Door Elbert Huijzer Toen mijn kinderen nog klein waren, werden geregeld de wat- en waarom-vragen gesteld. Papa, wat is dat? Papa, waarom is dat zo? Als ik het dan ging uitleggen realiseerde ik me vaak dat ik op de waarom-vraag maar een half antwoord had. Want waarom doen mensen de dingen zoals we ze doen?
Ik hoopte een helder antwoord te kunnen geven over goed en fout, over de logica van ons gedrag, maar dat lukte niet altijd. Vooral bij gedrag dat fout is of makkelijk verbeterd kan worden is antwoord geven lastig. En het wordt confronterend als het je eigen gedrag betreft, dat ook niet altijd logisch en doordacht is. Je ontdekt dat er altijd argumenten zijn waarom de logica van absoluut goed en fout niet gevolgd wordt. Er zit heel veel tussen.
Ik werk in de energievoorziening. Dat is een omgeving waar dingen begrijpen en uitrekenen centraal staat. Ik ben technisch opgeleid, net als veel van mijn collega’s. Beslissingen worden (zogenaamd?) rationeel genomen door geld en risico’s tegen elkaar af te zetten en dan verantwoord de optimale keuze te maken. Dat kunnen we dan ook prima uitleggen aan de professionals van bedrijven waar we mee werken, want die hebben dezelfde modus operandi. Ook ben ik opgeleid om meteen door te springen naar analyses en oplossingen. Dat is handig in het werk, maar niet handig als ik wil weten wat iemand echt beweegt.
Mijn werk gaat over de vraag hoe we naar een duurzame energievoorziening kunnen overgaan binnen de door de politiek gestelde termijn tot 2050. Kijkend naar de moeite die het kost om de daarvoor noodzakelijke versnelling te bewerkstelligen wilde ik beter snappen waarom mensen bepaalde keuzes maken als het gaat over duurzame energie. Deze keuzes zijn namelijk niet meer alleen zakelijk. In klimaatverandering kun je blijkbaar wel of niet geloven. Zonnevelden of windmolenparken leveren dan wel groene energie, maar waarom moet dat je uitzicht bederven? En waarom zou je voor veel geld je huis opknappen om zonder aardgas je huis te verwarmen? Bovendien: misschien zijn het wel heel andere argumenten dan die wij vanuit ons zakelijk logische wereldje gebruiken? En luisteren we wel goed naar de tegenargumenten? Praten we misschien langs elkaar heen?
Gelukkig zijn er mensen die er wél in getraind zijn om onbevangen te kijken, te luisteren en door te vragen: antropologen. Een voor mij wat onbekend menstype met een hoog David Attenborough gehalte. Het was dan ook best spannend om ze voor het eerst te ontmoeten. Want het voelt toch een beetje alsof je direct zelf een studieobject bent. En is het gedrag dat je laat zien wel het gedrag dat je wilt terugzien?
De clichés klopten behoorlijk. Wat duurde het lang voor we to-the-point kwamen. En wat werden er veel vragen gesteld. En u begrijpt dat een antropoloog na dezelfde startzin het tegenovergestelde had beweerd. Mijn vraag leek simpel: waarom is de één voor en de ander tegen? En kunnen we die vóór-argumenten dan niet veel beter inzetten? Het werd een gezamenlijke zoektocht naar het wat en waarom van mijn schijnbaar eenvoudige vraag over het keuzegedrag van de bewoners van vier appartementencomplexen in Emmeloord (PEOPLE project).
Ik kan het iedereen aanbevelen. Probeer maar eens urenlang vragen te beantwoorden over wat nu eigenlijk je probleem is en waarom je denkt dat een bepaalde aanpak gaat helpen? En de week daarna weer. En de week daarna weer. Volgens mij kan een antropoloog zo in de verhoorkamer gezet worden, want al je redeneringen worden gefileerd. Maar zonder dat er een oordeel wordt gevormd. Je komt steeds dichter bij de kern, en je ontdekt ook dat allerlei aannames helemaal niet zo goed onderbouwd zijn als je zelf dacht.
Goed en onbevangen luisteren en doorvragen is kinderlijk eenvoudig en daarom moeilijk voor volwassenen. Dat is misschien wel de grootste les die ik nu al meegekregen heb. Durf dat kinderlijk eenvoudige maar toe te laten, in plaats van degene te zijn die komt uitleggen wat het beste is. Dat wordt nog een hele uitdaging voor mij.
Elbert Huijzer is netstrateeg bij Liander, en houdt zich bezig met de langetermijneffecten van de veranderende energieproductie, -distributie en -vraag op de energienetten. Hoe kan Nederland in 2050 een CO2-arme energievoorziening hebben, en wat is de optimale route om dat doel te bereiken? Daarbij focust hij zich op de mogelijkheden van waterstof als alternatief voor aardgas en, vanwege de flexibiliteit en opslagmogelijkheden, als alternatief voor elektriciteit. Binnen het PEOPLE Project van de VU vervult Elbert de rol van case manager en begeleidde hij twee studenten Culture, Organisation & Management die onderzoek hebben gedaan onder bewoners in een renovatieproject waar waterstof als mogelijke vervanger voor gas werd gezien.
Het PEOPLE Project draait om de samenwerking tussen universiteit en bedrijfsleven en is erop gericht om bijna afgestudeerde sociaal wetenschappers beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Het project vindt naast Nederland ook plaats in het Verenigd Koninkrijk, Slovenië en Tsjechië en wordt gefinancierd vanuit het Erasmus Plus programma van de Europese Unie. Meer weten over het PEOPLE project? Bekijk deze animatie (3 minuten) of neem contact op met projectcoördinator Marrije Prins via marrije.prins@vu.nl