Skip to content

Antropologie van de claxon

Door Ton Salman Misschien een beetje obligaat: de antropoloog over het verkeer in my village. Maar ik bevind me in uitgelezen gezelschap: collega Freek Colombijn schreef er ook (en meesterlijk!) over, en gerenommeerd politicoloog Guillermo O’Donnell wijdt in zijn grondige studie over karakteristieken van democratieën in Latijns Amerika meerdere pagina’s aan de truc hoe je, in de auto rijdend, vanuit de zijstraat komend je je een plaatsje verovert in de stroom op de hoofdweg (zie zijn boek Counterpoints – Selected Essays on Authoritarianism and Democratization, University of Notre Dame Press, 1999, met name hoofdstuk 5 dat luistert naar de welluidende titel And why should I give a shit). Blijkbaar zijn zulke banale wetenswaardigheden over verkeersgedrag relevant voor de analyse van maatschappijen en politieke systemen. Bovendien, zo wil ik betogen, zijn verkeersmores een Fundgrube voor elke etnograaf.

In La Paz, Bolivia, is het verkeer minder dan in Nederland gereguleerd door verkeersborden en geschreven aanwijzingen, stoplichten, of de wegbelijning. Al deze zaken zijn er wel, maar zij zijn schaars, versleten of onzichtbaar, en, belangrijker, bovendien ingebed in een breder en rijker palet van ‘intentieverklaringen’, betekenissen en bovenal signalen uitgezonden door de verkeersdeelnemers. Pas dit veellagige geheel van gebaren en tekens maakt verkeersdeelname mogelijk en maakt dat het verkeer überhaupt functioneert. Het maakt ook dat de taxichauffeur enigszins verwonderd kijkt als ik blijmoedig vraag: “maar wat is nou de regel in zo’n situatie?”

Het blijkt een benepen standpunt te veronderstellen dat officiële regels nodig zijn om te bereiken dat het verkeer inderdaad functioneert – al is het dan op een andere wijze. Integraal onderdeel van dat functioneren in La Paz zijn de geblokkeerde kruispunten, de kapotte richtingaanwijzers en remlichten van de voertuigen, de manoeuvres om rijdend op de rechterrijbaan linksaf te slaan, het recht om op willekeurig welke plaats en tijd te stoppen om passagiers te laten in- of uitstappen, het recht van voetgangers om met ware doodsverachting over te steken, en het frequente en tegelijkertijd subtiele gebruik van de claxon. Al die dingen zijn functioneel. En een bijzondere plaats is daarbij ingeruimd voor de claxon. Het vooroordeel dat complexe betekenisoverdracht slechts via sophisticated communicatiesystemen als taal of muziek kan worden gerealiseerd, wordt in La Paz geloochenstraft. De claxon is een uiterst veelzijdig en nauwluisterend communicatiemiddel. Laat me dat uitleggen.

Het openbaar vervoer in La Paz kent trufis, (taxis de ruta fija, taxi’s met vaste route); de deel-taxis (waarin je zit met andere reizigers die min of meer dezefde kant opgaan, de mate waarin de gecombineerde rit uiteindelijk rendeert ter beoordeling van de chauffeur); de radio-taxis, die je kunt bellen maar ook op straat aanhouden, dit zijn taxis die geen andere passagiers meenemen; de zeer oude bussen, Fords en Chevrolets uit de jaren zestig en zeventig uit de USA; en, dominant, de minibusjes, met uit de schuifdeur hangend een vocero, een jongen of meisje die de route, bestemming en ritprijs luidkeels kenbaar maakt. Al deze voertuigen voeren gezamelijk een wat lawaaiige, roetuitstotende maar evenzogoed elegante dans uit. De claxon is naast gaspedaal, rem en stuur een cruciaal bedieningsinstrument voor de uitvoering van de complexe danspassen.

De claxon kan worden gebruikt om de potentiële passagier, die zich op het trottoir heeft opgesteld en de bordjes waarop, ten overvloede, nog eens routes en lijnnummers worden vermeld bestudeert, te attenderen op de nadering van het voertuig, en te bewegen de arm te heffen indien hij of zij meewil, of om de voetganger te waarschuwen het oversteken, op dit moment, na te laten. De claxon wordt ook gebruikt om het minibusje dat stilstaat net vóór het eigen voertuig om passagiers op te nemen, te manen tot spoed – al is het maar omdat dat busje het effect van het groene stoplicht tenietdoet.

Daarnaast dient de claxon om collega’s van hetzelfde busbedrijfje te groeten, om afkeurenswaardige manoeuvres van mede-chauffeurs te veroordelen, om de voorganger die voor het rode stoplicht staat te stimuleren de oversteek toch maar te wagen omdat er toch niemand aankomt, om te waarschuwen dat de chauffeur van rijbaan gaat wisselen ook al moet de schuin-achterop-komende chauffeur daarvoor vol op de remmen, om de kribbig toekijkende politieofficier te vragen om die rare schuiver door de vingers te zien, en tenslotte, als tijdverdrijf tijdens het lange wachten gedurende de eindeloze opstoppingen in de smalle straatjes of op de doorgaande wegen.

De claim is dat al dit claxongebruik méér is dan een geluids-heksenketel. Het is een subtiel communicatiemechanisme, dat erop gebaseerd is dat al deze claxon-functies ook verschillend klinken. De chauffeurs in La Paz hebben ultieme controle over hoé, hoelang en hoe luid ze hun claxons laten klinken, en schrijven verkeershandleidingen en zelfs straatromans terwijl ze de grote knop op hun stuur beroeren. Daarom is het oordeel dat het gewoon teringherrie is, etnocentrisch en grofbesnaard.

Ton Salman is universitair hoofddocent bij de afdeling Sociale en Culturele Antropologie (VU).  Hij houdt zich onder andere bezig met sociale bewegingen en burgerschap. Zijn regionale specialisatie is Latijns Amerika. Op Standplaats Wereld schreef  hij onder meer over burgerrechten en gemeenschapsrechten en de impact van de financiële crisis (in het Engels) in Bolivia.

2 Comments

  1. Beste Ton, mooi stukje! Ik kijk uit naar een verdere theoretische uitwerking van dit “subtiel communicatiemechanisme”, al dan niet in structuralistische geest… 🙂

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *