Skip to content

De tolk als tolkgebruiker: de inzet van een gebarentaaltolk in Kenia

Dit artikel verscheen eerder in het Vakblad over Tolken gebarentaal in Nederland, en is hier gepubliceerd met toestemming.

Tolk bereidt zich voor

Door Mariska van Zanten     In 2013 vertrok ik voor mijn afstudeeronderzoek voor de VU master Sociale en Culturele Antropologie drie maanden naar Kenia om onderzoek te doen onder ouders van dove kinderen. Geschat wordt dat 90-95% van de dove kinderen niet naar school gaat in Kenia. Ouders spelen een belangrijke rol met betrekking tot het (niet) naar school sturen van hun dove kind. Toch zijn er ouders die hun dove kinderen wél naar school sturen. Dus was ik benieuwd naar de verhalen, ervaringen en beweegredenen van deze ouders.

Uiteraard had ik mij terdege voorbereid: Ik had van te voren al diverse contacten gelegd en ik regelde privé lessen Keniaanse Gebarentaal (KSL). Ondanks deze voorbereidingen was ik mij er van bewust dat het onmogelijk zou zijn om interviews in KSL te kunnen afnemen. Als tolk Nederlandse gebarentaal zou ik dus zelf gebruik maken van een KSL tolk. Het voelde als de omgekeerde wereld. De KSL tolk die drie maanden lang regelmatig met mij mee zou gaan, tolkte tussen KSL en gesproken Engels en/of Swahili. Zo veranderde mijn rol van tolk naar die van tolkgebruiker. Interessant, leerzaam en verwarrend.

Interessant omdat ik nu eens zelf kon ervaren hoe het is om klant te zijn, te vertrouwen op en hoge verwachtingen hebben van de vertaling van de tolk. Want mijn onderzoek hing onder andere af van de kwaliteit van de tolk. Tijdens het tolken werd de stem van de tolk opgenomen en uitgetypt en vormde zo de basis van mijn analyse en dus moet de vertaling van de tolk goed zijn.

Leerzaam om de verschillen in tolkhouding en regels tussen Nederlandse en Keniaanse tolken te ontdekken en te bespreken. Op die momenten waren we collega’s in plaats van tolk en klant.

Verwarrend om ontzettend goed te begrijpen waarom een tolk een bepaalde keuze maakt in houding of vertaling ook al was ik daar niet altijd blij mee. Toen na vijf dagen achtereen te tolken de vermoeidheid begon toe te slaan (ook bij mij) hoorde ik de intonatie van de tolk vlakker worden. De tolk ging steeds meer samenvatten en vertaalde minder details. Niet fijn, wel te begrijpen. Ook verwarrend, omdat de tolk meer werd dan alleen tolk. Hij kende namelijk de dovenwereld in Kenia heel goed. Hij voorzag mij van informatie en werd een van mijn vertrouwenspersonen. Hij vertelde mij waar ik moest zijn, bij wie en wat er speelde. Hij stelde mij voor aan dove jongeren en nam me mee naar de dovenkerk. Langzamerhand zette ik hem ook steeds meer in als onderzoeksassistent, hij nam zelfstandig interviews af in Swahili en hielp mij met het transcriberen van de interviews.

Tolk als onderzoeksassitent

Collega of klant?

Mensen zeggen wel eens dat “artsen de slechtste patiënten zijn”. Niets menselijks is mij vreemd en dus kan ik beamen dat ik niet de beste tolkgebruiker ben. Ik spreek te snel en gebruik onduidelijke verwijswoorden (die, deze, daar). Ik heb zelfs wel eens in een gesprek aan de tolk gevraagd: “Kun je aan hem vragen of…” in plaats van de dove persoon direct aan te spreken. Auw! Daarnaast controleerde ik de vertaling van de tolk maar dan vond ik het tegelijkertijd ook moeilijk om er iets van te zeggen als ik dacht dat het niet klopte.

Mijn tolk en ik hebben vaak gesproken over overeenkomsten en verschillen. Er is bijvoorbeeld geen tolkopleiding in Kenia. Een aankomende tolk volgt een paar gebarencursussen en zoekt dan tolken op die hem of haar vrijwillig meenemen. Zo leert een tolk het vak vanaf het begin in de praktijk. Meer dan eens zag ik beginnende tolken worstelen tijdens tolksituaties. En ik zag doven mopperen, omdat ze die tolk niet goed konden begrijpen.

Opvallend aspect was dat ‘mijn’ tolk vaak niets deed als hij de dove persoon niet begreep. In plaats daarvan zei hij gewoon maar wat. Of liet hij het gesprek doorlopen totdat hij het weer snapte en de vertaling oppakte. Dat zie ik ook bij andere gebarentaal tolken in andere Afrikaanse landen. Ik vraag ik me dus wat de achtergrond hiervan is. Misschien betekent ingrijpen wel juist dat je faalt in plaats van dat je de kwaliteit waarborgt? Omdat ik dit nu vaker heb ervaren, heb ik me voorgenomen om dit voortaan te bespreken met de tolk en samen te bespreken welke strategieën de tolk kan inzetten. Zo hebben we beiden voordeel.

We overnachten op de kostschool
De kostschool waar Mariska en haar tolk verbleven

De tolk als vraagbaak voor ouders

Verrassend genoeg bleek mijn tolk het meest waardevol toen hij de ouders kon voorzien van veel informatie na het bekijken van een speciaal voor hen gemaakte documentaire. De ouders werden vooraf geïnterviewd en daarna werd de documentaire bekeken en besproken in een focusgroep. Zo kon ik erachter komen hoe ouders over hun kinderen dachten, wat zij wel of nog niet wisten over doofheid en hoe ze zich voelden. De ouders voelden zich heel erg gesterkt door het bekijken van de documentaire maar de documentaire riep ook veel vragen op. Vragen waarop ik als onderzoeker geen antwoord had. En daar kwam mijn tolk om de hoek kijken. Hij kon hun vragen vaak wel beantwoorden geven en wanneer nodig in hun eigen taal. Ik ben de ouders dankbaar dat zij hebben willen meewerken aan mijn onderzoek en ik ben heel blij dat ik hen iets waardevols heb kunnen teruggeven: informatie.

De resultaten van mijn onderzoek met betrekking tot de gebruikte documentaire zullen in 2015 gepresenteerd worden op ICED (22nd International Congress on the Education of the Deaf).

De thesis kun je vinden op: http://vu-nl.academia.edu/MariskavanZanten

De documentaire: https://www.youtube.com/watch?v=aMBA7rIdPZ8

Mariska van Zanten studeerde in 2003 af als Tolk Nederlandse gebarentaal. In 2013 startte zij met de master Sociale en Culturele antropologie aan de VU. Voor haar afstuderen verbleef zij 3 maanden in Kenia. In augustus 2014 is zij afgestudeerd en is momenteel werkzaam bij Kentalis International.

3 Comments

  1. Ton Salman Ton Salman

    Beste Mariska,
    Mooi – want het beste van antropologie: onderzoeksbevindingen, het verhaal achter het bemachtigen daarvan, je eigen plek daarbinnen, en het teruggeven van resultaten aan de betrokkenen, allemaal inéén! Beetje trots dat je bij ons antropologie studeerde….
    Ton

  2. Beste Ton, bedankt voor je complimenten. Het stimuleert mij om nog meer te schrijven. Ik denk met heel veel plezier terug aan de VU en de studie. Zou het zo weer doen.
    Misschien een post-master-traject ontwikkelen (minder intensief, net zo interessant en te doen voor antropologen naast een betaalde baan)?
    🙂
    Mariska

  3. […] op Facebook (eerder gepubliceerd in het Vakblad over Tolken gebarentaal in Nederland en in verkorte vorm te lezen op Standplaats de Wereld). En hoewel ik pas net kom kijken als antropoloog, kreeg ik van een dove vrouw de volgende reactie: […]

Leave a Reply to Mariska Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *