We
Door Charlotte Dijkhoff Op dinsdag 10 januari 2017 begon mijn reis naar Polen. De voornaamste reden om naar dit land te gaan was om Auschwitz te bezoeken. Auschwitz is de grootste verzameling van concentratie- en vernietigingskampen die tijdens de Tweede Wereldoorlog door nazi-Duitsland waren opgezet. Het was een indrukwekkende reis die ik nooit zou vergeten. Een ervaring die een mens niet in de koude kleren gaat zitten. Nog geen tachtig jaar geleden zijn hier miljoenen mensen, merendeels Joden, politieke gevangenen en personen die tot andere etnische minderheden behoorden, om het leven gebracht. Zij stierven door uitputting, overwerk, honger, lijfstraffen, medische experimenten, ziektes of door willekeurige executie.
O?wi?cim was voor de Tweede Wereldoorlog een rustig en onbekend stadje in het zuiden van Polen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Poolse naam O?wi?cim al snel veranderd in de Duitse variant Auschwitz en groeide het stadje uit tot de thuisbasis voor het grootste nazi-vernietingskamp. De naam Auschwitz staat symbool voor de horror en verschikkingen van de Tweede Wereldoorlog.
Wie mij kent weet dat ik veel van reizen houd. Reizen geeft me de gelegenheid mijn horizon te verbreden. Naast een zon-, zee- en strandvakantie ben ik geïnteresseerd in culturen en geschiedenis. Ook Auschwitz stond op mijn bucketlist. Deze nare plek die bekend staat als een van de gruwelijkste plekken op aarde past niet bij een fijn vakantiegevoel, maar mag absoluut niet vergeten worden. Na vele indrukwekkende documentaires te hebben gezien over de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust, begon mijn interesse te groeien. Deze wrede gebeurtenis ligt zo ver van mijn bed dat ik mezelf afvroeg hoe het mogelijk is dat mensen zo met elkaar kunnen omgaan, zonder compassie en solidariteit. Ik begreep het niet en tot de dag van vandaag nog steeds niet. Al wist ik dat er een hele proces van indoctrinatie en manipulatie aan vooraf ging, het blijft voor mij moeilijk te bevatten dat dit ooit heeft kunnen gebeuren. Daarom wilde ik het met mijn eigen ogen zien. Het is voor mij een bewustwording van waar nationalisme, racisme en discriminatie toe kunnen leiden. Een bezoek aan Auschwitz kan voor iedereen een soortgelijke les zijn en ervoor zorgen dat we dit nooit vergeten. Zoals George Santayana het heeft gezegd: “Those who cannot remember the past are condemned to repeat it”.
De tour door Auschwitz was heel confronterend en indrukwekkend. Je ziet het leven door de ogen van de gevangenen en op dat moment komt de waarheid erg dichtbij en besef je dat dit echt gebeurd is. Wandelen onder het motto “Arbeit macht Frei” bezorgde me kippenvel. Je weet wat hier plaatsvond, maar als je ervoor staat, kan je het je alsnog niet voostellen. Het is buitengewoon bizar en verschrikkelijk, ik kan het niet anders beschrijven. Je krijgt te zien waar families van elkaar gescheiden werden, waar de gevangenen moesten slapen, geëxecuteerd werden en waar velen uiteindelijk gestorven zijn in de gaskamers. De gids vertelde verhalen over deze bizarre realiteit. Het overgrote deel van de gevangenen zaten dagenlang zonder eten en drinken in een treinwagon onderweg naar hun eindbestemming. Ongeveer 70 personen werden gepropt in een treinwagon en bij aankomst was een grote deel daarvan al gestorven. Voor de aankomst zaten de overlevenden al dagen tussen de uitwerpselen en lijken van medegevangenen.
Na de rondleiding was ik sprakeloos en vroeg mezelf in stilte af: Waarom? Waarom konden mensen dit andere mensen aandoen? Wat zou ik gedaan hebben? Ik besefte dat ik heel dankbaar moet zijn voor mijn huidige situatie, de vrijheid die ik heb en de luxe omstandigheden waarin ik leef. Dit is namelijk niet vanzelfsprekend. Normaal gesproken krijg ik geen genoeg van de verhalen van gidsen, maar op dat moment kon ik alleen maar blij zijn dat ze ophield met praten en niemand meer wat vroeg. Het blijft moeilijk voor te stellen door welke hel miljoenen mensen in Auschwitz moeten zijn gegaan. Het is nog moeilijker om voor te stellen dat dit soort gebeurtenissen nog steeds actueel zijn. Anno 2017 zijn er nog steeds mensen op de vlucht, worden steden uitgeroeid en worden volken op de meest gruwelijke wijze om het leven gebracht.
Tot slot wil ik afsluiten met een klein verhaal van Arie de Froe, een dappere Nederlandse wetenschapper die in de Tweede Wereldoorlog het leven van honderden Joden heeft gered. De Froe promoveerde op de omvang van menselijke schedel [een vóór 1945 nog niet omstreden onderwerp van onderzoek – red.]. Toen nazi-Duitsland tijdens de bezettingsjaren de Joden vervolgde, klopten velen bij hem aan om zich te laten ‘ontjoden’. Als een Jood kon aantonen dat een van zijn ouders een niet-Jood was, kon hij vrijgesteld worden van deportaties. De Froe hielp hen uitgerekend door gebruik te maken van de Duitse rassenleer. Dit was natuurlijk niet zonder gevaar. Ik kijk enorm op naar dit soort dappere mensen. Vooral als toekomstige antropoloog vind ik het heel bijzonder dat er ook wetenschappers zijn geweest die hun leven riskeerden om levens van andere te redden. Kortom, ook academische onderzoekers kunnen een verschil maken.
Charlotte Dijkhoff is bachelor student Sociale en Culturele Antropologie