Skip to content

Waarheid leidt niet automatisch tot gerechtigheid

People carry a picture of late Archbishop Oscar Arnulfo Romero in San Salvador. Romero was assassinated after denouncing violations of human rights in El Salvador. REUTERS/Jessica Orellana

Door Mijke de Waardt            Sinds 2010 hebben de Verenigde Naties 24 maart uitgeroepen tot de Inter-nationale Dag voor het Recht op de Waarheid over Grove Mensenrechtenschendingen en voor de Waardigheid van Slachtoffers. Deze dag heeft onder andere het doel om aandacht te vestigen op de herinneringen van slachtoffers van mensenrechtenschending-en en aan het belang van het recht op waarheid en gerechtigheid. Een dergelijke oproep past binnen het steeds meer omarmde idee dat na een burgeroorlog of autoritair regime een natie alleen opnieuw opgebouwd kan worden als ze weet om te gaan met de erfenissen van mensenrechtenschendingen.

De omgang met deze schendingen wordt transitional justice genoemd. Als eerbetoon aan slachtoffers kan er een scala van mechanismen uitgevoerd worden die gerechtigheid kunnen bevorderen en die dienen te voorkomen dat mensenrechtenschendingen opnieuw plaats zullen vinden. Voorbeelden van dergelijke mechanismen zijn een waarheidscommissie, strafprocessen tegen de dader(s) of het optuigen van een monument, zoals ons nationaal monument op de Dam.

Geen 30.000, maar 70.000 slachtoffers
De landen waar ik onderzoek doe, Peru en meer recentelijk Colombia, laten zien dat waarheidsvinding voor en door slachtoffers een belangrijke rol kan hebben in een dergelijke transitieperiode. Zo concludeerde de Peruaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie in 2003 op basis van o.a. de vele getuigenissen van slachtoffers dat er niet 30.000 mensen waren gestorven tijdens de burgeroorlog (het aantal wat tot dan toe werd gehanteerd) maar bijna 70.000 mensen. Mocht er in Colombia daadwerkelijk een waarheidscommissie komen waar ook militairen, paramilitairen, en guerrillastrijders hun daden opbiechten dan zullen nabestaanden van de meer dan   waarschijnlijk 100.000 vermisten wellicht eindelijk weten waar zij het lichaam van hun dierbaren kunnen vinden om het te begraven.

Het idee dat eer doen aan waarheid ook gerechtelijke en politieke consequenties heeft, en dus leidt tot gerechtigheid voor en waardigheid van slachtoffers, is echter niet vanzelfsprekend. Onder andere de lokale politiek en economie beïnvloeden of financiële compensaties worden uitbetaald aan slachtoffers, of er monumenten ter eerbetoon aan slachtoffers komen, en of daders berecht zullen worden.

Het staat buiten kijf dat voor sommige mensen het vertellen van hun verhaal een therapeutische werking kan hebben of een gevoel van erkenning kan genereren. Voor anderen kan het echter een grote opgave zijn om telkens weer opnieuw benaderd te worden door journalisten, academici, ontwikkelingssamenwerkers, etc. om een getuigenis te geven zodat de waarheid gevonden wordt, en niet alleen steeds met die waarheid geconfronteerd worden maar ook met dat er vervolgens geen psychologische hulp is of gerechtigheid. In Peru kun je daarom slachtoffers tegen derden horen zeggen: “mijn getuigenis staat online op die site, en hier heb je een foldertje van een ontwikkelingsorganisatie met mijn verhaal, verspreid het vooral, maar ik wil nu niet mijn verhaal doen”.

Gerechtigheid na getuigenis volgt niet vanzelf
Doen wij eer aan getuigenissen als we ze steeds opnieuw optekenen, met het idee dat anderen vervolgens voor gerechtigheid zullen zorgen? Wie zijn dan die anderen en voor wie dienen deze getuigenissen dan? Slachtoffers zelf hoeven immers niet kennis te maken met “de waarheid” want die kennen ze al, en soms wonen ze te ver of spreken de taal niet om deze optekeningen te kunnen lezen. Het interessante van de oproep die de VN en vele anderen op ons doen als er wordt gesproken over respect betonen aan slachtoffers zit hem dan ook niet alleen in gehoor geven aan het belang van waarheidsvinding. Laten wij tenminste op een dag als vandaag stil staan bij wat wij eigenlijk beloven als wij zeggen dat wij gerechtigheid zullen brengen voor de slachtoffers en eer zullen doen aan de herinneringen die zij hebben.

Mijke de Waardt is universitair docent bij de afdeling Sociale en Culturele Antropologie. 

2 Comments

  1. Fred van Oosten Fred van Oosten

    Mooi dat de VN dat doet. Groot nadeel is dat het instituut is gevestigd in een land, dat zelf een groot veroorzaker is van immense mensenrechtenschendingen over de hele wereld met steun van de navo en niet financieel bijdraagt als het niet uitkomt.
    Ik keek dinsdagavond 22 maart op Arte naar een dubbele documentaire over het Ottomaanse rijk en de rol daarin van Frankrijk en Engeland. Afschuwelijk, volstrekte onbetrouwbaarheid van landen die wel de macht grijpen met wapens. Ik ken die mentaliteit met grote afschuw uit eigen ervaring.
    Ook de wensen van Koerden en een Islamitische Staat komen hierin voor. Kijken, de titel is: Das Ende des Erhabenen Staates.

Leave a Reply to Fred van Oosten Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *