Skip to content

‘Music to the Rescue’…

Een bericht uit Uganda van één van onze masterstudenten.

IMG_0598renske met boys

Door Renske den Uil.
… luidt de slogan van Mlisada, een project waar straatkinderen eten krijgen, kunnen douchen en de mogelijkheid hebben om muziek te leren spelen (zowel brassinstrumenten als gitaar, viool, piano en traditionele instrumenten zoals de adungu en de full set drums). Daarnaast biedt Mlisada onderdak aan zo’n tachtig voormalige straatkinderen, die dankzij Mlisada naar school kunnen en hier ook muziek leren maken. Mlisada is het project waar ik deze drie maanden een groot deel van mijn veldwerk doe. Waar ik begin januari nog baalde dat een groot deel van mijn onderzoeksvoorstel linea recta de prullenbak in kon, heb ik inmiddels een aangepaste focus, twee nieuwe projecten als case study en kan ik met recht zeggen dat ik hier, als een muziekliefhebbende antropoloog, mijn droomonderzoek doe.

Mijn onderzoekslocatie, Kampala, is een grote, hectische stad met ruim 1 miljoen inwoners. Met verharde wegen, bakstenen huizen, wolkenkrabbers en een redelijk aantal wifi-spots lijkt Kampala in eerste instantie niet direct het armoedige Afrika zoals dat vanuit het Westen vaak gestereotypeerd wordt. In deze ogenschijnlijke ontwikkelde stad is voor sommige mensen de dagelijkse realiteit echter wel anders. Voor karige loontjes moeten mensen veelal fysiek bijna onmogelijk al dan niet geestdodend werk verrichten; van het verslepen van vijf bankstellen, een bed en een kast op één fiets, het in de brandende zon voortduwen van kruiwagens met de opbrengst van op z’n minst tien moestuinen, tot het urenlang stilzitten naast een pinautomaat om te zorgen dat mensen veilig geld kunnen pinnen. Het salaris dat dit werk oplevert is voor veel gezinnen niet toereikend; één van de consequenties hiervan is dat niet alle kinderen naar school kunnen en dat veel kinderen overdag en ‘s nachts proberen wat geld bij te verdienen, bijvoorbeeld door te bedelen of voorbijgangers zich voor 500 shilling (ca. 15 eurocent) te laten wegen.

Voor mijn onderzoek ben ik geïnteresseerd in hoe Ugandese jeugd het opgroeien in Uganda ervaart in termen van Human Security en welke betekenis muziek in deze context voor hen heeft. Mijn onderzoek voer ik uit bij twee projecten: het eerste, zoals boven beschreven, is Mlisada. Het tweede is de Crane Performers. Dit is een traditionele muziekgroep die bestaat uit jongeren die veelal wees zijn als gevolg van bijvoorbeeld conflicten of HIV/AIDS. De jongeren die onderdeel uitmaken van deze groep krijgen onderdak, eten en vijftig procent van het schoolgeld /collegegeld wordt voor hen betaald. In ruil daarvoor wordt van ze verwacht dat ze veel studeren op hun instrument, want ook de Crane Performers worden vaak ingehuurd op verschillende gelegenheden.
DSC07686renske Bij beide projecten bestaat mijn onderzoek – participerende observatie – voor een groot deel uit samen muziek maken. Zo zing ik samen met Lilian (16 jaar) liedjes van Rihanna en Beyoncé aan de piano, schrijf ik liedjes met Derek (24 jaar) met zijn eigen gitaarbegeleiding, wisselen Shafic (20 jaar) en ik klassieke pianostukken uit, geef ik zangles aan Yiga die zo graag goed klassiek zou kunnen zingen, geef ik pianoles aan Charles (19 jaar), krijg ik les op de adungu (een soort schoot-harp) van dezelfde Charles, krijg ik djembéles van Jaffa en leer ik traditioneel dansen van Prossy (18 jaar). Dankzij de muziek die we samen maken heb ik in de eerste plaats al direct een aantal aanknopingspunten voor mijn onderzoek. Zo zingt Derek: “So many times you wonder, why you live the way you live, desires in your heart, but you never get any of it” waarmee hij onder andere doelt op zijn wens om gewoon met zijn eigen familie te leven in plaats van in een tehuis voor straatkinderen. Daarnaast is samen muziek maken een mooie manier om een goede vertrouwensband te krijgen met de jongeren. Dankzij het samen muziek maken heb ik met sommigen van de jongeren al snel zodanig intensief contact gekregen dat persoonlijke levensgeschiedenissen makkelijk boven tafel kwamen. Ter illustratie een stukje van de biografie die ik afgelopen dinsdag met Charles geschreven heb:

“In Primary four I was captured, I was around 12 years, by the soldiers from the LRA, and then they started training me military, forcing me to like punish civilians, kill them sometimes, capture them, like that. (…) Sometimes they just felt like punishing..so beating captives for no reason and even killing them, moving to destination unknown while carrying heavy luggage on the head. Imagine, carrying 50 kilograms of sugar, stolen from somebody’s shop, on the head for a distance that is not defined?…. You were never secure. Whenever you put it down, they will kill you. They might ask you if you want to rest, but if you put it down, they will kill you. That’s what they mean with ‘you resting’.”

De betekenis die de jongeren aan muziek geven is bijna niet los te koppelen van de insecurities die zij in hun leven zijn tegengekomen; voor veel jongeren geldt dat ze zich dankzij de muziek niet meer zorgen hoeven te maken over geld, over het wel of niet naar school kunnen of over een tekort aan eten. Toch speelt muziek in op meer dan de economische onzekerheden die veel van de kinderen gekend hebben; zo geven de liedjes van Derek en Lilian hun dromen weer, herinnert de traditionele muziek Charles aan zijn ouders (die vlak na zijn terugkomst uit de LRA vermoord werden) en is het beheersen van de piano voor Shafic vooral een middel waarmee hij jongeren zoals hijzelf hoopt te inspireren en te helpen.

Één ding is zeker: de vastberadenheid die de jongeren hebben om iets moois van het leven te maken, hetzij door muziek, hetzij op een andere manier, werkt aanstekelijk. Met dat ‘inspireren’ zit het dus wel snor.

One Comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *