In een feestelijke ceremonie hebben 24 studenten van de bacheloropleiding antropologie op 25 september 2013 hun diploma ontvangen. Voordat ze hun handtekening mochten plaatsen op de bul kregen ze een persoonlijke toespraak die was opgesteld door hun begeleider bij het schrijven van de bachelorthesis in de laatste drie maanden van de studie. De toespraken lieten zien dat de studenten zich in heel verschillende onderwerpen hadden verdiept voor hun thesis. Deze grote diversiteit was ook al gebleken bij het bachelorthesisfestival van 21 juni 2013, toen 38 studenten het concept van hun bachelorthesis presenteerden aan medestudenten. Op grond van de toespraakjes bij de buluitreiking en de verslagen van twaalf studenten over het bachelorthesisfestival wordt in onderstaande tekst een impressie gegeven van een aantal onderwerpen die door studenten werden bestudeerd.
Immigranten in Nederland en de toenemende culturele diversiteit van de Nederlandse samenleving vormden voor verschillende studenten een aanleiding voor hun onderwerpkeuze. Leonie Timmer verdiepte zich in de problematiek van uitgeprocedeerde asielzoekers die om allerlei redenen niet terug kunnen keren naar het land van herkomst. Ze voerde voor haar thesis gesprekken met asielzoekers die onderdak hadden gevonden in de ‘vluchtkerk’ in Amsterdam die in april-juni 2013 veel aandacht kreeg in de pers. Amal Ramdani liet zien dat de opvattingen en praktijken rond het moederschap bij de tweede generatie Marokkaans-Nederlandse moeders heel anders is dan die van de eerste generatie: het kindertal neemt sterk af en de invulling van het moederrol wordt steeds meer gecombineerd met betaalde arbeid. Manu van Kersbergen bracht naar voren dat moslims van de sjiitische richting ondervertegenwoordigd zijn in de koepelorganisaties en het maatschappelijke middenveld van moslims in Nederland, terwijl de meeste sjiieten in Nederland juist wel over een relatief groot cultureel kapitaal beschikken. Mayke de Cock participeerde tijdens haar studie in het VoorUit-project in Amsterdam Slotervaart, waarin studenten maatschappelijke activiteiten voor de buurt ontplooien in ruil voor een woning in die wijk. Op basis van haar ervaringen bij huiswerkhulp voor basisschoolkinderen heeft zij in haar thesis laten zien dat Marokkaans-Nederlandse ouders op een bepaalde manier zeer betrokken zijn bij de school van hun kinderen, maar dat deze door de leerkrachten niet altijd goed begrepen wordt.
Andere studenten hebben zich voor hun bachelorthesis verdiept in onderwerpen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Sarah Duisters vergeleek de grote aandacht voor handel en economie in het recente beleid van de Nederlandse overheid met documenten van de Verenigde Naties waarin juist wordt benadrukt dat ontwikkeling ‘people-centered’ moet zijn. Ook Judith Jonker stelde de vraag of de recente focus op handel wel past bij de doelstellingen van ontwikkelingssamenwerking. Zij vergeleek de filosofische uitgangspunten en ideeën over concrete interventies in rapporten van de Nederlandse overheid, de Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en Oxfam/NOVIB. Tes Schmeink maakte gebruik van ervaringen tijdens haar stage bij een lokale ontwikkelingsorganisatie in noord Ghana voor het beschrijven en analyseren van enkele aspecten van cultuurverschil tussen Ghanese medewerkers en Europese vrijwilligers in het functioneren van de organisatie. Ook diverse andere studenten verdiepten zich in onderwerpen die meer of minder direct met ontwikkelingsvraagstukken van doen hebben. Zo analyseerde Martina Morbidini diverse aspecten van afvalverwerking in relatie tot milieuvraagstukken in Brazilië, boog Sandrine Tehi zich over verschillende verklaringen voor de geruchtmakende collectieve verkrachtingen van vrouwen door milities in oost Kongo in de afgelopen jaren en bestudeerde Samantha Zuidam de rol van ‘transitional justice’ in het recente tribunaal tegen de leiders van de Kmer Rouge in Cambodja.
Een derde categorie van bachelortheses behandelde onderwerpen op het terrein van identiteit en politiek. Monique van der Hoef bouwde voort op haar kennis van Zuid Afrika waar zij enkele maanden studeerde tijdens haar bacheloropleiding; zij schreef een thesis over de identiteitscrisis van blanke Afrikaans sprekende jongeren in post-apartheid Zuid Afrika vanwege hun schaamte over het vroegere apartheidsysteem en de daaraan verbonden economische privileges en hun trots op het behoud van hun eigen volksidentiteit en taal. Sofie van Opdorp verbleef in haar derde studiejaar voor een stage in Suriname en boog zich over de invloed van nationalisme en populisme in de politieke identiteit van Surinaamse parlementsleden. Lisa Doorn en Milah van Strijp verdiepten zich in aspecten van het Israelisch-Palestijnse conflict. Lisa richtte zich op de vraag hoe schoolboeken in Israel bijdragen aan een bepaalde identiteitsconstructies van Israëlische jongeren en hun beeldvorming over Palestijnen, terwijl Milah schreef over de rol van sociale media als Facebook en Twitter in de verspreiding van informatie over de raketbeschietingen tussen Gaza en Israel tijdens de ‘Operation Pillar of Defense’ in 2012.
Bovenstaande impressie van de diversiteit aan onderwerpen in de theses van de bachelorstudenten antropologie zou uitgebreid kunnen worden met nog meer voorbeelden. Zoals de thesis van Danique Diemeer over het dopinggebruik in de professionele wielersport en de recente onthullingen daarover, die van Zeger Polhuis over de leefwereld van kerkgangers in een Amsterdamse katholieke parochie en hun nostalgie naar het ‘echt katholieke’ van vroeger, of die van Iris Willems over tienermoederschap in de voormalige Nederlandse Antillen. Ook de theses van Irene Gentenaar over het gebruik van publieke ruimtes door kinderen, van Maartje de Meer over veranderingen in de rechten van kinderen in Brazilië en die van Kevin Osei Assibey over opvattingen over veiligheid en veiligheidsbeleving, kunnen hier alleen maar genoemd worden. Al deze theses laten zien dat de studenten geleerd hebben om een gekozen onderwerp uit te werken tot een onderzoekbare vraag en deze op basis van literatuurstudie en (meestal) enig empirisch onderzoek in een goed opgebouwd betoog te beantwoorden. Danique Diemeer verwoordde haar terugblik op de studie mooi in haar verslag van het bachelorthesisatelier: “Voor mij is wederom bevestigd dat wij allen de afgelopen jaren een bepaalde ‘mindset’ hebben ontwikkeld waarmee we anders naar de wereld kijken. We proberen constant het gedrag en handelingen van derden te verklaren. In onze verdere carrières, zullen wij veel profijt hebben van het vermogen andermans acties te begrijpen. Ik heb er dan ook allesbehalve spijt van voor deze bachelor gekozen te hebben”.
Ina Keuper is coördinator Bachelorthesis Antropologie 2013 afdeling SCA, VU Amsterdam.