Door Alfons van Marrewijk De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat vijfentwintig jaar na de hernieuwde wederzijdse interesse van antropologen en het bedrijfsleven dat de bedrijfsantropoloog, vooral in Amerika, stevig in opmars is in het bedrijfsleven. Bedrijfsantropologen werken voor grote multinationals als Xerox, Accenture, Ford Motor Company, General Motors, Hewlett Packard, Motorola, Nissan, Procter & Gamble, Intel, IBM, Microsoft, en J. Walter Thompson (Davenport, 2007). Dichter bij huis verkenden Cohen en Sarphatie (2007) de arbeidskansen van antropologen in organisaties en bedrijven en interviewden antropologen bij Philips, de Nederlandse Spoorwegen en kleine consultancy bureaus.
De werkvelden van bedrijfsantropologen met en binnen multinationals kunnen worden opgedeeld in vier velden (Tian, Lilles & van Marrewijk, 2010):
- Marketing en consumentengedrag
- Ontwerpen van nieuwe technologie
- Managen van project- en organisatiecultuur
- Internationale bedrijfsvoering
Baba (1986) maakt onderscheid tussen industriële antropologie (industrial anthropology) en bedrijfsantropologie (business anthropology). Onder industriële antropologie wordt het academisch antropologisch onderzoek verstaan dat is gericht op fundamentele kennisvergaring over het functioneren van bedrijven. Bedrijfsantropologie daarentegen is gericht op de toepassing van antropologische theorieën en methoden voor oplossingsgerichte activiteiten in private bedrijven. Jordan (2003) gaat wat minder strikt met de definitie van bedrijfsantropologie om en vat daaronder ook non-profit organisaties en overheidsorganisaties. In Nederland wordt de term organisatieantropologie gebruikt voor zowel praktijkgerichte bedrijfsantropologie als wel academisch industriële antropologie bij (non)profit– en netwerkorganisaties. Belangrijke wetenschappelijke bijdragen van bedrijfsantropologen zijn ontstaan tijdens consultancy en het oplossen van problemen in bedrijven (Baba, 1986).
(On)Zichtbaarheid van bedrijfsantropologen: Helaas heeft de toename van bedrijfsantropologen die werkzaam zijn in en voor bedrijven niet automatisch geresulteerd in een duidelijk herkenbare professionele beroepsgroep. Bedrijfsantropologen kunnen daarom niet lui achterover leunen en wachten tot werkgevers zich melden. De competenties van bedrijfsantropologen worden door bedrijven toch nog moeilijk herkend, en andersom kunnen antropologen moeizaam eigen kwaliteiten verkopen aan het bedrijfsleven (Cohen & Sarphatie, 2007). Antropologen hebben geleerd zich te vervreemden van de eigen samenleving zonder compleet opgenomen te worden in de door hen onderzochte samenleving. Dit geeft hen een bijzondere tussenpositie die voor het bedrijfsleven interessant kan zijn als ‘vertaler’ van lokale markten, klantgedrag en cultuur op de werkvloer. Maar juist veel antropologen kunnen deze tussenpositie maar moeilijk ten volle kunnen benutten.
Acquisitie capaciteiten nodig: Slechts een zeer kleine minderheid van de academisch opgeleide antropologen zal een academische carriere volgen (Jordan, 2003). Daarom moet de nieuwe generatie (bedrijfs)antropologen worden voorbereid op hun zoektocht naar banen in het bedrijfsleven (Tian, Lilles, & van Marrewijk, 2010). Vreemd genoeg zijn het de veelgeroemde antropologische competenties van inlevend vermogen, flexibiliteit, culturele sensitiviteit en kennisverwerving van lokale taal die bij de antropoloog ontbreken waar het gaat om sollicitaties en acquisities bij multinationals. Antropologen hebben moeite hun verworven competenties aan te laten sluiten bij wat het bedrijfsleven vraagt (Cohen & Sarphatie, 2007). Dat moet mijns inziens beter kunnen. Bij sollicitaties worden ze te vaak overvleugeld door bedrijfskundigen, organisatiepsychologen en economen die met meer flair de taal van het bedrijfsleven spreken. Ik zie het als een plicht van de universiteit om afgestudeerden inzichten te verschaffen over de verschillende werkvelden, en over het op de markt brengen van de opgedane kennis.
Geraadpleegde literatuur:
Baba, M. L. (1986), Business and Industrial Anthropology: An Overview, American Anthropological Association.
Cohen, M. and Sarphatie, E. (2007), Gezocht: Antropoloog m/v, Aksant, Amsterdam.
Davenport, T. (2007), The rise of corporate anthropology. Harvard Business Review.
Jordan, A. (2003), Business Anthropology, Waveland Publishers, Long Grove, Illinois.
Tian, Robert G., Lillis, Michale P., and Van Marrewijk, Alfons H. (2010). General Business Anthropology. Miami, FL: North American Business Press. 1-340.
Prof. Dr. Alfons van Marrewijk is bijzonder hoogleraar Bedrijfsantropologie aan de VU, in het bijzonder de antropologie van cultuurinterventies in complexe en publiek-private netwerken. Deze blog is een samenvatting van een eerdere publicatie; Van Marrewijk, A.H. (2012). Als bedrijsantropoloog aan het werk met en in multinationals. Instituut Culturele Antropologie (ICA), Leiden, zomer 2012. Pp. 4-9
Interessant om dit stuk te lezen en ook herkenbaar. Ik ben juist met een technische achtergrond van twee technische studies en een familiebedrijf aan de studierichting Cultuur, Organisatie, Management begonnen, met o.a. Tennekes, Willemier Westra, Koot en Sanders als voortrekkers in een nieuwe studierichting. Ik heb veel aan die combinatie gehad bij reorganisaties, waar ik bij de overheid bij betrokken was. Nu volg ik sinds januari de postac. leergang Organisatievraagstukken en Managementdilemma’s. Met vr. gr. Henk Uijttenhout Voorburg