Door Edien Bartels en Oka Storms De laatste tijd worden druk nieuwe maatregelen besproken om huwelijksmigratie te beperken. De vraag is waarom. Het lijkt er sterk op dat deze maatregelen niet de kwalen zullen verhelpen waartegen zij bedoeld zijn. Bij de recente toename gaat het om een ander soort huwelijksmigratie dan die waar de eerdere serie van maatregelen op gericht was.
Bij de eerste serie maatregelen ging het erom huwelijksmigratie uit Marokko en Turkije te ontmoedigen. Deze hielden in een verhoging van leeftijd tot 21 jaar, een salaris van 120% van het minimuminkomen, en een geslaagd inburgeringsexamen vóór vertrek naar Nederland. Deze maatregelen gelden overigens voor alle huwelijksmigranten uit ‘niet westerse’ landen. De laatste stijging in huwelijksmigratie betreft echter vooral huwelijksmigranten van recent binnengekomen groepen zoals Somaliërs, Irakezen en Afghanen.
De verwarring over de toename ‘ondanks’ de al genomen maatregelen wordt deels veroorzaakt door het feit dat de cijfers niet uitgesplitst worden in gezinsvorming en gezinshereniging. Gezinsvorming betreft de bruiden en bruidegommen die hier naar toe komen. Gezinshereniging betreft de onvolledige gezinnen die in het land van herkomst zijn achtergebleven en naar Nederland komen om zich te voegen bij een van de partners. Vluchtelingen zoals Somaliërs, Afghanen en Irakezen hebben daar recht op volgens Europese verdragen.
Met de maatregelen, zoals die tegen gedwongen huwelijken en neef-nicht huwelijken die nu worden voorgesteld, wordt gezinshereniging -de oorzaak van de toename- niet beperkt. Dat kan ook niet: gezinshereniging voor vluchtelingen is een mensenrecht. Er wordt echter nog een andere reden genoemd voor de nieuwe maatregelen: het bestrijden van consanguïniteit (neef-nicht huwelijken) en gedwongen huwelijken. Afgezien van het feit dat er nu opnieuw een golf van negatieve beeldvorming over migrantengroepen in de samenleving wordt gestort, getuigt ook dit argument van weinig inzicht in de werkelijkheid waarin deze maatregelen zouden moeten ingrijpen.
Deze verwarring wordt links en rechts van het politieke spectrum gedeeld. Rechts kan zich op de borst slaan want links doet oproepen om de maatregelen te steunen en ziet eindelijk in ‘waar het om gaat’. Een voorbeeld daarvan is de column van Evelien Tonkens over importbruiden in de Volkskrant van 7 oktober. Tonkens steunt de beperkende maatregelen vanuit verontwaardiging over eergerelateerd geweld. Importbruiden zijn het slachtoffer van eer en huwelijksmigratie moet daarom aan banden worden gelegd. Ze baseert zich op de schrijnende beschrijving van een levensverhaal van één Marokkaanse vrouw, Fayza Umm Hamed in het boek de Uitverkorene.
Deze column sloeg aan. In twee dagen waren er al 134 reacties, de meesten instemmend. Maar zoals een van de kritische reacties vraagt: geldt dit voor alle importbruiden, gaan alle immigranten gezinnen zo om met eer? Kan je generaliseren uit één casus? Uit ons onderzoek naar partnerkeuze onder groepen Amsterdammers, gebaseerd op gesprekken met meer dan 120 mensen, blijkt dat vooral jonge Turken en Marokkanen partners uit de landen van herkomst als ‘van een andere cultuur’ ervaren. Ouders volgen daarin, zij het langzamer dan de jongeren. Tijd speelt ook een rol.
Groepen die een kortere migratiegeschiedenis hebben oriënteren zich voor partnerkeuze sterker op het land van herkomst dan de groepen die hier al langer geworteld zijn. Na het overlijden van de grootouders zijn ouders minder verplicht om zich te voegen naar de wensen van de familie in het land van herkomst. Zij zijn daarom naar hun kinderen, de tweede generatie, vrijer om mee te gaan in hun eigen partnerkeuze. Duidelijk was ook dat jongeren uitgaan van vrije partnerkeuze ook al willen ze in die keuze rekening houden met de opvattingen van hun ouders.
En dan consanguïniteit. In de landen van herkomst, Turkije en Marokko, wordt er veel consanguïn, d.w.z. tussen neef en night, gehuwd. In Marokko, over het hele land is het 15%. Op het platteland zijn de cijfers hogers dan in de steden. Dat ligt voor de hand want in de steden is meer keuze in partners. Dat neemt niet weg dat consanguïne huwelijken in Noord-Afrika en het Midden-Oosten vaker voorkomen dan in het westen en zelfs als gewenst gezien worden.
Het is belangrijk hierbij op te merken dat een neef-nicht huwelijk voor vrouwen meer bescherming geeft tegen een slechte behandeling, hoe merkwaardig dit ook mag klinken in Nederlandse oren. Ze heeft immers haar ouders achter haar staan die haar kunnen verdedigen tegen haar man en zijn ouders, want die zijn familie. En haar man en zijn ouders zullen hun best doen de familieverhoudingen niet te verstoren. Vrouwen in China en in India die buiten hun familie trouwen in een patrilineair systeem, zijn veel afhankelijker van de familie van hun man en veel kwetsbaarder dan vrouwen binnen het endogame patrilinaire systeem zoals gangbaar in Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
Wij willen niet beweren dat er geen geweld tegen vrouwen voorkomt in Noord-Afrika, integendeel, maar hun positie is relatief gunstig. Weduwenverbranding en zogenaamde schoondochterzelfmoord komen daar niet voor. Om consanguïne huwelijken zonder meer als eergerelateerd geweld te bestempelen gaat te ver, en strookt niet met de feiten.
Wat overblijft is het argument dat een neef-nicht huwelijk ongezonde kinderen oplevert. Als dat serieus bedoeld is zijn er nog wel effectievere maatregelen te bedenken om kinderen met afwijkingen te voorkomen: stel de maximale leeftijd dat vrouwen een kind mogen krijgen op 35 jaar. Daar behaal je de meeste winst mee voor het kind.
Edien Bartels en Oka Storms zijn als antropologen verbonden aan de Vrije Universiteit. Ze schreven het onderzoeksrapport “De keuze van een huwelijkspartner. Een studie naar partnerkeuze onder groepen Amsterdammers“. Amsterdam Vrije Universiteit 2008.
Bartels schreef aan de hand van dit onderzoek eerder Actie tegen gedwongen huwelijken meer dan symbool politiek?
Zie ook het commentaar van Tineke Strik op de column van Evelien Tonkes in de Volkskrant.
[…] Ze schreven eerder over de zin en onzin van het verbieden van neef-nicht huwelijken. […]
“stel de maximale leeftijd dat vrouwen een kind mogen krijgen op 35 jaar. Daar behaal je de meeste winst mee voor het kind.
”
en dat is dan niet repressief?
Goh wat leuk die huwelijken tussen neef-nicht. In mijn turkse familie wordt er angstvallig niet over gesproken omdat dit iets is uit de oude doos. En wat zijn ze “gelukkig”. De nieuwe generatie goed opgeleide jongens en meisjes willen hier echt niets van weten. Dan komen een paar van die “goedpraters” om de hoek kijken om de schaamte in stand te houden. Oh ja ik ben niet van turkse komaf maar weet heel goed hoe het daar toe gaat.
[…] Bartels heeft eerder over dit thema op StandplaatsWereld […]
[…] Edien Bartels is universitair docent bij de afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de VU. Zij is onder meer gespecialiseerd in islam en Marokkaanse migranten in Nederland. Lees ook haar eerdere berichten op dit weblog, waaronder een over de zin en onzin van het verbieden van neef-nicht huwelijken. […]
[…] Edien Bartels is universitair docent bij de afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de VU. Zij is onder meer gespecialiseerd in islam en Marokkaanse migranten in Nederland. Lees ook haar eerdere berichten op dit weblog, waaronder een over de zin en onzin van het verbieden van neef-nicht huwelijken. […]