Padang is een kuststad met bijna een miljoen inwoners, de hoofdstad van de provincie West Sumatra. In 1990 en 1991 woonde ik hier elf maanden voor een onderzoek naar het gebruik van de stedelijke ruimte. Een belangrijk concept bij dat onderzoek was mental map. Mensen navigeren door steden aan de hand van deze mental maps: kaarten die ze in hun hoofd hebben. Mental maps zijn geen ‘objectieve’ plattegronden, maar een voorstelling van de ruimte, met bepaalde punten of straten die voor de betrokkenen markant zijn. Bepaalde punten in deze mental maps hebben voor betrokkenen veel betekenis en andere plekken zijn praktisch betekenisloos en vormen een witte vlek op hun kaart. Mental maps doen mensen ideeën aan de hand hoe ze zich van het ene naar het andere punt kunnen verplaatsen.
Sinds 1991 ben ik meermalen in Padang teruggekeerd, zonder dat dit grote invloed had op mijn mental map. Toen ik in januari 2011 opnieuw terugkeerde, was echter veel veranderd. In 2009 was Padang door een zware aardbeving getroffen geweest en veel plekken in de stad waren wezenlijk veranderd. De stad die ik goed gekend had, was deels verdwenen of zwaar beschadigd. Ook veel bewoners hadden hun mental map drastisch bijgesteld.
Navigeren door de stad
Voorop gesteld, de meeste Indonesiërs oriënteren zich op een andere wijze in een stad dan Nederlanders. Nederlanders oriënteren zich vooral aan de hand van straten en straatnamen; Indonesiërs gebruiken hiervoor markante gebouwen. Dragen Nederlandse bushaltes de namen van straten, de hulp op een Indonesische bus roept belangrijke gebouwen om, waar de bus langs komt: ‘bioskop’, ‘apotik’, het bevrijdingsmonument, enzovoort. Nederlandse mental maps zijn vooral opgebouwd uit straten, lijnen, Indonesische mental maps uit punten.
Schade door de aardbeving
Veel van deze orientatiepunten of landmarks zijn door de aardbeving beschadigd of zelfs ingestort. Het lijkt erop dat vooral de overheidsgebouwen geleden hebben. Dit kan liggen aan het feit dat deze met minder geld, dus minder solide gebouwd zijn, of dat geld voor reparaties in de zakken van ambtenaren is verdwenen. Misschien ook waren de overheidsgebouwen extra kwetsbaar, omdat ze bergonjong daken hadden. Bergonjong daken lopen uit in spitse punten die in een ‘invention of tradition’ als kenmerkend voor de streek worden gehouden. De bergonjong daken zijn topzwaar. Het nieuwe stadhuis is bijvoorbeeld zwaar beschadigd en onbruikbaar. Ook de Export-Import Bank, wat waarschijlijk het hoogste gebouw in de stad was, heeft zijn gehele dak en bovenste verdieping verspeeld.
De grootste schok in mijn mental map werd echter veroorzaakt door de oude Chinese tempel, of klenteng. Dit was een van de grootste bezienswaardigheden van de stad, stammend uit de negentiende eeuw. De tempel is nu zeer zwaar beschadigd en kan niet meer gebruikt worden. Stukken van de nok van de verschillende daken, met uitstekende draken versierd, zijn afgebroken. Prachtige gepleisterde muurschilderingen van grote kunsthistorische waarde zijn in hun geheel van de murgen gekomen en zijn totaal verloren gegaan. Dat de Chinese gemeenschap niet zo welvarend is als soms wordt aangenomen blijkt wel uit het feit dat weinig aan het herstel is gedaan. In plaats daarvan heeft men op het voorplein een noodtempel gebouwd van stalen buizen en houten schotten, met op de deuren levensgrote foto’s geplakt van de oorspronkelijke deurpanelen.
