Skip to content

Theo van Gogh, Wilders en de media

de schreeuq
De Schreeuw, door Shiratski

Door Irene Stengs

Maandag 2 november werd de moord op Theo van Gogh herdacht. Dit herdenken gebeurde vooral in de vorm van media-aandacht, waarin de persoon van Van Gogh, de vrijheid van meningsuiting en ‘het islamiseringsdebat’ centraal stonden. Op de Linnaeusstraat en bij De Schreeuw vonden een aantal bescheiden herdenkingen plaats, waarvan de ‘omvangrijkste’, zoals elk jaar, waren georganiseerd door de Stichting Vrienden van Pim Fortuyn. Steeds minder mensen bezoeken de herdenkingen, waarbij vooral de Vrienden trouw aanwezig zijn. De intensiteit en de omvang van de maatschappelijke verontwaardiging vlak na de moord zijn even snel verdwenen als na de moord op Pim Fortuyn.

Voor de Stichting Vrienden van Pim Fortuyn vormt de Theo van Gogh herdenking (naast de Pim Fortuyn herdenking zelf, natuurlijk) één van de schaarse gelegenheden om media-aandacht voor henzelf en voor hun zaak te genereren. Omdat de moord vijf jaar geleden was, waren dit jaar ook Theo van Gogh’s ouders en Rita Verdonk aanwezig, waardoor de media nauwelijks aandacht schonken aan de Stichting Vrienden van Pim Fortuyn. Verdonk beleefde daarentegen weer eens een ouderwets mediamoment.

Hoeveel beter heeft de PVV het voor elkaar. Maandagavond bleek tijdens het door de NOS/Nova georganiseerde debat ‘Theo van Gogh, 5 jaar later’ weer eens wat een ijzersterke mediastrategie Wilders volgt, met name als het gaat om de televisie. Net als de Stichting Vrienden van Pim Fortuyn en Rita Verdonk is ook de populist Wilders aangewezen op sensationele, en dus controversiële onderwerpen. De meeste van zijn onderwerpen zijn gekoppeld aan onderbuikgevoelens die voortspruiten uit angst voor ‘de ander’. Door grof taalgebruik weet Wilders het taboeoverschrijdende karakter en daarmee het sensatiegehalte van zijn boodschap verder te verhogen (een strategie die Theo van Gogh ook graag volgde). Wilders’ mediastrategie onderscheidt zich wezenlijk van die van andere partijen en groeperingen in zijn weigering om live op te treden in mediadebatten. Net als Wilders zijn ook de media gebaat bij sensatie. En zo blijven de werkwijze van Wilders en die van de media elkaar, gewild of ongewild, jaar in, jaar uit versterken.

Zaterdag 31 oktober stond er in De Volkskrant een gechargeerd bericht over een in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken vervaardigd rapport over radicalisering, waaruit Wilders als extreemrechts en een ondermijner van de democratie naar voren zou komen. Niemand had het rapport nog gelezen. Alexander Pechtold had zich toch instemmend uitgelaten over deze wetenschappelijke onderbouwing van zijn standpunt dat Wilders een racist is. Minister Eberhard van der Laan kreeg via Dagblad De Pers een instemmende quote in de mond gelegd.

Al met al was dit voldoende munitie voor extra sensationeel vuurwerk tijdens de Nova-uitzending. Twan Huys gunde Wilders, vanuit zijn partijbijeenkomst in Arnhem, een minutenlange reactie op ‘de reacties’ van Pechtold en Van der Laan. In deze monoloog kon Wilders weer eens ongehinderd door opponenten zijn politieke ei kwijt. Farid Azarkan, van het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders, wees in het Nova-debat op Wilders’ werkwijze die het onmogelijk maakt echt het gesprek met Wilders aan te gaan. Aan deze opmerking werd echter voorbij gegaan, en de conclusie dat dit ‘debatteren op afstand’ evenzeer aan de media als aan Wilders zelf te wijten is bleef helemaal buiten beeld.

Binnen de mediaruimte is kennelijk weinig behoefte aan enige zelfreflectie, en al helemaal niet op de moments suprêmes van sensationele uitspraken. Daar hebben media dan ook geen baat bij: de kijkcijfers floreren bij dit soort Wildersonderwerpen en -momenten. Een kwartiertje na de Nova-uitzending werd het pikantste deel van de Wildersmonoloog nog eens herhaald bij Pauw & Witteman. Nee, voor extra aandacht hoeft de PVV zich voorlopig nog niet bij herdenkingen te laten zien.

