Skip to content

Grijs gebied: identiteitsvorming onder Nederlandse meisjes met een islamitische vader

Culturele verdeeldheid, via creative commons

Door Christel de Bruijn    Je bent 16 jaar en al je vriendinnetjes willen op zaterdagavond de stad in om te dansen en te drinken. Na je eindexamen verhuist iedereen naar een studentenstad om daar op zichzelf te gaan wonen. Ze worden verliefd en gaan trouwen. Maar niet voor ieder meisje is dit van-zelfsprekend. Ook niet als je geboren en getogen bent in Nederland.

Een voorbeeld daarvan is Rasha. Haar Egyptische vader heeft bepaalde verwachtingen van haar. Hij is moslim en vindt dat Rasha een moslima is, en zich daarnaar moet gedragen. Zo mag ze niet trouwen met een man die geen moslim is, en mag ze met haar 24 jaar niet op zichzelf wonen. Dit ervaart zij vaak als iets lastigs omdat al haar vriendinnen met twee Nederlandse ouders deze problemen niet hebben. ‘Ik voel me niet 100% Nederlands en echt niet als 100% Egyptenaar. Ook niet 50/50. Het is een soort van grijs gebied’, vertelde Rasha me.

Door Rasha ben ik op het idee gekomen om voor mijn bachelor scriptie meer meisjes te zoeken die zijn opgegroeid met een Nederlandse moeder en een vader die islamitisch is opgevoed, en te onderzoeken hoe zij hun identiteit hebben gevormd. Is het, zoals Rasha het noemt, ‘een grijs gebied’?

Volgens de antropoloog Thomas Eriksen ontwikkel je je identiteit aan de hand van de bindingen die je aangaat met anderen. Daarom heb ik eerst de relatie die de meisjes met hun ouders hebben onderzocht. De relatie tussen vader en dochter verschilt erg van de moeder-dochter relatie. Vooral tijdens de puberteit is dit duidelijk zichtbaar. Omdat uitgaan, alcohol drinken en omgang met jongens door de vaders worden verboden, gaan de meisjes dit stiekem doen. De moeders keuren zulk gedrag niet af, maar gaan ook niet tegen hun echtgenoten in. Tegelijkertijd vertellen zij hun dochters wel hoe zij erover denken, waardoor er een vriendschapsband tussen moeder en dochter ontstaat. Dit werkt soms verwarrend voor de meisjes, omdat hun ouders niet één lijn trekken in hun opvoeding.

De meisjes voelen weinig verwantschap met hun vaders etnische –en religieuze achtergrond, omdat zij tijdens hun opvoeding niet genoeg over de Islam hebben geleerd. Bovendien spreken zij de moedertaal van hun vader niet. Het feit dat hun moeders zich niet tot de Islam bekeerd hebben, speelt hierbij ook een grote rol. Doordat de moeders de meisjes vrijer laten en meer toestaan dan de vaders, trekken zij meer naar hun moeder toe en zullen zij zich eerder met haar achtergrond identificeren.

Wat je dus ziet, is dat de meisjes vanuit hun opvoeding worden beïnvloed door de culturele achtergrond van zowel hun vader als hun moeder. Sterker nog, het zijn de verschillen in hun culturele achtergrond die ervoor zorgen dat er een ‘typische’ familiedynamiek ontstaat waarlangs zij hun identiteit vormgeven. Er zijn echter meer aspecten die identiteitsontwikkeling kunnen beïnvloeden.

Gebaseerd op mijn literatuuronderzoek, had ik verwacht dat de culturele achtergrond van de vriendengroep van de meisjes een grote invloed zou hebben op hun identiteitsontwikkeling. Zo stellen Reis & Youniss dat een hoge betrokkenheid met vrienden bijdraagt aan de identiteitsontwikkeling; en geven Phinney e.a. aan dat de tijd die een adolescent doorbrengt met vrienden met dezelfde etnische achtergrond, de verbondenheid met die achtergrond zou versterken. Ik kan niet minder zeggen dan dat mijn onderzoek dat heeft bevestigd.

De meisjes gaven namelijk allemaal aan dat ze vanaf hun tijd op de basisschool alleen maar vriendinnetjes met Nederlandse ouders hebben gehad en dat dit van grote invloed is geweest op hun identiteitsontwikkeling. Zoals verwacht hebben deze vriendschappen hun affiniteit met de Nederlandse identiteit vergroot en voelen ze weinig verbondenheid met de culturele achtergrond van hun vader. Ze gaven zelfs aan dat ze zich waarschijnlijk meer verbonden zouden voelen met de Islam als ze islamitische vrienden hadden gehad.

Naast de vriendengroep hebben de meisjes hun identiteit ook ontwikkeld aan de hand van een bredere context. Door hun uiterlijk wordt vaak verondersteld dat sommige meisjes niet van Nederlandse afkomst zijn. Hierdoor wordt het gevoel dat ze anders zijn bij hen versterkt; er is sprake van categorisering. Toch geven de meeste meisjes aan dat ze zich echt Nederlands voelen – behalve op momenten dat er negatief over de Islam of over moslims wordt gesproken. Dit zijn momenten dat ze het gevoel hebben dat ze het geloof moeten verdedigen, want voor hen voelt het alsof ze hun vader moeten verdedigen.

Alle meisjes vertelden trots te zijn op hun vaders en vinden het fijn dat ze zijn opgevoed door ouders met een verschillende culturele achtergrond. Rasha: ‘Het is het denk ik vooral dat ik meer kennis heb van een andere cultuur. Dat maakt je alleen maar rijker. Het maakt dat je anderen beter begrijpt’. Met andere woorden, hun culturele achtergrond is net zozeer onontkoombaar en (soms) moeizaam als waardevol en onmisbaar.

Christel de Bruijn studeerde de bachelor Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie aan de VU.

One Comment

  1. Fred van Houten Fred van Houten

    Op een mooie Pinksterdag
    Als ‘t even kon
    Liep ik met m’n dochter aan het handje in het parrekie te kuieren in de
    zon
    Gingen madeliefjes plukken, eendjes voeren, eindeloos
    Kijk nou toch je jurk wordt nat, je handjes vuil en papa boos

    Vader was een mooie held, vader was de baas
    Vader was een duidelijke mengeling van onze lieve Heer en Sinterklaas
    Ben je bang voor ‘t hondje, hondje bijt niet
    Papa zegt dat hij niet bijt
    Op een mooie Pinksterdag, met de kleine meid

    Als het kindje groter wordt, roossie in de knop
    Zou je tegen alle grote jongens willen zeggen “handen thuis en lazer op”
    Heb u dat nou ook meneer, jawel meneer
    Precies als iedereen
    Op een mooie Pinksterdag
    Laat ze je alleen

    Morgen kan ze zwanger zijn
    ‘k Kan ook nog vandaag
    ‘t Kan van de behanger zijn of van een Franse zanger zijn
    Of iemand uit Den Haag
    Vader kan gaan smeken en gaan preken tot hij purper ziet
    Vader zegt “pas op m’n kind, dat hondje bijt”
    Ze luistert niet

    Vader is een hypocriet
    Vader is een nul
    Vader is er enkel en alleen maar voor de centen en de rest is flauwekul
    Ik wou dat ik nog 1 keer met mijn dochter aan het handje lopen kon
    Op een mooie Pinksterdag samen in de zon
    Op een mooie Pinksterdag samen in de zon
    Samen in de zon

    Zo gaat dat met vaders! Van alle tijden..

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *