Door
Ja, u leest het goed. Bolivia, dat land van de lama’s, de coca en de bolhoedjes, van de Aymara’s en dat huzarenstukje van de uitverkiezing van die linkse indiaanse president Evo Morales. Gelegen in Latijns Amerika, dat continent dat steeds moet worstelen om aandacht in de internationale media omdat het geen atoombom en geen internationaal terrorisme heeft. En ook geen hoofddoekjesdebat. Kwade tongen zouden kunnen beweren dat het motief precies dát was: een poging om opgemerkt te worden. Want hoofddoekjes, ja, dáár haal je de International Herald Tribune, de BBC-World en CNN mee. Als dat al het motief was, is het echter mislukt: het debat flakkerde even op, maar te kort om de aandacht van de internationale correspondenten te trekken. Het is alweer voorbij.
Wat wás er dan met hoofddoekjes in Bolivia? Dit: geïnspireerd door nogal bedenkelijke geopolitieke motieven hebben landen als Venezuela en Bolivia de laatste jaren de banden met
Iran aangehaald. Immers: de vijand van mijn vijand moet wel mijn vriend zijn. Die ‘vijand’ betreft de USA. Daarom kwam over de afgelopen jaren de Iraanse president Ahmadinejad maar liefst twee keer op bezoek in beide landen. En in het kader van haar goodwill-politiek schonk Iran Bolivia een ziekenhuis, in de arme stad El Alto. Dat ziekenhuis is onlangs geopend. Tijdens die opening, waarbij Ahmadinejad aanwezig was, droegen de –Boliviaanse!–vrouwelijke verpleegsters en artsen een hoofddoek. Die zouden de medewerksters binnen het ziekenhuis vanaf nu steeds moeten dragen.
De vlam sloeg onmiddellijk in de pan.De critici, niet zelden van oppositionele (en dat is in Bolivia: rechtse) huize, voerden verschillende dingen aan: dit zou een affront zijn jegens de ‘waardigheid’ en ‘trots’ van de Boliviaanse vrouwen, en een knieval voor een ‘vreemde’ religie en een vreemde mogendheid. Dit laatste punt werd dubbel ingepeperd omdat één van de centrale lemma’s van de huidige regering de ‘nationale soevereiniteit’ is – na, zo stelt deze regering, jarenlang gekoeioneerd en uitgebuit te zijn door buitenlandse krachten. De critici refereerden verder aan de spreekwoordelijke ‘terugval in de Middeleeuwen’, de islamitische misogynie, en de tegenstelling tussen Morales’ vrouwvriendelijke wetswijzigingen en deze ‘aberratie’. Kritieken, dit terzijde, die nogal vreemd klonken uit de monden van hen die noch van de Boliviaanse soevereiniteit, noch van de vrouwenemancipatie in het verleden veel werk hebben gemaakt.
Het verweer van regeringszijde –het moet gezegd– was niet sterk en niet coherent. Dat viel des te meer op omdat ‘authentieke culturele identiteit’ één van speerpunten van het huidige beleid is: de indiaanse eigenheid, eeuwenlang onderdrukt, staat in de spotlights. Enerzijds werd door ziekenhuisdirectrice Paola Antezana, werkgelegenheidminister Calixto Chipana, en gezondheidsminister Ramiro Tapia gesteld dat de informatie dat de hoofddoeken een vaste dracht zouden worden, onjuist was; het was slechts voor de éne dag, uit respect voor het hoge buitenlandse bezoek.
Maar andere regeringswoordvoerders gingen daar blijkbaar niet van uit en verdedigden de hoofddoek; zij meenden dat het dragen ervan in het ziekenhuis te maken had met hygiëne en respect voor de cultuur van Iran. Regeringsgezind kamerlid Gustavo Navarro ging verder en stelde dat het ziekenhuis eigenlijk een stukje Iran was en dat er dus andere regels golden. De mooiste reactie kwam van kamerlid Gustavo Torrico die verklaarde dat, in het hypothetische geval dat Bolivia een ziekenhuis zou schenken aan de USA, de medewerkers daar ook verplicht zouden worden een Boliviaanse lluch’us (een veelkleurige gebreide muts met oorkleppen) te dragen.
Op dit moment is onduidelijk óf, en hoe consequent, de hoofddoek in het ziekenhuis gedragen wordt. Uit dit curieuze verhaal kunnen we echter leren a) dat aparte culturele/politieke/religieuze ‘universa’ met eigen, onafhankelijke logica’s niet meer bestaan; b) dat inspanningen voor verschillende idealen door verschillende mensen op verschillende plekken en gericht op verschillende terreinen zoals het socio-economische, het religieuze, de mensenrechten en de culturele identiteit, bij hun onderlinge ontmoeting onverwachte en kleurrijke kakofonieën opleveren; c) dit alles de wereld voor antropologen weliswaar veel complexer maar ook verrassender en fascinerender maakt; en d) dat in veel ziekenhuizen in onze wereld het personeel hoofddoeken, verpleegsterkapjes, haarnetjes, kanten mutsjes of zelfs modieuze petten draagt. Of niet.
Ton Salman is universitair hoofddocent bij de afdeling Sociale en Culturele Antropologie (VU). Hij houdt zich onder andere bezig met sociale bewegingen en burgerschap. Zijn regionale specialisatie is Latijns Amerika. Op Standplaats Wereld schreef hij onder meer over burgerrechten en gemeenschapsrechten en de impact van de financiële crisis (in het Engels) in Bolivia.
I am just back from fieldwork and have some time to read everything. i became very curious because of the title and this is a very interesting development! very curious if it will have a second part.
[…] Op Standplaats Wereld schreef hij onder meer over burgerrechten en gemeenschapsrechten, het hoofddoekdebat in Bolivia en de impact van de financiële crisis (in het Engels) in […]
[…] onderwijs in Nederland en in Chili, over misdaad en het verband met het bovennatuurlijke, over de hoofddoekjesdiscussie, over de claxon, over goud, en over […]