Door Ton Salman
Je kunt de patstelling op meerdere manieren formuleren: je bent een land met een lange en wrange geschiedenis van plundering van je rijke natuurlijke hulpbronnen, en tegelijkertijd het land dat naar verluid ’s werelds grootste voorraden heeft van een grondstof waar de wereld op dit moment naarstig naar op jacht is en veel geld voor wil betalen: lithium. Onmisbaar in up-to-date batterijen. Nodig in bijna alle consumentenelektronica: van mobile telefoons via hoortoestellen en elektrische boren tot e-auto’s. Maar wordt dat opnieuw een rondje uitverkoop?
Of een andere vorm voor diezelfde patstelling: ze staan in de rij voor je grondstof maar willen jou de verwerking ervan liever niet gunnen. In de verwerking en industrialisering van het lithium zit winst. De meeste winst. De gegadigden willen dat graag zelf in handen houden. Ze beloven weliswaar werkgelegenheid, maar je weet dat ze sluwere en valsere onderhandelaars en juristen hebben dan jij. Argwaan is op z’n plaats. Argwaan kost tijd.
Of nog anders: exploitatie, verwerking, zelfs de productie van batterijen: je kunt het allemaal in eigen hand houden. Maar dan heb je technische kennis, ingenieurs, chemici, instrument- en onderdelenontwerpers nodig. Die zijn er niet, in jouw land. Het op te bouwen kost tenminste een decennium. Is het dan nog steeds hoogtij voor lithium?
In de kern eigenlijk: je zit nu vast. Je kunt eigenlijk niet vooruit: grote kans dat je wéér aan het kortste eind trekt. Maar stilstand… brengt niets tot stand. Terwijl: aan het eind van die onbeweeglijkheid wacht….. werkgelegenheid voor Bolivianen, wacht hightech, wacht inkomen, wachten vette jaren voor een arm land. Maar je zit vast.
Lithium is een bijzonder, heel licht metaal. En kan, naast andere toepassingen, een belangrijke functie vervullen in heroplaadbare lithium-ion batterij-kathodes, te vinden in veel consumentenelektronica. Voor lithium is, voor deze toepassing in die batterijen, nog geen alternatief gevonden – al zijn er geruchten dat daar ijverig naar gezocht wordt omdat producenten van deze batterijen de oplopende prijs van lithium vrezen. Dat maakt het dilemma nog prangender. Bolivia wordt door een linkse regering bestuurd; een regering die van de verkwanseling van de natuurlijke rijkdommen door vorige bestuurders nogal een punt maakte. Volop reden dus om de huid duur te verkopen, dat wil zeggen: om maximale compensatie en contraprestatie te vragen voor de winning van het lithium. Wrang genoeg noopt dit de regering tot geheimhouding. Mensen in de directe omgeving van de winningsplaatsen (vooralsnog meer proeven, op een kleine schaal) beklagen zich erover dat de terreinen bewaakt worden. Ze mogen er niet komen.
De belofte tot een grote rijkdom voor land en volk wordt dus bedreigd door groeiende ergernis en weerzin van de omwonenden, door moeizame en steeds haperende onderhandelingen met geïnteresseerde partners, en door het gevaar dat een te lange wachttijd de belofte zou kunnen doen verdampen.
Bolivia maakt moeilijke tijden door. Na een periode van politieke turbulentie, inclusief een tijdelijk landsbestuur in 2019 en 2020 door een rechtse regering zonder mandaat maar met de macht tot bestuur via decreten, trad in 2021 opnieuw een linkse regering aan. Die regering laat tot nu toe een spagaat zien: publieke verklaringen die de urgentie en noodzaak tot voortvarendheid benadrukken gaan samen met heimelijkheid en ogenschijnlijke stilstand inzake verdere ontwikkeling van de lithiumwinning.
De paradox of plenty, ook wel bekend als de resource curse of de grondstoffenvloek, is al vaak bestudeerd en becommentarieerd. De vloek bestaat eruit dat landen met zoveel natuurlijke rijkdommen juist vaak het slachtoffer worden van een nadelige deal: de uitverkoop van de rijkdom, leidend tot profijt voor weinigen. Voor de bestuurders en de elite. Niet voor de bevolking. En niet voor de ontwikkeling van een evenwichtiger economie.
Uit de huidige patstelling in Bolivia is te leren dat, zelfs wanneer het bewustzijn over het fenomeen bestaat, zelfs wanneer de wil om dingen voortaan anders te doen bestaat, dat dan de doorwerking van het oude patroon de omschakeling naar een nieuwe logica nog lang kan hinderen. Zelfs een vloek die doorzien is volhardt in zijn werking.
Ton Salman was tot zijn pensioen werkzaam als docent bij de afdeling Sociale en Culturele Antropologie.