A mental map of fear
Natuurlijk hebben de Padangers zelf nog veel grotere aanpassingen in hun mental maps gemaakt dan ik moest doen. Uit gesprekken blijkt dat het gevoel van onveiligheid overheerst. Men is zich zeer bewust van de tsunami die Tweede Kerstdag 2004 grote delen van Banda Aceh (een stad op de noordpunt van hetzelfde eiland, Sumatra, gelegen) heeft weggevaagd, waarbij naar schatting tweehonderdduizend Indonesiërs zijn verdronken. Padang ligt op dezelfde kust. Eerdere tsunami geruchten leidden tot paniek in de stad. De zware aardbeving van 2009 en een tsunami die in 2010 dood en verderf zaaide op de Mentawai eilanden (een groep eilanden niet ver voor de West-Sumatraanse kust) hebben de angst versterkt. Algemeen verwijst men naar de conclusie van ‘buitenlandse experts’ dat inwoners van Padang er zeker van kunnen zijn nog tijdens hun leven een tsunami van vergelijkbare omvang als die in Banda Aceh mee te maken. Of dit nu een urban legend is of niet, de schrik zit er definitief in.
Daarmee is de bestaande mental map van Padang aangevuld met een nieuwe, haast alles overheersende laag: gebieden dicht bij de kust (dus binnen bereik van een tsunami) en gebieden verder weg. Velen die het zich kunnen veroorloven zijn meer landinwaarts verhuisd, bij voorkeur naar gebieden die zeker 20 meter boven zeeniveau liggen. Anderen hebben Padang helemaal verlaten, voor Pekanbaru, Medan, Jakarta of andere plaatsen. De verdeling van grondprijzen in de stad is ook drastisch veranderd; de strook aan de kust is weinig meer waard (maar de burgemeester, fluistert men, heeft daar privé voor een habbekrats veel grond opgekocht), stukken landinwaarts zijn sterk in prijs gestegen.
Sommige aspecten van de mental map van veel bewoners zijn helemaal niet veranderd, maar precies gelijk gebleven. De smellscape lijkt bijvoorbeeld onveranderd. ’s Avonds hangt er bij landwind in de stad de penetrante geur afkomstig van een landinwaarts gelegen rubberfabriek. Twintig jaar geleden al probeerde de overheid deze fabriek te verplaatsen, kennelijk nog altijd zonder succes. Maar of we nu blij moeten zijn dat net dit deel van de mental map ongewijzigd is gebleven?
Freek Colombijn is als antropoloog verbonden aan de afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de Vrije Universiteit. Hij schrijft regelmatig voor Standplaats Wereld over zijn onderzoek in Indonesische steden.
Beste Freek,
Met belangstelling lees ik onderstaand verhaal en bericht over mental maps in Indonesie. Het doet me sterk denken aan de veldoefeningen in mijn diensttijd, overdag en ‘s nachts. Op de Veluwe bij Ermelo waren geen naamborden in de natuur en met mijn dienstmaat moesten we de markante punten goed in ons hoofd prenten. Vooral bij het achterom, terugkijken. Want bij het teruglopen moesten we de juiste afslag weer nemen om op de kazerne te komen!
Met vriendelijke groet, Henk Uijttenhout, oud-student van C.O.M. (periode prof. Tennekes)
Hallo Freek,
Interessant artikel.
Een groot deel van de familie van mijn vrouw woont in Padang. Zelf ben ik er in 2007 en 2009 geweest, net voor die zware aardbeving. De schade zal inderdaad wel immens zijn, heel triest.
Wellicht gaan we in 2012 weer.
Groeten,
Dirk
Meneer Freek Colombijn, vooral uw boek getiteld: Patches of Padang interesseerde me zeer, omdat ik met fam. genealogie, mijn hobby, bezig ben. Hinrich Jan Pieter Haacke, v.d. firma Haacke & Co. was gehuwd met een von Liebenstein, zij was weer fam. van Botellho, fam. van wijlen mijn oma Eugenie Albertin Botellho. En vooral die mooie foto van de fam. Haacke-von Liebenstien. Alleen de namen van de personen zijn wij het nog niet overeen ! Hebt u nog één v.d. personen geinterviewd ? Gegroet Ben Heijden.