Skip to content

Liefdesperikelen in Indonesië

2657037233_482b013af1freek

Mijn hotelkamer in Semarang ligt aan een brede gang, die een open verbinding heeft met de buitenlucht; de gang is een soort veranda binnenshuis. Als ik het begin van de avond op een stoel voor mijn kamer zit, dus op de ‘veranda’, gaat tegenover mij een kamerdeur open. Een meisje van een jaar of twintig met islamitische hoofddoek loopt naar buiten, op de voet gevolgd door een jongen. Tot mijn verbazing laten ze gewoon hun deur openstaan. Als ik hen daarom nieuwsgierig nakijk, valt me op dat zij een wel heel erg strakke broek aan heeft voor iemand die een hoofddoek draagt. En dan valt het kwartje: zij vormen een ongetrouwd stel, dat nergens ongestoord kan vrijen behalve in een hotel. 

De hoofddoek is om haar een fatsoenlijk uiterlijk te geven, maar ze neemt het niet zo nauw met het geloof. Kennelijk verhuurt mijn hotel de kamers ook per uur. En inderdaad, even later komt een ander stel, dat voor de gezelligheid een doos met cakejes bij zich heeft en een rugzakje met misschien wat schone kleren.

In Indonesië wordt volgens de dominante normen seks voor het huwelijk streng afgekeurd. Jong geliefden hebben het niet makkelijk. Goedkope hotels vormen een anonieme plek waar ze kunnen vrijen. ‘Cekin’ (=check-in) is een populaire term voor seks hebben.

In een streng islamitische stad als Padang hebben jongeren het nog moeilijker. Een bekende plek om elkaar tenminste te kunnen strelen, maar soms ook verder te gaan, zijn strandtenten. De strandtenten zijn opgetrokken uit bamboe stokken en oude, op doek geschilderde bioscoopreclames. De reclames, met elkaar innig aankijkende filmsterren, hebben iets romantisch. Maar natuurlijk zijn ook die reclames gekuisd. Binnen de tenten zijn met stukken zeil donkere hokjes gemaakt, maar daarvoor moet je wat extra betalen. De strandtenten zijn niet helemaal zonder gevaar. Hoeren nemen er klanten mee naar toe. Als de politie een razzia houdt om de hoeren op te pakken, worden ook de bedeesde jongeren zonder mededogen meegenomen naar het politiekantoor.

Een hele plezierige en ontspannen ontmoetingsplek zijn dan de betonnen en houten bankjes op de boulevard van Padang met uitzicht op de Indische Oceaan. Als je uitkijkt over de oceaan (met in de verte de lichten van vissersboten), zit je automatisch met je rug naar de straat. Niemand kan je in het gezicht zien. Het mooie van de bankjes is dat ze plaats bieden aan anderhalve persoon. Je hebt dus geen andere keus dan héél dicht tegen elkaar aan te zitten. Deze voorbeelden laten allemaal zien dat er een flink verschil kan zijn tussen de norm (wat je hoort te doen) en wat mensen in werkelijkheid doen.

Freek Colombijn is hoofd van de afdeling Sociale en Culturele Antropologie (VU) en verblijft momenteel voor onderzoek in Indonesië.  Zijn specialisaties zijn: stadsantropologie, geweld, historische antropologie en Zuid-Oost Azië.

One Comment

  1. […] Freek Colombijn is afdelingsvoorzitter van de afdeling Sociale en Culturele Antropologie aan de VU. Hij is op dit moment in Indonesië voor veldwerk. Zijn vorige bericht uit het veld ging over jeugdige romances. […]

Your email address will not be published. Required fields are marked *