Skip to content

De weg van de hoop

Door Saskia Jenelle Maarsen       “Tot een paar jaar geleden kon je hier moestuintjes vinden waar groenten werden verbouwd. Het diende voor de buurtbewoners als een ontmoetingsplek waardoor het zowel een belangrijke praktische als sociale functie had. Enkele jaren geleden werd het door de gemeente, ondanks protesten, met de grond gelijk gemaakt omdat ze een parkeergarage wilden bouwen”, vertelde Robert, sociaal werker, terwijl we in zijn auto door South East Los Angeles reden. “Wanneer beginnen ze met bouwen?”, vroeg ik. “Dat zal niet meer gebeuren omdat de plannen zijn afgeblazen”.

De moestuinen zijn nooit teruggekomen. Het braakliggende terrein lijkt symbool te staan voor het moeizame emancipatorische proces en de door racisme gekenmerkte geschiedenis waardoor de huidige duiding van de leefomstandigheden van deze wijk in Los Angeles uitermate ingewikkeld is. Rijdend door de wijk voel ik de pijn, de kwetsbaarheid en machteloosheid mijn hart binnendringen. De moestuinen zijn een van de vele voorbeelden die Robert die middag met mij deelt om aan te geven dat de bewoners van deze beruchte buurt, waar voornamelijk Latino’s en African-Americans wonen, nog te vaak worden beschouwd als tweederangs burgers. Er is sprake van excessief geweld, daaraan gerelateerde trauma’s, armoede, wijdverspreide werkloosheid, ondermaats onderwijs en verscheurde familiesystemen. Robert vertelt dat het proces van emancipatie en de strijd voor gelijkheid worden bemoeilijkt door wetgeving die de sociaal kwetsbaren hard treffen. 

In 2003 is de naam van de wijk veranderd van South Central LA naar South East LA in een poging om aan het stigma en de negatieve connotatie van de oude benaming te ontkomen. Hoewel er een tergend langzame verbetering waarneembaar is, bestaat er nog steeds een attitude die doordrenkt is van racisme. De jongeren in het volgende filmfragment (https://www.youtube.com/watch?v=XQC6G2ocpa8) komen uit South East LA en hebben gekozen om te dansen (‘Krumping’) in plaats van de te vechten. “We are going to sail in to the dance world, the art world and we’re going to take it by storm, because it is our belief”. Het klinkt als een toekomstdroom, als een manier om te ontsnappen, als hoop.

“I am getting closer to God

when I Krump

I got a lot on my mind

So I Krump

Because this is how we survive

 So I Krump” 

We komen aan bij een buurthuis. “Daar is het voetbalveld”, zegt Robert. Ik kijk en zie alleen een stoffig veldje, zo een die je in films ziet; bij het schoppen komt er een stofwolkje omhoog. Ik ben die hele week al in Los Angeles, waarin ik voor mijn werk als docent Maatschappelijk Werk en Dienstverlening contact heb met een gerenommeerde universiteit die een omzet van vele miljoenen per jaar draait en waar je duizelig wordt van de mogelijkheden en prestigeprojecten. Ook zoals je kent vanuit films. De universiteit en de wijk die Robert mij laat zien zijn maar een half uur rijden van elkaar verwijderd, maar het lijken twee verschillende werelden. Correctie: het zijn twee verschillende werelden. Eén die mogelijkheden creëert en één waarin je moet vechten voor bestaansrecht. Ik kijk naar dat voetbalveld en denk alleen maar: ‘what the hell!!’, omdat ik verder geen woorden kan vinden voor zo een onredelijk en pijnlijk contrast.

Robert stelt mij in het buurthuis voor aan Adela, een vrouw van in de veertig, klein van postuur met littekens in haar gezicht. Zij probeert krachten van meerdere werelden samen te laten komen en is ‘voor de duvel niet bang’. En zij heeft hem gezien. Haar schoonzus is slachtoffer geworden van ‘gang related violence’, net als haar moeder voor haar. Twee zinloze moorden op onschuldige omstanders, een verhaal dat binnen deze wijk geen uitzondering vormt. Adela heeft ter nagedachtenis van haar schoonzus een organisatie (L.A.U.R.A.) opgericht voor nabestaanden die op dezelfde manier geliefden hebben verloren. Zij is een actieve strijdster voor gelijke rechten geworden met, net als de jongeren in het fragment, een expliciete missie: het doorbreken van de cyclus van geweld via de weg van hoop. Op die weg probeert zij mensen bewust te maken over keuzemogelijkheden en stimuleert jongeren om sterker te worden door hen aandacht te geven en te laten zien dat er hoop is voor een toekomst die niet gedomineerd hoeft te worden door geweld.

Hoewel je zou kunnen zeggen dat haar familie slachtoffer is geworden van geweld wil zij dat niet zo verwoorden. Het lijkt alsof zij intuïtief aanvoelt dat woorden ‘levend’ zijn, dat ze iemands denkrichting kunnen bepalen en daardoor invloed hebben op gemoedstoestand en actieradius. Zij kiest er voor, hoewel het vaak pijnlijk is, om ook de andere kant van het verhaal te zien. Jongeren in South East LA voelen zich mogelijk aangetrokken tot gangs omdat het behoren tot een groep hen een gevoel van ‘zijn’ geeft, van ‘behoren tot’ in een land waarin het motto ‘reach for the stars’ niet voor hen lijkt te gelden. Dit weerspiegelt mogelijk de noodzaak tot hoop. Wanneer je weinig toekomstperspectief hebt, maak je als jongvolwassene soms keuzes die je niet altijd kan overzien maar die op dat moment een rol vervullen. Adela wil ook aandacht voor het verhaal van de jongeren die haar schoonzus hebben gedood en zij is ervan overtuigd dat hoop en dialoog daarvoor geschikte middelen zijn. Luisterend naar haar verhaal lijkt het alsof hoop een katalysator vormt om te kunnen vechten tegen onrecht en voor eigenwaarde en een stabiele toekomst.

Joanne en Evelyn (rond de 15 jaar oud) waren ook bij dit gesprek aanwezig.

SpW Saskia foto voor blog van adelaBeide meiden gaan naar de middelbare school en ondanks de moeilijke leefsituatie vertelden zij over hun dromen voor de toekomst. Toen ik hen vroeg hoe zij in hun dagelijks leven hoop in de praktijk brengen, was hun antwoord: “Gewoon aardig zijn tegen mensen en aandacht aan hen te geven”. En toen dacht ik weer ‘what the hell’, maar ditmaal uit ontroering voor zoveel wijsheid uit de monden van meisjes die in hun jonge leven al teveel hebben meegemaakt.

Mijn ontmoeting met deze mensen, op een ogenschijnlijk willekeurige dag, heeft een bepalende invloed gehad op de keuzes die ik thans maak in mijn studie SCA. Mijn pre-master research paper ging over hoop en in mijn master thesis zal ik op dit onderwerp doorgaan. De mensen die ik heb ontmoet zijn voor mij het gezicht van de noodzaak om te zoeken naar manieren om bruggen te bouwen, om te streven naar verbondenheid en om daadwerkelijk in actie te komen. En dat wil ik doen via de weg van de hoop.

Hoe hoop er uitziet voor de mensen die ik tijdens mijn veldwerk zal ontmoeten en hoe die hoop (of het gebrek daaraan) het heden en de toekomst vormgeeft zal ik het komende jaar ontdekken en daar zie ik naar uit. Ik zal aandachtig luisteren naar de verhalen die mij gegeven worden en openstaan voor wat ik daarvan kan leren. Met dank aan hen die ik heb ontmoet in South East Los Angeles, California, USA.

Saskia Maarsen start dit academisch jaar als master student Sociale en Culturele Antropologie

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *