Door
Terwijl ik bezig ben met de voorbereidingen voor de verdediging van mijn proefschrift op 14 februari, bereikt mij het nieuws over nieuwe rampspoed in de wijken van mijn onderzoek. Jongeren uit die wijken sturen me berichtjes via Whatsapp en Facebook om te laten weten dat het in de nacht van 9 op 10 februari zo hard heeft gestortregend dat huizen en wegen zijn ingestort, en mensen, veel kinderen, zijn weggesleurd in de regen en modder: “Hey Lide, gisteren regende het en mensen zijn gestorven. Meer dan 50”; “Godzijdank zijn we gespaard gebleven, maar het is een catastrofe. We weten niet wat te zeggen”; “Onze buurvrouw is haar 3 kinderen verloren”; “Een vriend heeft zijn familieleden verloren, alle 12.”
De omvang van de overstromingen en het verlies van mensenlevens drukt het nieuws van vorige week over de crisis in de regering even naar de achtergrond. Een Masterstudente die nu in Burundi onderzoek doet, herinnert me echter aan de politieke spanningen via een update over haar voortgang: de vice-president is ‘verdwenen’ en berichten over geweld in het noorden van het land houden aan. Via een legerdelegatie uit Nederland, in Burundi in het kader van de hervorming van leger en politie, probeert ze op de hoogte te blijven van de veiligheidssituatie. Maar het gaat goed met haar, sluit ze af: “Ik vind het een geweldig land en geweldige mensen”. De tegenstelling die schuil lijkt te gaan in haar berichtgeving herken ik sterk. Oorlog en vrede, verdriet en geluk, hoop en angst gaan in Burundi vaak samen, of wisselen elkaar in zo’n hoog tempo af dat het je kan duizelen.
Het proefschrift: Elusive Tactics
In mijn proefschrift breng ik in kaart hoe jongeren in zulk een context een leven proberen op te bouwen. Daarbij onderzoek ik de in-wording-zijnde effecten van wat zij doen op het continuüm van oorlog en vrede. Ik zeg ‘in-wording-zijnde’, omdat de naoorlogse ontwikkelingen zo pril zijn dat zij nog bestaansrecht lijken te moeten veroveren.
Burundi kent een turbulente geschiedenis met verschillende cycli van geweld. Een leidende vraag in mijn proefschrift is hoe ‘gewone mensen’ – jongeren – bijdragen aan het hervinden van vrede, of een terugkeer naar oorlog. De jongeren (ong. 16-30 jaar) uit mijn onderzoek zijn opgegroeid tijdens de burgeroorlog die van 1993-2006 woedde. Ze wonen in de noordelijke buitenwijken van de hoofdstad Bujumbura, die tijdens de oorlog extra zwaar getroffen werden door vernieling, geweld en etnische scheiding. In de oorlog waren classificatie en identificatie tekenen van dreigend gevaar. Maar hoe is dat na de oorlog, in een periode wellicht best omschreven als ‘noch oorlog, noch vrede’? Hoe gaan jongeren om met de dagelijkse onzekerheid over wat is, of wat zou kunnen zijn, en wat kan komen?
In de studie laat ik zien dat in naoorlogs Burundi veel alledaagse handelingen van jongeren erop gericht zijn veelzijdig en flexibel te worden en, bijna letterlijk, ongrijpbaar te blijven. De handelingen noem ik ‘elusive tactics’, of ‘schijnbewegingen’. De tactieken bieden bescherming en bevorderen het geloof in de mogelijkheid voor positieve verandering. Ze helpen heersende aannames over kennis en macht die het dagelijks leven begrenzen, ter discussie te stellen. Maar de ‘schijnbewegingen’ versterken ook het wantrouwen binnen sociale relaties. Waar kun je van op aan, en op wie kan je bouwen? Bij zoveel onzekerheid blijft verraad dreigen.
Blijvend bestaansrecht
Op de achtergrond in mijn huiskamer speelt het liedje van de Burundese zanger Steven Sogo: ‘Il est beau mon pays’: Mijn land is mooi/ Burundi/ Mijn land is mooi. Een Burundees meisje uit mijn onderzoek stuurt me een berichtje naar aanleiding van de modderstromen in haar wijk: “Merd j’en é mare de ce pays” – Verdorie, ik heb genoeg van dit land. De tegenstelling in deze uitlatingen over Burundi passen misschien bij deze tijd, maar ik hoop dat de positieve tonen van het liedje weer naar de voorgrond zullen treden, en daar nu blijven: dat de positieve, in wording-zijnde-effecten die ik beschrijf in mijn proefschrift blijvend bestaansrecht veroveren.
Dit stuk verscheen ook op het Lustrum Blog van de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam.
Lidewyde Berckmoes promoveert op 14 februari 2014 aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ze is momenteel verbonden aan de Universiteit van Maastricht als post-doc onderzoeker waar ze werkt aan onderzoek over transnationale migratie en families uit Nigeria en Angola.
Heel veel succes morgen, Lidewyde! Ik was er heel graag bij geweest, zeker ook na het lezen van dit mooie blog.
Mooi om dit stuk van je lezen, zo aan het einde van je traject als promovenda, Lidewyde! Ik kijk uit naar je promotie, over precies 30 minuten 🙂
Farmville coins are used to make experience points and to purchae things for tthe farm. aedkaddaedee
Link exchange is nothing else but it is just placing the other persons weblog link on your page at proper place and other person will also do similar in support of you. baaecdeegeeb