Irene Stengs is onderzoeker bij het Meertens Instituut in Amsterdam.

7 Comments

  1. wat is de wetenschappelijke onderbouwing van het woord: “onderbuikgevoelens”?
    Ik begrijp niet eens wat je ermee bedoelt.

  2. HINDUSTAN HINDUSTAN

    Over dialogen gesproken.
    Probeer eens een dialoog over, pak en beet, de Jodenhaat in de Islam, aan te gaan op Marokko.nl of Maroc.nl (de grootste communitysites voor de voornamelijk Moslimdoelgroepen in NL), en je komt er al snel achter wie er nou werkelijk niet gediend is van een discussie.
    Op straat kan je al beter helemaal geen heikele onderwerpen aanhalen, die de Islamgemeenschap niet zint.
    Dat kan je Prem Radhakishun van PremTV ook vragen, of zijn beelden bekijken.

  3. Lancelot Lancelot

    de links-intellectuele elite die dit soort stukjes schrijft zijn in werkelijkheid de gijzelaars van de doelgroep die ze proberen te beschermen.

    als er al sprake is van onderbuikgevoelens, dan is het de opkomende diarree bij de dwangmatige islamietenbeschermers.

    de buikloop die wellicht beter beschreven kan worden als ‘het in de broek doen’ van angst, als je te maken hebt met mensen die ieder moment kunnen ontsteken in een vlaag van woede, als je ook maar een enkel detail van hun leef- en denkwijze im frage stellt.

  4. Ivaho Ivaho

    Walgelijk die pedante rechtse manntjes…

  5. M.P. Born M.P. Born

    Ik krijg door dit soort onderzoekers/schrijvers steeds meer zin om dan juist op de PVV te stemmen.
    De elite zorgt voor zijn eigen ondergang.
    Prachtig !!

  6. Dit persbericht moge voor de nodige bezinning en actie zorgen

    ORDERS VAN HOGERHAND..!
    “Doodlopende weg” over de ware toedracht van
    de moord op Theo van Gogh zojuist verschenen

