buitenlandse investeerders, is nog lang niet duidelijk hoe deze de meerderheid van de Birmese bevolking zullen beinvloeden. De bekende econoom Joseph Stiglitz, die onlangs het land bezocht in de rol van adviseur, sprak de hoop uit dat Myanmar zou leren van de door andere landen begane fouten op het gebied van economische groei.

Een grotere kloof tussen arm en rijk zou desastreus zijn voor Myanmar’s ontwikkeling op de lange termijn. De huidige regering staat ontegenzeggelijk een zware klus te wachten. De bevolking kan alleen maar hopen dat een toekomstige bijdrage van Aung San Suu Kyi, de NLD, en een groot aantal buitenlandse actoren uiteindelijk zal leiden tot een einde aan het geweld en het begin van duurzame economische groei.

Maaike Benders werkt op de afdeling sociale en culturele antropologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *