Door
Het is vrijdagmiddag. Ik hang wat rond met de vaste klanten van het guesthouse. Kolson komt het compound oprijden en zegt ‘Marya, you come and we go’. Zo gaat het vaak en zo spendeer ik mijn dagen: mensen bellen me dat ik mee moet komen, en ik ga. Kolson is een leuke man, heeft een vrolijk gezicht en is altijd in voor een geintje. Hij heeft een tijd in Engeland gestudeerd en gewoond, heeft een goede baan als arts bij NU-HITES (een internationale NGO), en heeft zijn eigen consultancykantoor. Ik stap bij hem in de auto en vraag wat we gaan doen. We gaan land kopen. Prima. Waar precies en hoe groot dat land is (ongeveer 20 acres denkt hij), dat weet hij niet. Eerst naar de bank om 12 miljoen UGX te halen, daarna naar het Area Land Committee om twee mannen op te halen – die met een gps het land gaan registreren, zodat er geen landconflicten kunnen komen – en daarna pikken we de chairman van LC3 op, die getuige is en onderhandelt.
We rijden en zoeken naar het land gedurende 2 uur. Uiteindelijk vinden we de familie die het land wil verkopen. Met de mannen van de familie lopen we rondom de grenzen van het land om de coördinatoren in de gps te krijgen. Het land blijkt toch iets groter: 115 acres. Na een wandeling van 1,5 uur zijn we klaar. We gaan terug naar het compound van de familie. Daar wordt stevig onderhandeld. Maar het probleem is dat de mzee (opa) van de familie al het land in één keer wil verkopen. De zonen zijn het hier niet mee eens: Kolson kan eerst een stuk van het land kopen voor die 12 miljoen, en later het restant kopen en betalen. Het is een hevige discussie. Maar waarom wil de familie het land verkopen?
Reden is met name geldgebrek: geen geld voor school, geen geld om het andere stuk land te bewerken. Maar er is nog een reden. Tijdens de oorlog was het gebied rondom hun compound (het perceel waar de familie woont) niet toegankelijk omdat de rebellen daar zaten. Op het land dat ze willen verkopen (zo’n 5 km verder) zijn 4 familieleden vermoord door de LRA, en zij zijn op dat land begraven. Maar volgens het spirituele geloof van de Acholi moeten de doden in hun dorpje, waar de familie woont, begraven worden om het hiernamaals te bereiken. Dus die 4 doden moeten terug naar het compound. Dit kost zo’n 3 tot 4 miljoen voor één persoon (ongeveer 6 miljoen voor alle 4) voor transport, de ceremonie, het eten, de graven, etcetera. En dat geld is er niet. Dus heeft de familie geen andere optie dan het verkopen van dat stuk land (en vaak is het geld na een maand op, en moeten ze weer een stuk land verkopen, waardoor veel families uiteindelijk eindigen met nog maar een klein stukje land).
De onderhandeling gaat niet lukken zolang de familie het niet eens wordt over hoeveel land Kolson kan kopen (in termijnen of niet). Na 2 uur praten, besluiten we om te vertrekken. Ze moeten het eerst maar met elkaar eens worden.
Een paar dagen later ga ik bij Kolson langs.’s Middags gaan we naar het dorpje van zijn moeder. Hij is een huis voor zijn moeder aan het bouwen. Dus daar moet hij zo nu en dan even heen om te kijken of de mannen het werk wel goed doen. Uiteindelijk wil Kolson hier ook wonen (omdat hij de omgeving met ‘national trees’ zo mooi vindt) en wil hij van zijn eigen huis en land in Gulu een ziekenhuis maken. We praten over het land dat hij wil kopen. Inmiddels belt de familie elke dag dat ze overeengekomen zijn dat Kolson het land in delen kan betalen. Kolson wil nu 100 acres kopen. Dus gaat hij land dat hij heeft in Kampala nu eerst verkopen, om het geld bij elkaar te sprokkelen. Hij is van plan om het land helemaal te bewerken: een trekker huren, het land omploegen en veel producten planten. En een deel van het land is voor zijn 21 koeien. Kolson heeft het geld, de connecties, de kennis en de middelen om zijn uiteindelijke doelen te bereiken. Maar veel mensen hebben dit niet. Met als gevolg dat het de ‘rijke’ mensen zijn die grote stukken land kunnen kopen en bewerken, en hierdoor nog rijker worden, terwijl de armen armer worden dan ze al zijn (precies omdat zij vaak geen andere mogelijkheden hebben dan het verkopen van een deel van hun land).
Rixt Vellenga voltooide onlangs haar master, met een thesis die getiteld is: ” From LRA conflict to land conflict: how post-war land conflicts influence attempts at (re-) building livelihoods of former IDPs in Acholiland, Northern Uganda”. Zij is op dit moment weer terug in Oeganda, in Gulu, waar zij PhD kandidaat is, en manager van het in dit stuk genoemde guesthouse.