Door
Zie de foto’s. Dit is wat er (al tientallen jaren geleden) gebeurd is: bovenaan de klif loopt een weg. Een automobilist, naar ik hoorde beschonken, kukelde over de rand. De bergwand is door erosie aangetast en bestaat uit een reeks vertikale, taps toelopende kloven of bergspleten. De auto is daar vertikaal, neus naar beneden, in beland. Bijna dwangmatig stel ik me de ervaring van de bestuurder voor: tsjak, daar zakte hij weer schoksgewijs een stuk naar beneden. En tsjak, nog een stuk. En nóg eens. En het wordt steeds nauwer. De klem wordt steeds strakker aangedraaid. Ik stel me voor dat de chauffeur de auto in z’n achteruit zette, en probeerde of….. maar neen – tsjak.
De scene is te zien in La Paz, Bolivia. Die stad ligt in een enorme kuil. Die bergwand is de buitenrand van de stad. De weg aan de bovenrand biedt ongetwijfeld een adembenemend uitzicht over de stad. Misschien wilde de chauffeur nóg beter kijken.
De gebeurtenis vond tientallen jaren geleden plaats, en vanaf boven is de auto niet te zien. Vanaf beneden eigenlijk ook niet; deze bergspleet zit net achter een klein uitsteeksel. De gebeurtenis was allang vergeten. Maar recentelijk maakte La Paz kennis met een noviteit: er zijn drie nieuwe kabelbanen aangelegd, en twee daarvan overbruggen het traject van de benedenstad tot de bovenrand. En één van die kabelbanen glijdt net langs deze plek. Een vergeten ongeluk herleefde in de herinnering of verbeeldingskracht van de Paceños, de inwoners van de stad. Er wordt veel gewezen vanuit de gondels, en veel gespeculeerd over toedracht en afloop.
Ik vond een en ander intrigerend. En maak er een metafoor van. Stel je voor dat je denken in zo’n trechter zit. Je wéét (denk je) van oorzaak en gevolg. Van probleem en veroorzaker. Van misdaad en dader. Dus: hup, naar een oplossing! Een maatregel. Een aanpak. Hert liefst kordaat, en zonder al te veel zorg over de zorgen van anderen, over het verhaal dat de achtergrond vormt, over de geschiedenis van het probleem. De urgente oplossingen (weet men zeker!) liggen gereed, precies in het diepste puntje van die kloof. Onderaan die spleet ligt eureka! Ernaartoe!
Naar verluid liet Frank Zappa zich ooit eens ontvallen dat het brein net een parachute is: het werkt alleen als het opent. Zo’n parachute-vorm, overweeg ik daarbij, is een effectieve bescherming tegen het wegzakken in die spleet. Eerst dus misschien maar eens achteruit denken, wég uit de klem. Daar wordt het uitzicht ruimer en is er meer licht. Natuurlijk is het nadeel dat dat vertragend werkt. De instant-oplossing lijkt nabij, en dan ga je notabene de andere kant op bewegen! De kant van de achtergronden, verhalen, contexten, tijd om te spreken en te luisteren. Maar misschien is wat daaruit komt wel duurzamer, heeft het meer draagvlak en herkenningsmogelijkheden voor betrokkenen. Ook dié betrokkenen die werden of worden gezien als de oorzaak van het probleem. Hen erbij betrekken is niet meegaand of gedwee of toegeeflijk; het is de noodzakelijke basis voor iets (eventueel iets ongemakkelijks) dat efficiënt, bestendig en degelijk is.
“Daar hebben we in deze voortdurend spoedeisende kwesties geen tijd voor”, zal het verweer tegen mijn standpunt luiden.Ik roep tegen die aanklacht twee getuigen á decharge op: als eerste het recent uitgekomen boek van sociologie-collega’s Geert de Vries en Joost Beuving Doing Qualitative Research- The Craft of Naturalistic Inquiry (Amsterdam University Press 2014). Daarin staat onder meer te lezen: “Because of globalizing migration, more and more people from different cultural backgrounds and walks of life live together. Initially applauded by cosmopolitan elites as denoting the success of the ‘multicultural’ society (Friedman, 2002), its more grim consequences are nowadays a popular topic for public conversation. The experience of cultural difference underpins this: living in close proximity with others whose customs and cultural practices are experienced as foreign, sometimes as alien. Through their ability to understand various life worlds ‘from the inside’, students trained in naturalistic inquiry may develop a special competence in making understandable cultural difference, a major step towards mitigating social tensions resulting from that. This book subscribes to the viewpoint that universities must foster public social science. Armed with the apparatus of naturalistic inquiry, social scientists can understand the life world of both those who are experienced as ‘different’ and those who feel threatened by them (Burawoy, 2005). They can offer the empirical antidote that is much needed to steer the overheated public debate around ‘multiculturalism’ and ‘the other’ into calmer waters.”
En dan is er, als tweede, de onvolprezen roman van Sten Nadolny: Die Entdeckung der Langsamkeit (niet schrikken: er kwam ook een Nederlandse vertaling uit maar die heb ik niet bij de hand). Over zeekapitein John Franklin: “wenn einer überlegte, was er sagte, dann Franklin…. Er hatte den Mut, immer so lange dumm auszusehen, bis er klug war” (157).
Twee Paceños, onafhankelijk van elkaar, bezwoeren me dat, vele jaren geleden, de chauffeur er levend uit was getakeld. Ik wens dat te geloven. En ook dat-ie sindsdien nauwe ruimtes en benauwd denken afwees.