Skip to content

Metropolis: de Dood

Door Lysander Wiering.
De Metropolis van afgelopen donderdag 29 januari stond in het teken van ‘De Dood’. In de uitzending kregen we reportages te zien die toonden hoe mensen op verschillende plekken in de wereld, verschillend omgaan met de dood en hun overleden dierbaren. Alhoewel, waren de verschillen wel zo groot?

Emoties en rituelen zijn onlosmakelijk met de dood verbonden. Metropolis liet ons zien dat er uiteenlopende rituelen bestaan om de doden te eren en dat mensen van plek tot plek verschillende manieren hanteren om het leed draaglijker te maken. Op het eerste oog is het aannemelijk dat emoties voortkomen uit het verliezen van een dierbare en dat de rituelen rondom de dood simpelweg voortvloeien uit de krachtige emoties die het verlies van een dierbare bij de nabestaanden teweeg brengen. Maar in de antropologie wordt hier nog weleens anders over gedacht.

A. R. Radcliffe-Brown zou zeggen dat het openlijk vertoon van rouw een functie heeft: de extensie van de emoties van directe verwanten op minder directe verwanten werkt als een zekere verbroedering onder de nabestaanden. Het delen van het leed verzacht de pijn. Maar het vertoon van rouw kan ook een machts- en politieke functie hebben. Dat zagen we in de reportage afkomstig uit Kenia, waar professionele “vertoners” van rouw worden ingehuurd. Deze, vaak arme mensen die geen kans hebben op ander betaald werk, volgen de begrafenisstoet en brengen met veel kabaal en bombarie de omgeving op de hoogte van het overlijden van een persoon. Hoe machtiger een persoon is, hoe meer geld hij of zij heeft om mensen in te huren en hoe groter de begrafenisstoet wordt. Een grote begrafenisstoet wordt hier dus geassocieerd met macht en status. Het  werk van deze professionele ‘rouwers’ wordt echter gezien als een oneerbiedige baan en daarom vaak verzwegen voor de rest van de familie.

Emile Durkheim schrijft emotie en rouwvertoon niet toe aan het individu, maar schrijft dat dit iets is dat voorkomt uit het collectief en dat het als zodanig een sociaal fenomeen is: “Society and its collective representations govern the individual’s responses, and not the reverse.” Durkheim schrijft dat het menselijk handelen voorgeschreven is, maar emoties niet. In het boek: ‘Celebrations of Death, The  Anthropology of Mortuary Ritual’ concluderen Metcalf en Huntington dat de relatie tussen ritueel en emotie niet vanuit één richting aanwijsbaar is, maar ‘cybernetisch’ is. Wat zoveel wil zeggen dat de relatie heen en weer gaat tussen de mens en het systeem (in dit geval het ritueel).

De  antropoloog Renato Rosaldo kijkt hier anders tegen aan. Hij ziet emotie als de belangrijkste bouwsteen van het menselijk handelen en schrijft dat doodsrituelen puur en alleen bestaan om de rouw te verzachten en voortvloeien uit emotie. Rosaldo gaat dus in tegen de cybernetische werking tussen ritueel en emotie. Emotie is volgens hem de rode draad voor ons menselijk handelen. De, door het protestantisme geïnspireerde Nederlandse ethiek in het noorden van ons land is van invloed op het begrafenisritueel.

Opvallend is dan ook dat tijdens de straatvragen in Nederland in Beverwijk en met name tijdens de ‘voxpops’ afkomstig van een bingoclub in Biddinghuizen, de oudere garde aangeeft ‘lekker normaal’ begraven te willen worden. Een beschaafde uitvaart, met niet al te veel toeters en bellen. Een kopje koffie en een plak cake na afloop en dan gewoon met z’n allen op huis aan. In het zuiden van ons land, het katholieke deel, zien we dat mensen wel een grote begrafenis verlangen en op een waardige manier herinnerd wil worden. Deze wens verspreidt zich, mede door individualisering van rouwrituelen, op veel plekken in ons land. ‘Speciale uitvaart services’ zijn in groten getale in opkomst en het is dan ook mogelijk om vandaag de dag op geheel eigen wijze richting het kerkhof of crematiecentrum vervoerd te worden. Zo zien wij in de Metropolisreportage uit Nederland ‘de Uitvaartkoe’; een koe die een kar voorttrekt met daarop de kist. Ook zien we de uitvaartfiets; hetzelfde idee, alleen dan met een fiets.

Maar het kan ook veel groter en gekker. Zo is er in Amsterdam ‘de roze uitvaartlimo’ en zien wij ‘de uitvaartvrachtwagen.’ Dat mensen graag een persoonlijk tintje geven aan hun begrafenis is niet iets nieuws. Ook in andere landen komen hele bijzondere manieren voor om herinnerd te worden. Zo liet Metropolis zien dat ‘herinnerd’ worden in sommige landen van groot belang is. Een normale kist vinden ze in Ghana een beetje saai. Daar laat je voor veel geld een unieke kist maken die past bij jouw persoonlijkheid. Een overleden militair laat een doodskist maken in de vorm van een mitrailleur en een piloot krijgt een houten vliegtuig als laatste rustplek.

