door Vivian Mac Gillavry
In december 2021 zag ik dat een artikel van mij uit 2013 in de “Top Posts” stond, acht jaar na dato. Ik vroeg de redactie het artikel te verwijderen omdat ik vond dat het een onderwerp nuanceerde waarvan ik twijfel of het in deze tijd nog nuance verdient.
In 2011 begon ik aan mijn studie antropologie. Twee jaar later deed ik veldwerk in Indonesië en schreef ik een stuk over de Sinterklaasintocht op Bali. Ik besprak hoe de zwartepietendiscussie, die op dat moment in Nederland steeds feller werd, in Indonesië op een school voor expatkinderen nog niet hetzelfde niveau had bereikt. De Indonesische partners van de expats zagen (op dat moment) geen kwaad in de traditie uit het land van hun partner en koppelden die niet aan racisme. Ik interviewde ook een stagegenoot van Surinaamse afkomst. Zij gaf aan Zwarte Piet wél een racistische traditie te vinden.
De conclusie was genuanceerd. Het stuk liet verschillende kanten van het onderwerp zien, maar het argument “zwarte-piet-is-racisme” kwam sterk naar voren. Desondanks lees ik het al jaren met weinig plezier terug, omdat ik enigszins teleurgesteld ben in mijzelf dat ik niet al ‘verder was’ in 2013.
Ik ben nooit pro-Zwarte Piet geweest, maar daar waar ik het eerst antropologisch interessant vond om het onderwerp vanuit verschillende perspectieven te bekijken, begon ik steeds meer te voelen dat ik sommige onderwerpen niet langer van verschillende kanten wil bekijken.
De felheid waarmee bepaalde mensen Zwarte Piet verdedigden deed mij inzien hoe racistisch deze aanhangers waren. Hierdoor voelde ik er steeds minder voor dit onderwerp zelf op een genuanceerde manier te bespreken. Nuance voelde steeds meer als een onderdeel van het probleem.
Dit besef valt mij wel zwaar, omdat ik nuance creëren een van de mooiste ‘producten’ vind van de antropologie. Het is ons vak om verschillende wereldbeelden beter te leren begrijpen.
De meeste antropologen zijn dan ook genuanceerde denkers. Soms zelfs in zulke mate dat respectvol zijn ten opzichte van andere culturen kan vervallen in een cultuurrelativisme waarin bepaalde tradities niet als schending van mensenrechten worden gezien. Deze kunnen binnen een bepaalde culturele context immers als ‘normaal’ worden ervaren. Zwarte Piet lijkt voor vele Nederlanders nog steeds iets dat hoort bij de Nederlandse cultuur, ondanks dat antropologen ook zouden kunnen uitleggen dat cultuur niet statisch is.
Eigenlijk gaat dit artikel dan ook niet zozeer over de zwartepietendiscussie, maar meer over het idee van nuance opzoeken aangaande onderwerpen waarvan ik voel dat nuance een ongewenst beeld kan geven. Er bestaat immers zoiets als een status quo. En wanneer niemand die uitdaagt door zich uit te spreken, bijvoorbeeld ‘zwarte-piet-is-racisme’, zal er ook weinig verandering plaatsvinden. Is het wat dat betreft dus goed om soms te zeggen dat er geen ruimte is voor nuance?
In december 2021 schreef ik daarom naar Standplaats Wereld:
[…] Ik denk dat we inmiddels dusdanig veel verder zijn in de discussie, dat een stuk als dit bijna als een excuus zou kunnen worden aangehaald dat het een traditie is die mensen niet associëren met racisme. Ik geef liever mensen geen munitie om dat als een excuus in 2021 aan te dragen.
De redactie van Standplaats Wereld en ik gingen hierover met elkaar in gesprek. Wat hen betreft is het stuk genuanceerd en is het daarnaast een journalistiek stuk uit 2013 waarin wordt gepoogd te vangen wat er toen leefde op die plek, op dat moment. Ook vinden zij dat het geen reden zou moeten zijn om over bepaalde gebeurtenissen dan maar niet te vertellen, of uit te wissen hoe hiermee in het verleden in een specifieke context omgegaan werd.
