Skip to content

Conflict in Syrië steekt de grens over en brengt onzekere tijden naar Libanon

'Vluchtelingen aan de Libanese zijde van de grens met Syrië. Foto: IHH Humanitarian Relief Foundation'Door Erik van Ommering. Hoe voel je dat een atmosfeer is  veranderd? Dat de stemming verhardt, men gespannen is voor wat komen gaat? Zijn de straten rustiger dan anders? Klopt je gevoel dat er relatief meer groepjes jonge mannen rondhangen dan gezinnetjes en keuvelende dames? Hoe komt het dat de boulevard langs zee, normaal op een warme lenteavond het toneel van families rond waterpijpen, vrolijk gelach, luide muziek en krioelende kinderen, nu al om acht uur leeg stroomt? Kijken de mensen me aan met een blik van, weet je wel wat er hier elk moment gebeuren kan? Weet je wel dat er in de afgelopen weken drie brute moorden zijn gepleegd? Weet je wel dat de mensen camera’s installeren in hun winkeltjes, terwijl die normaal nauwelijks op slot worden gedaan? Het zijn de toespelingen, de roddels, de gespannen humor, de blikken, die verraden wat maar weinigen echt willen uitspreken. De bom staat op barsten. Dat kan over een maand gebeuren, of over een jaar. ‘s Avonds valt er een luid schot, vlakbij, in het hart van de stad. Het is stil. Het is een waarschuwing. Wie weet gebeurt het morgen al. 

Saida, een oeroude havenstad aan de Middellandse Zee. Gelegen op een smalle kustvlakte halverwege Beiroet en de grens met Israël, is het een strategisch punt op de route van noord naar zuid Libanon. Het is niet verwonderlijk dat vluchtelingen uit Syrië hier neerstrijken: naast de goede bereikbaarheid staat Saida te boek als een anti-Syrisch bolwerk, wat wil zeggen: een centrum van oppositie tegen het regime van de Syrische president al-Assad. Vluchtelingen hopen hier op de bescherming en hulp die ze elders in het land niet krijgen omdat de Libanese regering, ondanks de 10.000 doden, de gruwelijke beelden van in puin geschoten wijken en de wijdverbreide veroordeling vanuit de Arabische wereld, nog steeds ontkent dat zich een humanitaire ramp voltrekt in buurland Syrië. In plaats daarvan, en onder aanvoering van Hezbollah, volgt ze de lijn van de Syrische staatsmedia die de opstandelingen consequent omschrijven als door het buitenland gesteunde terroristen die de nationale orde en veiligheid in gevaar brengen. Voor terroristen en deserteurs is volgens de Libanese regering geen registratie of opvang nodig, en het liefst sturen ze de inmiddels 17.000 Syriërs die hier hun heil hebben gezocht meteen weer terug. Zo wordt over de rug van Syrische vluchtelingen een politieke strijd gestreden tussen de pro-Syrische regering en de anti-Syrische oppositie. En waar er twee honden vechten om een been, loopt een derde ermee heen… 

Overal in Libanon kom je ze tegen: jonge jongens die je schoenen willen poetsen, zeggen dat ze honger hebben en uit Syrië komen. Kleine kinderen die oud ijzer en aluminium blikjes op karretjes stapelen om te verkopen. Moeders die bedelen, een baby op de arm. Hun mannen staan op een straathoek te wachten tot iemand ze misschien als dagloner wil meenemen. In een vicieuze cirkel raken deze vluchtelingen steeds dieper in de put: enkelen van hen voelen zich gedwongen op criminele wijze aan geld te komen om hun familie te kunnen voeden, waardoor hun landgenoten in toenemende mate gemarginaliseerd raken en op steeds minder genade kunnen rekenen van Libanese zijde. Terwijl de regering stug blijft ontkennen dat er iets aan de hand is en zich concentreert op de haperende stroomvoorziening in het land en een mislukte moordaanslag op een prominente christelijke militieleider – toegegeven, ook belangrijk – zijn het slechts een handvol NGO’s en islamistische organisaties die zich het lot van de gevluchte Syriërs aantrekken. De NGO’s concentreren hun activiteiten in het anti-Syrische grensgebied in het noorden waar een afgesloten enclave is ingericht voor 4.000 vluchtelingen. Elders, zoals in Saida, zijn ontheemden veelal overgeleverd aan islamistische organisaties die weliswaar hulp bieden maar zich vooral lijken te bekommeren om hun eigen religieus-politieke agenda, die ze desnoods met geweld verdedigen. Drijvend op het politieke steekspel en de humanitaire problematiek rond de Syrische vluchtelingenkwestie klinkt hun stem steeds luider, als een voorbode op wat Libanon te wachten staat in het geval van een verdere escalatie in Syrië.

Helaas moeten we serieus rekening houden met dat scenario nu het vredesplan van Kofi Annan op het punt staat te falen. Al-Assad lijkt niet van plan zijn zware wapens uit de bebouwde kom te verwijderen en de bombardementen te stoppen voor hij de verzekering heeft dat de opstandelingen het geweld eveneens zullen staken. Althans, dat is de officiële lezing. Wat mij realistischer lijkt, ook in het licht van de geschiedenis van de al-Assad dynastie, is dat het huidige regime voor niets minder tekent dan de absolute overwinning. Een ‘politieke oplossing’ of ‘consensus’ staat voor al-Assad gelijk aan het weggeven van die overwinning en zal koste wat het kost voorkomen worden. De nauwe verwevenheid met de Libanese politiek betekent dat de toch al precaire veiligheidssituatie in Libanon steeds verder uitgehold wordt. Mocht het regime al-Assad verzwakken of zelfs ineenstorten, een scenario dat nog heel wat tijd en bloedvergieten zal kosten, dan brengt dat een gevoelige slag toe aan de Libanese Hezbollah voor wie dit regime een kritieke schakel vormt in het bondgenootschap met de Islamitische Republiek Iran. Dat zal menig lezer misschien in eerste instantie toejuichen, maar bedenk dat een in het nauw gedreven Hezbollah een grote pot ellende betekent die zich tot over de Libanese grenzen zal laten gelden – dat is in de jaren sinds de moord op voormalig premier Rafik Hariri (overigens geboren in Saida) meermaals gebleken. Met haar enorme wapenarsenaal en goedgetrainde milities is Hezbollah’s militaire vleugel niet alleen veel sterker dan het Libanese leger, maar tevens in staat om de regio in lichterlaaie te zetten. Herinnert u zich de bloedige oorlog tussen Hezbollah en Israël in 2006?

Een eerste zaak op dit moment is daarom de-escalatie van conflicten aan beide kanten van de grens. Naast adequate hulp en veiligheid voor vluchtelingen en burgers zal met goede moed en geduld gewerkt moeten worden aan dialoog, bijna tegen beter weten in, om langs die weg uit de huidige snel neergaande spiraal te komen. Tegelijk is het belangrijk om bij onszelf te rade te gaan, zowel wat Syrië als wat de rest van de (Arabische) wereld betreft, wat onze eigen rol is in het in stand houden van dictaturen uit naam van stabiliteit en behoud van soevereiniteit. Structurele internationale misstanden, polarisering en de machtige hand van de wapenhandel dienen aangepakt te worden om eraan bij te dragen dat conflicten niet meer zodanig kunnen escaleren als op dit moment gebeurt in Syrië.

Vooralsnog is er nog geen zicht op een vreedzame oplossing, noch voor Syrië, noch voor Libanon, en daarmee niet voor het hele Midden-Oosten. Deze vaak onuitgesproken wetenschap heeft zich als een deken over Saida heen gelegd. De onzekerheid is weer voelbaar na een periode van relatieve rust. Een teken aan de wand: afgelopen week heeft de coalitie van humanitaire organisaties in Zuid-Libanon het draaiboek voor hulpverlening tijdens rampen en conflicten alvast uit de kast gehaald. Zij zijn in elk geval voorbereid.

Erik van Ommering, promovendus, Afdeling Sociale en Culturele Antropologie. Eerdere bijdrage over de ‘Arabische Lente’:
https://standplaatswereld.nl/2011/02/01/wat-is-er-aan-de-hand-in-de-arabische-wereld-2/

2 Comments

Your email address will not be published. Required fields are marked *