Van Gennep, maar ook Hertz (een navolger van Durkheim), beschrijft de dood en de daarbij horende emoties als een ‘social fact’ dat bestudeerd kan worden. Zij zien het als een rite-de-passage. Overlijden, het begraven en het afscheid nemen bestaat uit verschillende fases, waarbij men van de ene fase overgaat in de andere. De eerste fase is die van de overleden persoon in kwestie die nog onder de mensen op aarde is. Om het leven hier af te kunnen sluiten moet er afscheid van hem of haar worden genomen. Dit gebeurt door de kist in het graf te laten zakken (of, in het geval van cremeren, door deze in de crematieoven te schuiven). Het moment dat er zand over de kist wordt gegooid (of de klep van de oven dicht gaat) is de tussenfase: de fase tussen het leven hier en het nieuwe leven waar aan een overledene begint na zijn of haar overlijden. Door deze tussen fase kan men overgaan naar de laatste fase: vrede hebben met het overlijden van een persoon.

De reportage uit Puerto Rico laat een, voor ons, vreemde tussenfase zien. Voordat een overledene voorgoed uit het zicht verdwijnt nemen ze daar afscheid door de dode op te baren. En niet zomaar op te baren, nee, de dode wordt opgebaard in zijn of haar favoriete positie. De reportage toonde een fervent motorrijder op zijn geliefde sportmotor in de hoek van de kamer en een bewonderaar van Ché Guavara, gekleed als zijn idool, op het midden van het bankstel tussen zijn familie. Een lijk kan natuurlijk niet onbeperkt behouden worden en dus worden deze opgebaarde overledenen uiteindelijk begraven.

Maar niet overal vinden we het nodig om afscheid te nemen van de doden. Op de Filippijnen zien we hoe meer dan duizend families in en rondom het graf leven van overleden familieleden. Dagelijks zorgen zij voor het graf en zeggen zo de doden als het ware in leven te houden. Dit doen zij om het leed dragelijker te maken, maar ook uit economische overwegingen. Daar waar blijkt dat dit gebruik op de Filippijnen vrij nieuw is en er dagelijks nieuwe families op het kerkhof komen wonen (het kerkhof is inmiddels zo vol dat er geen nieuwe families bij mogen komen) denk ik dat vooral economische overwegingen de reden zijn waarom men hier op het kerkhof woont.

Dan zijn er nog mensen die niet geloven in het idee dat een lichaam opgeborgen moet worden om de ziel naar ‘het hiernamaals’ af te laten reizen; “dood is dood”. Op deze wijze hopen zij de mensheid met het overleden lichaam een laatste dienst  kunnen bewijzen. In veel landen is het mogelijk om je lichaam af te staan aan de wetenschap en zo hopelijk iemand anders een vroegtijdige dood te besparen. In Nederland geven wij aan of wij donor willen worden en in Thailand (deze reportage zat niet in de uitzending maar staat wel op de website van Metropolis: www.metropolistv.nl) is er een heus HIV museum. Met HIV besmette patiënten zijn gids van het museum en na hun overlijden belanden zij in grote glazen vitrines in de hallen van het museum. Zo dienen zij als voorbeeld voor de gevolgen  van de ziekte.

Maurice Bloch en Jonathan Parry wijden het boek: ‘Death and the Regeneration of Life’ aan het feit dat dood en nieuw leven met elkaar verbonden zijn. Zij schrijven dat sinds het begin van de mensheid ‘vruchtbaarheid’ en ‘seksualiteit’ prominent aanwezig zijn bij begrafenisrituelen. De Zwitserse antropoloog Bachofen deed onderzoek naar de Griekse en Romeinse symbolieken. Hij kwam met name symbolen van nieuw leven tegen bij Dionysische en Orfische cultussen tegen. Maar ook bij de Romeinen was het gebruikelijk een ei te plaatsen in een graf. Het ei, voor de helft zwart en voor de helft wit geschilderd, symboliseert de nacht en de dag en hergeboorte na de dood. Bachofen concludeeert: “The funeral rite glorifies nature as a whole, with its two fold life and death giving principle… that is why the symbols of life are so frequent in the tomb”. De gedachte dat de dood nauw verbonden is met het schenken van nieuw leven zien wij terug in de Metropolisreportage afkomstig uit Bolivia, waar schedels worden opgegraven en aan zieke mensen of mensen met veel tegenspoed worden geschonken. De schedels brengen gezondheid en geluk.

Aanstaande donderdag 5 januari staat Metropolis geheel in het teken van de allerkleinsten. Overal op aarde kent de mens rituelen en middelen om onze nieuwe wereldburgers te beschermen en klaar te stomen voor het leven dat ze staat te wachten. In Bolivia zien we hoe bij de Chimanes een moeder met behulp van een oerwoudvrucht haar kleine blauw verft. Dit om de baby te beschermen tegen ziektes en luiheid. Bij de geboorte van een kind in India komt er wel heel speciale kraamvisite langs. Tot vrouw geworden mannen, ‘de Hijra’s’, dansen voor het kind om het te zegenen en een voorspoedig leven te geven. Zij vragen hiervoor wel een kleine beloning, want ze zomaar de deur wijzen brengt een hoop onheil. Zie hier alvast een voorproefje van de komende aflevering: http://www.youtube.com/watch?v=CYLBBoVAUBY

Lysander Wiering is derdejaars antropologiestudent aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij liep drie maanden stage bij het VPRO programma ‘Metropolis’ en geeft wekelijks antropologisch commentaar bij de uitzendingen op standplaatswereld. Bekijk zijn andere post.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *