“The
Door Rhoda Woets. Op dinsdag 12 maart 2012 toog een woedende groep jongeren in Jamestown, een visserswijk in de hoofdstad Accra, gewapend met stokken naar een woonhuis. Het gerucht ging dat op deze plek een lesbisch bruiloftsfeest gaande was. In een bericht over het oproer gaf de krant The Ghanaian Times niet aan dat het slechts een gerucht betrof: zij publiceerde dit als een fait accompli. Niet de gewelddadige jongeren, maar twee vrouwelijke gasten op het (naar later bleek) verjaardagsfeest, werden “uitgeleverd” aan de politie en brachten de nacht door achter de tralies. Een van de boze jongeren, in The Ghanaian Times aangeduid als een “anti gay activist,” zei tegen de aanwezige journalist: “Their activities are depriving us of women. Anytime a man decides to go after a woman in the area these lesbians will pounce on him and beat him up. ..These women use money to lure young girls into this bad habit and deprive us. It must stop.” Het geweld tegen de onschuldige vrouwen werd door de journalist niet veroordeeld. Hiermee kwam de krant haar lezers, waarvan het merendeel homoseksualiteit associeert met Sodom en Gomorra, tegemoet. De rel in Jamestown is zomaar een greep uit één van de “alledaagse” berichten in Ghanese kranten waarin homseksualiteit wordt neergezet als bedreigend, en geweld hiertegen wordt goedgekeurd.
Het aantal berichten in de media over massaal bezochte anti gay demonstraties als ook de homofobe preken van allerhande pastors op radio en televisie groeide aanzienlijk vanaf mei 2011. Het begon met een schandaal in de kustplaats Cape Coast waar een wiskundeleraar op een jongensinternaat zich had vergrepen aan een zestal leerlingen. In de kranten werd de getrouwde leraar en vader van drie kinderen als vanzelfsprekend aangeduid als “gay.” Niet veel later verspreidde zich via de media het gerucht dat in twee van Ghana´s regio´s een organisatie 8000 homoseksuelen had geregistreerd. Zowel christenen als moslims trokken in protest de straat op en vertelden de toegestroomde journalisten dat het immorele gedrag van de “wildgroei” aan homoseksuelen Gods toorn zou wekken. Een bevriende dominee wist het ook zeker: berichten in de kranten over kerken met “gay pastors” waren een teken van de naderende antichrist, waarschuwde hij mij. Een minister voor een van deze regio’s, Paul Evans Aidoo, kwam de demonstranten en religieuze leiders tegemoet: hij riep op tot een klopjacht. Hoewel daar wettelijk geen basis voor is, moesten volgens hem alle homoseksuelen in de regio worden “uitgerookt” en gearresteerd.
Het homofobe tumult in de Ghanese media is niet nieuw: in 2009 ontstond een storm van protest nadat de “Gay and Lesbian Association of Ghana” aankondigde conferenties te organiseren in diverse steden. De conferenties zijn er dan ook nooit gekomen. Het dreigement van de Britse premier David Cameron dat landen als Ghana en Oeganda geen of minder ontwikkelingsgeld krijgen als ze doorgaan met het formuleren van anti-gay wetten gooide nog meer olie (en daarvan is nu juist veel ontdekt in Ghana) op het vuur. Zowel politieke als religieuze leiders stellen homoseksualiteit voor als een verdorven Westers importartikel dat volledig indruist tegen “Afrikaanse” culturele normen. “Leave Africa alone!” kopte The Ghanaian Times bijvoorbeeld in October 2011, “The practice is alien to the Ghanaian whose values, beliefs, attitudes, way of life and thought, distinguishes him/her from others.” De weerzin tegen homoseksualiteit lijkt echter in gang te zijn gezet door koloniale overheden en christelijke kerken, afkomstig uit datzelfde “verdorven” Westen. Waar homoseksualiteit in Afrika door ontdekkingsreizigers werd afgedaan als een symptoom van de promiscue primitieveling, lijken Europese overheden gay-rechten nu in te zetten als een nieuw beschavingsideaal.
Er is nauwelijks (of beter gezegd: niet) sprake van een tegen discussie in de media. De enkele Ghanese gay-organisatie organiseert geheime bijeenkomsten op wisselende plekken. Doen gays in Ghana er verstandig aan om betere tijden af te wachten in de kast? De conceptualisering van homoseksualiteit is een interessant punt in deze. Er zijn in Ghana lokale categorieën voorhanden die te maken hebben met travestie en die weinig weerstand of verdenkingen oproepen. Deze labels zijn in tegenstelling tot de categorie “homoseksueel” niet besmet met de connotatie van westerse immoraliteit. Mannen omhelzen elkaar innig in het openbaar of slenteren hand in hand door de drukke straten van Accra. Niemand die daar van opkijkt. Paradoxaal genoeg kun je openlijk uiting geven aan een liefdesrelatie die door velen wordt afgekeurd. Tenminste, zolang je die relatie maar niet duidt als gay; trouwen en kinderen krijgen is heel belangrijk in Ghana. Echter: buitenechtelijke affaires die op discrete wijze plaatsvinden, ook die van homoseksuele aard, worden vaak door de vingers gezien. Dit nuanceert het beeld enigszins dat wordt opgeroepen door de talloze homofobe berichten in de media. Genoeg voer voor antropologen in elk geval: er is tot op heden nauwelijks onderzoek gedaan naar de ervaringen en verhalen van gays in Ghana zelf.
[…] is dat LGBT rechten in een groot deel van Afrika en elders in de wereld te wensen over laten (zie artikel van collega Rhoda Woets), springt Oeganda eruit wat betreft openlijke en wijdverbreide haat jegens seksuele minderheden. […]