Met deze argumenten ben ik het eens. Maar het is ook gewoon lastig. Dit artikel is dan ook niet bedoeld om de antwoorden te geven. Die heb ik zelf namelijk ook niet. Ik stel mijzelf de vraag: in hoeverre wil en kan je als antropoloog (of als mens) altijd genuanceerd blijven en hoe ga je om met een mening of een standpunt dat bij jezelf is veranderd?
Tijdens mijn studie leerde ik over intersubjectiviteit: “[…] a method of connecting as many different perspectives on the same data as possible. These multiple sources encourage the fieldworker to interpret patterns and interrelationships among various accounts alongside the researcher’s own account and to leave other interpretations open as well.”
Jouw eigen perspectief hoeft dus niet hetzelfde te zijn als dat van jouw respondenten. Maar hoe vaak worden zaken anno 2022 niet ‘verkeerd’ geïnterpreteerd? Hoe vaak wordt een stuk, een grap of (kunst)werk uit het verleden ook daadwerkelijk in de toen heersende tijdgeest geplaatst? En mag het verleden als een excuus worden aangedragen? Men moet dus oppassen met het doen van uitspraken. Ook omdat we te maken hebben met het eeuwigdurende circuleren van online-data waarin lang niet altijd goed wordt verwezen naar context en publicatiedata.
De redactie van Standplaats Wereld heeft gelijk als zij schrijven dat we het verleden niet moeten herschrijven of uitwissen. Toch zullen mensen wellicht wel die neiging voelen in een tijd waarin geschiedenis vaak langs een meetlat van vandaag wordt gelegd. ‘Fouten’ zullen boven komen drijven. Dat is niet per se slecht maar het kan wel rigide zijn wanneer we de verschillen met nu ook direct als ‘goed’ of ‘fout’ bestempelen.
Meningen, gedachtes en gedrag zijn niet statisch. Zijn ze echter opgeschreven dan staat het zwart op wit. Het internet kent geen tijd. Het lijkt eerder een eeuwig ‘nu’. Het verleden wordt sneller aangedragen als het bewijs dat iemand ooit ‘fout’ zat. Maar kan het ook worden gezien als het bewijs dat iemand zich ontwikkeld heeft?
Mijn blik als antropoloog is soms anders dan die van mij persoonlijk. Tijdens mijn studie spraken we over respectvol veldwerk uitvoeren en over een bepaalde mate van objectiviteit tijdens het onderzoek. Je persoonlijke mening speelde dus niet per se mee in je onderzoek. Op dit moment ervaar ik echter een noodzaak om mij duidelijker uit te spreken over zaken waar ik als antropoloog minder snel een statement zou maken. Daarnaast ga ik ervanuit dat ik persoonlijk elke dag nog bijleer.
Een mens heeft het recht om van gedachten te veranderen. Maar daarvoor moeten we elkaar dus ook de ruimte bieden. Verandering lijkt misschien soms (te) langzaam te gaan, maar toch lijkt het mij goed te focussen op de ontwikkelingen die we maken. Wie weet dat jullie over een paar jaar op deze website dus een nieuw stuk van mij treffen dat bovenstaande weer in een ander daglicht stelt.
Vivian Mac Gillavry is antropoloog, publicist en beeldend kunstenaar.
Wat een mooie bijdrage! Zó genuanceerd over de reikwijdte en beperktheid van die eeuwige nuance! Want een oude genuanceerdheid kan nu nogal wat gêne of verlegenheid veroorzaken, en de nieuwe is ook niet immuun tegen een verdere ontwikkeling in het denken. Waar wordt de nuance ófwel gezeur, ófwel een excuus om de druk om stellige uitspraken te doen te kunnen ontlopen? Tel daarbij op dat veel mensen het erop zouden willen wagen om, nu, niet te genuanceerd te mogen roepen dat Poetin een leugenachtige, harteloze en wrede plurk is. Of mág de antropoloog dat niet? Dank Vivian, voor de kans met je te mogen méé-denken.
Dank Ton! Leuk om tee horen!