    Amsterdam, 9 maart 2012 – Zojuist is het boek “Doodlopende weg – Waarom de Nederlandse geheime dienst haar top geheimagent Theo van Gogh heeft vermoord” van Slobodan Mitric, alias Karate Bob, bij Uitgeverij Willehalm Instituut te Amsterdam verschenen en is het bij de boekhandel en op internet verkrijgbaar.
    Het aan Theo van Gogh opgedragen boek wordt door de schrijver als een literair misdaad-verslag gekwalificeerd, daar het gebaseerd is op eigen observaties en op inzage en bezit van al dan niet in het geheim opgenomen gesprek-ken en gefilmde scénes van direct en indirect betrokkenen. Het is dus, net als zijn eerdere boeken zoals De Gouden Tip – De verstrengeling van boven- en onderwereld en de moord op G. J. Heijn, Help! Ze hebben me gekidnapt! Lady Di en 911: The Accusation – Bringing the Guilty to Justice geenszins complottheorie, maar complotpraktijk. Zodoende benadrukt de schrijver dan ook dat alles wat hij als voormalige top contra-inlichtingenagent in zijn nieuwe werkelijkheidsroman te berde brengt, kan bewijzen. De meest opmerkelijke, zo niet schokkende feiten en voorvallen van zijn verslag zijn:
    1. Enkele dagen voordat Mohammed Bouyeri, de “uitverkorene”, op de ochtend van 2 november 2004 op de Linneausstraat vlak bij het stadsdeelkantoor Amsterdam-Oost Theo van Gogh doodschiet, diens keel doorsnijdt en een brief op diens borst met een mes vastpint, werd hij gehuldigd op de met bloemen feestelijk bedekte Javastraat in Amsterdam-Oost in de aanwezigheid van honderden toeschouwers, inclusief nota bene ambtenaren van de politie en geheime dienst. De schrijver heeft deze openbare ritueel in het hoofdstuk “Huldiging van de prins des doods” beschreven.
    2. Dit attentaat op Theo van Gogh, zoals het laatste, gelijknamige hoofdstuk onthult, was geen eenmansactie van een fundamentalistische islamist, maar onderdeel van een met miltaire precisie voorbereide, uitgevoerde en naderhand perfect (althans tot nu toe) toegedekte operatie van de Nederlandse geheime dienst.
    3. Deze operatie was niet nodig geweest als Theo maar geluisterd en ingestemd had met dringende verzoeken en waarschuwingen van de directeur van de AIVD om het artikel “Schaduwkommando van de prins” van zijn website “De Gezonde Roker” te verwijderen. Dit artikel van Jan Portein alsmede een aanvulling daarop onder de titel “Lubbers en de Muzelmannenbom”, waarin de schrijver Karate Bob in zijn destijds geheime functie als directeur van World Atomic Counter-Espionage (WACE) een centrale rol in een multimiljoenen plutoniumtransactie speelt, waren volgens de AIVD een bedreiging voor de nationale veiligheid en de Koningin. De literaire weergave van de twee gesprekken tussen Theo van Gogh als lid van de geheime dienst en het hoofd van de AIVD in Café Cinetone op de Duivendrechtsekade en in Café Danzig in Amsterdam-Centrum zijn na le lezen in de hoofdstukken “Schaduwkommando van de prins” en “DNA”. De twee betreffende artikelen bevinden zich in de bijlagen, waarin ook rechterlijke documenten staan i.v.m. met de dreigende, illegale en inhumane uitzetting van de noodlijdende schrijver door de Nedelandse staat naar het voormalige Joegoslavië, een brief van toenmalige Premier Lubbers aan Slobodan Mitric, een getuigenis van Prof. F. Rüter, de voormalige president van Amnesty International over de betrouwbaarheid van Slobodan Mitric, plus een uitgebreide CV en een overzicht van zijn werken met zijn vrouw Iris als schrijver, kunstenaar en filmmaker.
    4. De toenmalige burgemeester van Amsterdam, de minister van Immigratie en Naturalisatie, de hoofdcommissaris van de Amsterdamse politie en de hoofdofficier van Justitie waren niet alleen op de hoogte van deze staatsliquidatie, maar lieten, wat betreft de politie die de voorbereidingen nauwlettend in de gaten hield, de moordenaar en zijn team ongemoeid hun gang gaan: “Orders van hogerhand”. De Amsterdamse dorpsgek, die in het openbaar zijn varken Allah genoemd had en met Hirschi Ali de film “Submission” had gemaakt, moest immers opgeofferd worden om de woede van de islamistische gemeente in binnen- en buitenland tot bedaren te brengen ten einde erger te voorkomen. Dit blijkt uit het het hoofdstuk “Kut spekjood” gebaseerd op een door de AIVD in het geheim opgenomen gesprek bij de residentie van de burgemeester. Het hoofdstuk “Submission”, waarmee dit boek na de Proloog “Op de Javastraat is er iets aan de hand” begint en het hoofdstuk “Vos” geven tevens een wat andere kijk op hoe deze film eigenlijk tot stand kwam, terwijl uit het hoofdstuk “DNA”, het gesprek in Café Danzig tussen Theo en AIVD, blijkt dat de laatste twijfels had over de ware identiteit van Hirschi Ali en daarnaar onderzoek heeft laten verrichten en om vast te stellen of de voorbereidingen van de moord een geval van “estherisme” was.
    5. Onderdeel van de voorbereidingen op de moord op Theo van Gogh was ook dat de “uitverkorene” de kunst van het keel doorsnijden werd bijgebracht door een imam en zijn collega onder toeziend oog van twee forse lijfwachten. Eerst aan de hand van een geit, zoals beschreven in het hoofdstuk “Islamistische slagerij” en daarna zelfs van een onschuldig mens, zoals beschreven in het hoofdstuk “Een in een tapijt gewikkeld lichaam” met daarbij een kleurenfoto van het plaats delict in Amsterdam-Oost. Ook dat laatste had de politie in de gaten en kunnen voorkomen, maar greep desondanks niet in: “Orders van hogerhand…!”

    Het boek van 192 bladzijden met 28 daarvan in kleur is een vertaling door Nadin Jovanovic van het Servische origineel, dat in januari in het Cyrillische onder de titel ЋОРАВИ СОКАК en in het Latijns als ĆORAVI SOKAK in Mitric’ uitgeverij “L’Atelier de la Liberté” te Amsterdam is verschenen. Het bevat een voorwoord “Heeft een doodlopende weg toch een uitgang?” van de Servische filoloog en schrijver Prof. Dr. Rade Bozovic, eerste leesindrukken van de Servische journalist en schrijver Dusan Tesic Luzanski en, in plaats van een inleiding, één persbericht van de regering van de republiek Servië en twee persberichten van het Willehalm Instituut over de paniek die twee postpaketten met 7 van Slobodan Mitric’ boeken, inclusief de Servische edities van “Doodlopende weg” aan de openbare aanklager voor oorlogsmisdaden begin februari in de Servische hoofdstad Belgrado te weeg heeft gebracht.

    Dit Servisch-Nederlands cultureel samenwerkingsverband eindigt met een korte ontstaansgeschiedenis en weergave van de doelstellingen van de uitgever: de in 2005 te Amsterdam opgerichte Stichting Uitgeverij Willehalm Instituut, die genoemd is naar Willehalm, de 9de eeuwse stichter van het oorspronkelijke Oranjehuis in Zuid-Frankrijk, een paladijn van Karel de Grote, die in 1066 tot beschermheilige van de ridders werd verklaard, vooral vanwege zijn aandeel als opperbevelhebber van het Karolingische leger in de Spaanse Mark bij het terugdringen van de toenmalige opmars van de islamisering in Europa.

    Proefexemplaren van dit volgens lector Ton Majoor “intrigerende boek met sprankelende dialogen” zijn op 16 februari jl. afgeleverd aan de balie in Amsterdam van het dagblad TROUW voor de politie en justitie redacteur Adri Vermaat en aan Slobodan Mitric’s advocaat Mr. Henri Sarolea. De dag daarna werden er exemplaren gepresenteerd aan de Koningin (peroonlijk afgeleverd bij haar Paleis Noordeinde in Den Haag) en aan Geert Wilders (via de postkamer op het Binnenhof, hem zal vooral het Ten geleide en de verant-woording van de uitgever onder de titel “Valt de huidige opmars van de islamisering nog te stuiten?” opvallen en een mogelijke, zelfs welkome aanleiding zijn om vragen in de Tweede Kamer aan de regering te gaan stellen). Tevens werden er die dag drie exemplaren door de uitgever persoonlijk in de handen gegeven van de ouders van Theo van Gogh, die de boeken met belangstelling in ontvangst namen. Voor hen schreef Slobodan Mitric de volgende opdracht in zijn boek: “Ik kan uw zoon niet levend terugbrengen, maar wel de waarheid hoe en waarom hij is vermoord kunt u in dit boek nalezen. Ik hoop dat u, als u dit boek gelezen heeft, dit niet in de doofpot laat blijven zitten.”

    Dit laatste is ook de boodschap die hij op de achterflap van zijn boek aan zijn lezers richt: “Voor elke moord, ongeacht over wie het gaat, is het nodig om de waarheid en niets dan de waarheid te vertellen en de waarheid erover te schrijven, of men dit nu leuk vindt of niet. Aan u, geachte lezer, ligt het om deze roman wel of niet te steunen. Maar indien wij zwijgen, zal de moordmachine van de duistere krachten zonder belemmering verder doorgaan met doden: gisteren Theo, morgen een van ons. Niemand heeft het recht – ongeacht of iemand volgens de wet van een staat of religieuze gemeenschap werkelijk de dood verdient – om te doden. Vooral in de zogenaamde vrije democratische wereld, die beweert dat ze de paden van vrijheid en rechtvaardigheid volgt. Laten wij helpen om alle verantwoordelijken voor de moord op Theo van Gogh voor de rechter te dagen.”
    Belangstellende recensenten kunnen een presentatie-exemplaar bij de uitgever aanvragen (RJK)

    Doodlopende weg-Waarom de Nederlandse geheime dienst
    haar top geheimagent Theo van Gogh heeft vermoord
    © Nederlandse vertaling: Uitgeverij Willehalm Instituut
    ISBN/EAN: 978-90-73932-23-4

Leave a Reply to Lancelot Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *