Door
Jimmy, een Cambodjaanse vluchteling en nu een sociaal werker in Long Beach (CA) vertelt: “Mijn vrouw heeft onze dochter naar traditionele dansles gestuurd, en ze wilde niet. Ze schaamt zich. Ze wil helemaal Amerikaans zijn” In Boston, Londen en Parijs hebben we te maken met migranten uit landen die in de bestemmingsmaatschappijen al snel als ‘onderontwikkeld’ worden aangemerkt. Zeker jonge migranten hebben moeite om zich met dat vroegere vaderland te identificeren. In plaats van het voordeel van kennis van twee culturen te genieten lijken ze eerder geen enkele cultuur meer te hebben. De migratie leidde tot een verlies van thuis-gevoel in zowel de oorsprongs- als de bestemmingsmaatschappij. Evenzogoed koesteren sommigen de ‘mythe’ van een terugkeer, en enkelen geven daar ook gevolg aan.
Daniel, een Cambodjaans Amerikaanse psycholoog in Los Angeles, is zo iemand. Maar de terugkeer werd geen succes: “De meeste mensen thuis waren best aardig en vriendelijk. Maar anderen keken echt op je neer. Toen ik daar was voelde ik me pas echt een vluchteling of een immigrant” Net als Michael Adebowale ( de ‘Woolwich terrorist’) en Tamerlan Tsaernev (de ‘Boston bomber’) keren deze remigrerende Cambodjanen uiteindelijk gedesillusioneerd weer naar hun gastland terug. Ze bleken vreemdelingen in een land waar ze verwacht hadden met open armen verwelkomd te worden. Buitengesloten op een plek waar ze verwacht hadden te kunnen bijdragen.
“Tussen mijn 11e en mijn 18e was ik altijd op de vlucht. Het was een lange weg. Niemand heeft toen ooit gezegd dat ik iets moest leren of iets moest doen om mezelf te verbeteren” zegt Darith, leraar aan een lagere school in LA. En hij is niet de enige die als jonge tiener in Amerika aankwam en zijn achterstand bijna niet meer in kon lopen. Het wordt wel de ‘anderhalve generatie’ genoemd: Mensen die te jong waren voor basiseducatie in hun vaderland en al bijna te oud om echt in te haken toen ze eenmaal in het gastland belandden. Zij hebben de kans zich een thuis te maken twee keer gemist. En ze lijken nu nergens meer thuis te horen.
Hoewel ieder mens uniek is, ligt een geforceerd transnationalisme op de loer bij de leden van deze ‘tussen-wal-schip-generatie’. Ze zoeken andere manieren om ergens bij te horen via het internet of, geforceerd en wel, in de regio van origine. “Die mensen hebben alle contact met de realiteit verloren. Ze volgen het nieuws in het vaderland maar kunnen het land niet meer in. Ze zijn anti alles en er zit zoveel woede. Ik zou zeggen dat het nationalisten zijn, geen patriotten, extreme nationalisten achter gesloten deuren”, vertelt Darith.
Mijn onderzoek naar de transnationale netwerken van remigranten toont aan dat in veel gevallen de ‘wortelloosheid’ van sommige leden van de genoemde generaties een product is van (1) de ligging van hun vaderland, (2) de leeftijd waarop ze hun thuisland verlieten en in het gastland aankwamen, en (3) het gevoel uitgesloten te worden. Met een beetje pech zorgen de reputatie van het vaderland als ‘achterlijk’, een gebrek aan educatie en, dus ook, hun kansen op de arbeidsmarkt, naast sociale uitsluiting, voor grondige frustratie op ieder gebied. Het lijkt een recept voor radicalisering.
Gea Wijers, FSW, ORG/Cambodia Research Group, Vrije Universiteit Amsterdam
Proefschrift: Navigating a River by its Bends. A Comparison of Cambodian Returnees’ Contributions to the Transformation of Cambodia. Amsterdam: VU Press 2013. ISBN 9789086596478.
Gea Wijers verdedigt op donderdag 27 juni, om 13.45 haar proefschrift in de Aula, Vrije Universiteit Amsterdam.
Dit verhaal van GW lijkt mij een poging de Bostonade enz. te verdrinken in een zee van ellende waarin alle vluchtelingen terecht kunnen komen.