Door
De organisatie in Singapore, Oikos Fellowship, heeft projecten opgezet om vrouwen die als prostituee werken uit de prostitutie te begeleiden. Daarnaast hebben ze voedsel distributie programma’s en een opvanghuis voor vrouwen die uit de prostitutie willen stappen. Ik zou daar meewerken met de programma’s van Oikos Fellowship en een onderzoek doen. Het klonk allemaal erg interessant. Hoewel ik niet echt wist wat mij te wachten stond, besloot ik naar Singapore te gaan.
De eerste avonden op straat raakten mij heel diep. Ik was geschrokken van de hoeveelheid jonge vrouwen die als prostituee op straat en in de bordelen werkt. Het feit dat meiden van mijn leeftijd of jonger dag en nacht op straat moeten staan en hun lichaam moeten verkopen om zo hun families en gezinnen te kunnen onderhouden, was voor mij niet te bevatten. Ik wist dan ook niet waar ik beginnen moest met mijn onderzoek. Daarom koos ik ervoor om me tijdens het onderzoek vooral op de Indonesische vrouwen te richten. Het red–light district is namelijk sterk verdeeld over verschillende nationaliteiten en de Indonesische vrouwen worden gezien als laagste in (prijs)klasse. De hoofdvraag van mijn onderzoek werd met welke verwachtingen deze vrouwen naar Singapore waren gekomen en wat voor hen de realiteit bleek te zijn. Deze vraag heb ik door middel van participerende observatie en interviews proberen te beantwoorden. Daarnaast heb ik literatuur bestudeerd om het onderzoek in een theoretisch kader te plaatsen.
In het begin was het heel lastig om met de vrouwen in contact te komen, omdat de pooiers dit niet toelieten en de vrouwen ook erg gesloten naar mij toe waren. Na ongeveer twee maanden kwam er meer openheid en stonden de pooiers toe dat ik iets langer met de vrouwen sprak. Tijdens de tweede maand van mijn verblijf hebben we een meisje opgevangen dat van de straat kwam, en door haar heb ik veel inzichten gekregen in de werking van het hele systeem. Ik ben met haar mee gegaan naar haar geboortedorp in Indonesië en ben een tijdje bij haar familie gebleven. Naast deze trip naar het binnenland van Indonesië ben ik ook naar Batam en Jakarta geweest voor het onderzoek. Veel vrouwen die gerekruteerd zijn, worden eerst naar Batam gebracht om vanaf daar een boot naar Singapore te nemen. Hier heb ik vooral met mannen gesproken die een schakel zijn of inzicht hebben in dit proces. In Jakarta heb ik enige tijd bij een ex-prostituee in huis gelogeerd. Zij zet zich nu in om vrouwen in Singapore uit de prostitutie te helpen.
Deze korte trips naar Indonesië hebben mij geholpen om meer te kijken vanuit het perspectief van de vrouwen zelf. Doordat ik meer bekend raakte met de achtergrond van deze vrouwen en omdat ik bijna dagelijks de straat opging, raakten de vrouwen en de pooiers meer vertrouwd met mij. Dit uitte zich in lange gesprekken op straat en zeer intensief contact met de vrouwen via de telefoon. De laatste maanden van mijn verblijf kwamen er steeds meer vrouwen bij onze organisatie. Ze bleven een paar nachten of een dag bij ons, voordat we ze terug stuurden naar hun familie in Indonesië of naar een organisatie die hen verder kon helpen.
Tijdens mijn verblijf in Singapore heb ik leren kijken vanuit het perspectief van de vrouwen en hiervoor moest ik soms mijn eigen gedachten aan de kant zetten. In het begin vond ik dit heel erg lastig, omdat de situatie van de vrouwen echt schrijnend was. Maar om te begrijpen met welke verwachtingen ze naar Singapore waren gekomen was het belangrijk dat ik voldoende distantie hield. Daarnaast heb ik geleerd dat je geduld moet hebben, want ik was de eerste maanden heel gefrustreerd dat ik nauwelijks met de vrouwen kon praten. Mijn stagebegeleider vertelde me dat ik geduld moest hebben en dat je tijd nodig hebt om een band met je onderzoeksgroep te bouwen. In de laatste maand werd dit bevestigd en baalde ik dat ik naar huis moest. Al met al heb ik een geweldige tijd in Singapore gehad en heel veel geleerd. Antropologie is voor mij echt levend geworden door het onderzoek en ik denk dat ik deze ervaring niet uit boeken had kunnen halen!