Skip to content

Antropologisch Kieskompas: democratie, de teleurstellende zegen

In onze nieuwe serie ‘het Antropologisch Kieskompas’ laten antropologen hun licht schijnen over belangrijke thema’s in de aankomende Tweede Kamerverkiezingen, zoals integratie, ontwikkelingssamen-werking, milieu en onderwijs. Ze proberen hierbij verder te kijken dan de kortstondige actualiteit en kritisch te reflecteren op hoe er in de politiek over deze thema’s gedacht en gesproken wordt. In de eerste aflevering vraagt Ton Salman zich af wat ‘democratie’ en ‘verkiezingen’ eigenlijk betekenen en plaatst hij vraagtekens bij de notie van ‘representativiteit’.

Door Ton Salman Democratie, als we de immense bibliotheek erover even kort samenvatten, houdt in dat, meestal langs de weg van periodieke verkiezingen waarbij verschillende politieke partijen met elkaar wedijveren, het volk –indirect– regeert; dat er bevolkings-representatie is in een gekozen lichaam; en dat het stemmen zelf geheim, vrij en transparant is. Volgens veel hardcovers op de planken van politicologen en rechtswetenschappers hoort er verder ook nog bij dat een zeker pakket rechten en vrijheden voor iedereen gegarandeerd is, en dat er een rechtsstaat heerst waarin de drie machten (wetgevend, uitvoerend, juridisch) onafhankelijk van elkaar zijn. Dát is democratie! Toch?

Forget it. Er is, om te beginnen, een stevig verschil tussen de (grond)wettelijke en academische definities enerzijds, en de interpretaties, percepties en praktijken van ‘het volk’ anderzijds. Daarbij wordt bovendien over wie dat volk is, stevig gebakkeleid. En er zijn, over klassen, landen, etnische groepen, religies en wat dies meer zij, zeer uiteenlopende opvattingen over wat democratie zou moéten zijn. Democratie is geen stelsel, het is een twistappel en een aanhoudend leerproces. En het debat erover is een oorverdovende heksenketel. Dat moét het ook zijn: geschillen over wat democratie behoort te zijn, los je democratisch op. En een beetje soesa hoort daar op z’n tijd bij.

Voorbeelden van heel verschillende mogelijke antwoorden op de vraag wat democratie is of zou moeten wezen, zijn:

  • democratie is het pas als er respect voor God’s richtlijnen wordt betoond (SGP, het Vaticaan)
  • democratie betekent dat ik bij ‘mijn vertegenwoordiger’ kan binnenwandelen en mijn wens op tafel kan leggen (kiezer binnen cliëntelistische systemen, bijvoorbeeld in Latijns Amerika)
  • democratie zou meer banen/hogere lonen moeten opleveren, anders héb je er niks aan (de armen)
  • democratie betekent dat rond de verkiezingen er gratis t-shirts, petjes en zakken rijst te verkrijgen zijn (diezelfde armen)
  • democratie is de wil van het volk. Elke morgen lees ik stomverbaasd in de krant wat ik nou weer wil (Wim Kan)
  • democracy is not a critical variable (Kishore Mahbubani, protegée van Lee Kwan Yew, ex-premier van Singapore, verdediger van ‘Asian Values’)
  • democratie zou het probleem van de Roma/de Sami/de Basken/de Kopten/de Moslims moeten aanpakken (de xenofoben)
  • democratie betekent dat ik niet geslagen of vermoord zou mogen worden (allen die zuchten onder repressie of geweld)
  • democratie is dat er iemand voor zorgt dat ik te eten en te drinken heb (vluchtelingen in kampen)
  • democratie is georganiseerd wantrouwen (Jan Blokker)
  • democratie is een bourgeois-truc om de werkende klasse eronder te houden (allen ‘die de geschiedenis begrepen hebben’)
  • democratie toont aan dat verschillende groepen mensen verschillende competenties tot het vormen van een politieke opinie hebben (Pierre Bourdieu)
  • “Als verkiezingen werkelijk iets zouden kunnen veranderen, waren ze allang verboden geweest” (graffiti in Bolivia).

