Door
Waar ik hiermee naartoe wil is hoe ik, dankzij die houding, plotseling in Brazilië belande zonder daar veel over nagedacht te hebben. Een paar maanden geleden was het idee ontstaan dat ik mijn thesis ook best ergens anders zou kunnen schrijven, en waarom niet in Brazilië? Om eerlijk te zijn had ik meer weerstand verwacht bij het voorleggen van mijn plan, alsof ik de teleurstelling al had ingecalculeerd. Mijn verzoek was echter nog maar half geformuleerd, toen ik al toestemming en zegen ontving. Waarop ik direct alles begon te regelen, met alles bedoel ik hier voornamelijk het ticket, een paspoort en een afscheidsfeest. Pas toen ik mij hier eenmaal in mijn huisje had geïnstalleerd besefte ik werkelijk dat ik mijzelf – alleen – een compleet vreemd veld in had gestuurd en er nu voor de komende drie maanden dan ook alleen voor zou staan. Ik begon mij af te vragen waarom ik er nou eigenlijk voor gekozen had om mijn fijne leven in Amsterdam achter te laten voor een gek bergdorp. Was het verzet tegen het idee vast te zitten in een structuur?
In mijn nieuwe huis in de bergen denk ik veel na over hoe de jongeren in dit bergdorp zichzelf sterk beperken in de keuzes die zij maken in hun levens. Zelf heb ik mij daar in mijn pubertijd ook verschrikkelijk veel mee bezig gehouden. Altijd dacht ik aan hoe eindeloos mijn mogelijkheden in theorie waren, en hoe ik, met dat in mijn achterhoofd, hetgene waar ik dan voor koos niet wist te verantwoorden. Concreter bijvoorbeeld; als de wereld theoretisch aan mijn voeten ligt, waarom woon ik dan in dit gat en ben ik ‘medewerkster bediening’?
De jongeren in dit bergdorp lijken niet op die manier door de eindeloze mogelijkheden van het leven getergd te worden. Eerder nog lijken ze slechts de mogelijkheid te zien precies dat te doen wat hun ouders ook deden, namelijk als bedienden in het vakantiehuis van de toeristen te werken.
Vanaf mijn favoriete denkplekje in mijn huis heb ik uitzicht op een antieke scheepskist en steeds wanneer ik net terugkom uit een verzonken toestand, merk ik dat mijn ogen waren afgedwaald naar een stickertje van Felix de kat in de rechter onderhoek van de kist. Zo was het dat Felix mij terug bracht naar het eindeloze agency/structure debat; en als iemand daar een interessant perspectief naar voren weet te brengen is hij het wel (en dat in zijn tijd!). Het heeft mij altijd al gefascineerd hoe Felix uit zijn kader wist te ontsnappen door een simpel zwart gat voor zijn voeten te werpen; met dat simpele gebaar opende deze kat hele nieuwe dimensies voor zichzelf.
Tevreden bedacht ik mij dat mijn leven wat dat betreft wel gelijkenissen vertoonde met dat van Felix. Had ik niet een hele nieuwe dimensie voor mijzelf geopend puur door te bedenken waar ik heen wilde? Zomaar was ik aan mijn normale kaders ontsnapt om te figureren in een nieuw avontuur. De structuur als de kaders die de striptekenaar geeft, en de agency als de beweegruimte die de stripfiguren hebben, was dat een interessant perspectief? Het leek in eerste instantie wel redelijk; hoe vaak had ik mijzelf wel niet als een stripfiguur gezien; als iemand wiens verhaal getekend werd, terwijl ik al wandelend door de tekening kon denken over het bestaan. Dat kon op allerlei verschillende manieren uitpakken. Soms volgt een regenwolk mij tot in mijn huis, maar vaker kon ik de zon meenemen naar een volgend hokje. Er zijn ook de nodige momenten geweest waarop ik niet wist of ik naar het wezen op mijn rechter of mijn linker schouder moest luisteren. Over het algemeen is het een heerlijk bestaan wat ik dank aan al die luxes die product zijn van mijn bewustzijn over de maakbaarheid van mijn realiteit.
Is dan niet ieders realiteit even maakbaar? Zouden de jongeren hier in de bergen alleen nog niet weten dat ze een zwart gat voor hun voeten kunnen werpen? Niet alle stripfiguren zijn zich even bewust van hun opties misschien. Ligt het verschil in de vrijheid die de striptekenaar aan zijn creaties geeft? Of is het bewustzijn over de opties puur aan de stripfiguur zelf te toe te schrijven?
Dat is wat ik mij afvraag wanneer ik de jongeren zie kiezen voor een baantje nu, om merkkleding, smartphones en clublidmaatschappen mee te betalen, in plaats van een opleiding. Uiteindelijk zal die keuze er in de meeste gevallen toe leiden dat zij hun verdere leven als bedienden zullen werken met vrij weinig autonomie en nog minder nieuwe opties.
Maar voor deze mensen leiden nieuwe deuren en zwarte gaten misschien ook niet naar nieuwe avonturen. Ze zijn zich er juist heel bewust van dat ze aan de andere kant van het gat weer net zo goed met lege handen zouden staan, even laag– of ongeschoold zouden zijn en met hetzelfde tot discriminatie uitnodigende uiterlijk, of er nou wolken of zonnen boven in hun hokjes hangen. Ze weten maar al te goed dat het niet zo simpel is; niet reduceerbaar tot avonturen in zwart wit.
Silvia van de Wal is een antropologiestudente die als standplaats voor het schrijven van haar scriptie Brazilië koos. Dit is de eerste van een serie van drie reflecties op de consequenties van die keuze.
Beste Silvia,
Ten eerste wil ik zeggen dat ik het dapper van je vindt dat je een nieuw avontuur bent ingestapt! Ik had zo naast je willen staan. In plaats daarvan zit ik nog vast in Amsterdam, verlangend naar een andere perspectief en omgeving. Ik vind het ook zeer leuk hoe je Felix vergelijkt met onze mogelijkheden maar dat we tegelijkertijd onszelf nog altijd meenemen naar de andere kant. Ik ben zelf vorig jaar afgestudeerd voor CMV en heb interesse om een master te gaan volgen in dans antropologie in Frankrijk.
Even kijken hoe dat uitpakt!
Ik wacht op je volgende post. Veel levens plezier in Brazil!
Ciao Hinde
Heel mooi stuk, Silvia! Ik kijk uit naar je volgende inzendingen. Blijf vooral schrijven!