Als we daarbij overwegen dat niet de feiten (de wet, de definitie, de procedure), maar wat mensen van die feiten maken, doorslaggevend zijn voor het handelen, komen verkiezingen in een beetje ander daglicht te staan. Zou men in Nederland in juni straks een keuze maken op basis van een nuchtere, rationele afweging over de verwantschap tussen iemands eigen opinies en (politieke) afwegingen, en de concurrerende partijprogramma’s?

Het valt te betwijfelen. Voor veel mensen is democratie toch vooral de kunst om ‘lieve hond’ te zeggen tot je een steen hebt gevonden (Catlin). Of is het uitbrengen van een stem iets tussen een zinloos ritueel (en dus thuisblijven) en persoonlijke frustraties vereffenen in. Of is het een impuls-keuze. Of een reactie op (illusoire?) angsten over identiteit, andersheid en fantasiebeelden over ‘onder ons’ kunnen verkeren. Voor de meesten onder ons is vrijheid toch vooral de vrijheid om de gewoonten te kiezen die je aan banden zullen leggen. Bovendien bedoelt iemand die ‘leve de vrijheid’ roept meestal toch vooral de eigen vrijheid.

We zullen in juni opnieuw teleurgesteld zijn over het resultaat. Ons afvragen waarom ónze partij het niet beter deed, en waarom die ándere leugenachtige, of ‘asociale’, of kleurloze, of té idealistische of juist behoudende partij meer succes had. Ons misschien verheugen op de mogelijkheid of onmogelijkheid van een zus of zo coalitie. En ons wellicht ook zorgen maken over bedenkelijke uitslagen en verontrustende aanhang voor abjecte denkbeelden.

Maar een analyse over de ‘irrationaliteit’, of een veroordeling van het electoraat zal niet helpen. Het is juist aan antropologen om datgene wat irrationeel, xenofobisch of anderszins verwerpelijk lijkt, te begrijpen. Het ‘kiezersvolk’ is niet dom. Het punt is alleen dat het niet meevalt hun eigenaardige intelligentie te snappen.

Lamenteren over de uitslag helpt niet. Wat wél helpt, zijn drie dingen: ten eerste de wetenschap dat de Nederlandse grondwet en rechtsstaat veel bezopen voorstellen van domme partijen zullen blokkeren, ten tweede de ervaring dat brulboei-partijen meestal niet zo’n lang leven beschoren zijn, en ten derde het inzicht dat democratie nu eenmaal betekent dat we moeten leren leven met het gegeven dat we gelijk hebben maar het van de anderen niet krijgen.

Ton Salman is universitair hoofddocent bij de afdeling Sociale en Culturele Antropologie (VU).  Hij houdt zich onder andere bezig met sociale bewegingen en burgerschap. Zijn regionale specialisatie is Latijns Amerika. Op Standplaats Wereld schreef  hij onder meer over burgerrechten en gemeenschapsrechten, het hoofddoekdebat in Bolivia en de impact van de financiële crisis (in het Engels) in Bolivia.

5 Comments

  1. Geert de Vries Geert de Vries

    Zoals E.M. Forster schreef: “Two cheers for democracy” (en dus niet drie). Je gaat toch wel stemmen hè Ton? Cheers, cheers, Geert.

  2. Viktor Viktor

    Feit is natuurlijk dat het economisch programma van de PDVA volgens het CBS velen malen slechter is voor de economie en banenmarkt dan dat van de VVD. Gezien het huidige success van de VVD denk ik dat velen mensen in Nederland deze feiten belangrijker vinden dan ooit.

    Tevens denk ik dat de stembereidheid onder de mensen met abjecte denkbeelden niet erg hoog is; criminelen, tasjes dieven, mensen die andere mensen in elkaar slaan etc.

    Gelukkig zijn er ook partijen die de feitelijke statistiche overrepresentatie van bepaalde bevolkings onder deze groepen onderkennen en hier iets aan willen doen.

  3. […] This is part of the series ‘Antropologisch kieskompas’, around the Dutch elections taking place today. Earlier contributions of Antropologisch Kieskompas were in Dutch, about the secret love between economists, looking around for ways to explain the economic crisis and the other social sciences,  issues of integration, education, and democracy. […]

Leave a Reply to Viktor Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *