Skip to content

Nederland Kenniseconomie – taken seriously

Een interview met dr. ing. Megal Omaan – Terwijl het Nederlandse universitair-wetenschappelijk onderzoek in deze globaliserende tijden steeds meer terrein verliest ten opzichte van bestaande en opkomende groot-producenten als de USA, India en China, heeft een commissie van binnen- en buitenlandse toponderzoekers zich gebogen over een blauwdruk om het Nederlands wetenschappelijk onderzoek opnieuw op te stoten in de vaart der volkeren. Op onze eigen VU stond de woordvoerder van deze commissie ons een interview toe.

Ingenieur Omaan, kunt u ons iets vertellen over de commissie, en de motieven om deze opdracht aan haar mee te geven?

Look, we constateerden dat het wetenschappelijk onderzoek in Nederland stagneerde. Teveel onderzoekers, in particular in de alfa- en gammawetenschappen, werkten en publiceerden nog in samenwerkingsverbanden van minder dan 5 of 10 collega’s en incidenteel zelfs individueel. Dat leverde publicaties op met slechts één naam daarboven; very inefficient, en een output van minder dan drie peer-refereed articles a year, in sommige gevallen zelfs in journals met minder dan een double-A rating. Dat leverde vanzelfsprekend ondermaatse impact-scores op. Er moest dus iets gebeuren, en mijn collega’s en ikzelf zijn op zoek gegaan naar een integraal, innovatief, future-ready alternatief.

Maar op de Nederlandse universiteiten zijn de afgelopen jaren toch al de nodige maatregelen genomen om de output en efficiëntie te verbeteren?

Te weinig, en met te geringe ambities. For instance, enkele jaren terug lanceerde men de notie van focus en massa, om onderzoeksinspanningen beter te stroomlijnen. Ons bleek dat dat tekortschoot. Naast FOcus en MAssa is GRAvity, SYnergy and SPeed nodig. Dat maakt samen het acronym FOMAGRASYSP. Als we ons onderzoek voortaan op dié leest schoeien, dan héb je ook wat. Een ander voorbeeld betreft de quality van de onderzoeksoutput. Tot nu toe ambieerde men top en excellent research. Dat leek ons te bescheiden. Wil je écht verschil maken, dan moet je utmost en supreme research laten zien. Daarom is onze quality-ambitie vanaf nu de mix van Top, EXcellent, SUPreme en UTmost; kortom TEXSUPUT research. We hebben begrepen dat onze USA-collega’s bleek wegtrokken toen ze over deze nieuwe Dutch target vernamen. Tenslotte: we streefden in het verleden naar tenminste drie refereed outputs per six months in double A-rated-journals. Daarmee win je de oorlog niet. We gaan de lat hoger leggen. Het moeten er zes worden, in triple-A journals. We hebben Standard & Poor’s verder gevraagd een A2 category in journals te onderscheiden, journals met een mega-impact dus. Wie daarin publiceert krijgt een marktconforme bonus, zoals dat in de real economy gebruikelijk is. We gaan daaraan een incentive verbinden: we gaan achievement convenants, inclusief concrete benchmarks, met alle stafleden afsluiten en aan het niet nakomen ervan binnen drie maanden consequenties verbinden.

Hoe denkt u dat we deze hoge ambities kunnen verwezelijken?

Basically, afslanking en upscaling. We zijn nu echt ver voorbij al die amechtige noties als de SmartMix, de innovation-platforms, de ondernemende universiteit, de onderzoeksstimulerings-fondsen, de universitaire marketability, ‘Bologna’, de accreditatie-audits, de onderzoeksscholen en de graduate schools, de softe functioneringsgesprekken of de ordinaire peer-reviewed outlets. We moeten radicaler denken. De Nederlandse universitaire wereld moet los komen uit dat provinciale. We stellen gedurfde fusies voor. Leiden, Rotterdam, VUA, UvA en Utrecht gaan samen, op een nieuwe campus. Om een campus van die omvang te kunnen bouwen, heb je ruimte nodig. Vandaar ons voorstel aan de regering om de Markermeerpolder alsnog droog te leggen. Dat gekneuter van “de Boelelaan oversteken” voldoet natuurlijk in deze tijden van accelererend research-dynamism niet meer. Ook Nijmegen, Wageningen, Twente, Eindhoven, Tilburg en Maastricht gaan samen, en zullen bouwen op de Vierde Maasvlakte. Voor Groningen is € 6.57 per aandeel geboden door Oldenburg en Hamburg; me dunkt dat de stockholders in hun handjes zullen knijpen. De nieuwe campussen zullen geen faculteiten meer hebben, laat staan afdelingen, maar big-theme research-clusters, waarin tenminste 100 scholars samenwerken, in grote kantoortuinen. We kopen toegang tot alle grote data-bases in de wereld. Boeken- en archiefkasten bestaan daar niet meer; the world is now digital. Voor echte TEXSUPUT researchers creëren we natuurlijk adequate condities, assembly units, tot 15 personen. Imagine hoe dat daar bruist: iedere dag gaan er twee submissions, samengesteld door minimaal 20 authors, de deur uit! Daartoe is vanzelfsprekend close surveillance and micro-management van medewerkers vereist; per slot van rekening is wetenschap allang geen gewone topsport meer – het is extreme sport geworden.

Hoe vindt u de mensen die op dit niveau kunnen presteren?

Om de young talents eruit te plukken, creëren we voor recent gepromoveerden onderwijsaanstellingen, steeds per course, met een maximale duur van 3 maanden, tegen een half-minimum-wage stipendium. Als zij dit drie jaar lang volhouden, en ondertussen hun research-output op threerefereed-per-semester handhaven, kunnen we ze een temporary-junior-try-out-assessment-dependent-pre-contract aanbieden. Degenen met een echte passionate attachment om output te produceren komen dan vanzelf bovendrijven, blijkend uit hun ISI rankings en H-indexen. Onderzoek, moeten we ons realiseren, is big or is not; it is FOMAGRASYSP or marginal.

En hoe financieren we zulk grootschalig onderzoek?

Het is inmiddels duidelijk dat we way passed de 1e en 2e geldstroom zijn. De 3e geldstroom levert ons de komende jaren nog wat op, maar eigenlijk zoeken wij het in de 4e geldstroom. Ik heb het hier over de hedgefunds. Dat zijn flexibele, kapitaalkrachtige en gretige financiers, die, om dat vooroordeel maar meteen uit de wereld te helpen, heus niet bang zijn om hun geld in wetenschap te steken. Al willen ze natuurlijk snel en munificent rendement, dus daarin zullen we hen tegemoet moeten komen. We can do that: binnen een project vanaf 15 miljoen moeten 6 patenten binnen 6 maanden gemakkelijk haalbaar zijn. Waarschijnlijk zullen nostalgics zeuren, maar ook zij zullen moeten inzien dat research projects onder de 15 miljoen inmiddels toch echt totaal onrendabel en archaic zijn. Research clusters die, over een periode van 5 jaar, onder de 50 miljoen 3e en 4e geldstroom scoren geven er blijk van de knack voor onderzoek onvoldoende te bezitten en zullen worden afgebouwd.

U denkt echt gróót, nietwaar?

Het moet. Op dit moment wordt bijvoorbeeld gesproken over IOZI’s, de Interfacultaire Onderzoeksinstituten, gericht op het upscalen van onderzoeksmassa. Maar het is duidelijk dat dit nog te dispers en kleinschalig is om toekomstbestendig te zijn. Wat we nodig hebben zijn megainteruniversitairepluridisciplinaire en transacademische, multimethodologische en giganationale tetra-instituten waarin de cream of science haar inspanningen combineert, at a large scale. De tijden zijn veranderd. Voor het eerzame en eenzame individue dat notabene op een eigen kamer, door de universiteit gefourneerd, in de namiddag nog zit te tobben op een publicabele tekst in een sub-double-A-journal, is in de future echt geen plaats meer.

En bevlogen doceren, in het Frans of Nederlands publiceren of boeken schrijven?

Dat staan wij voorlopig onverkort toe.

Wij bedanken de heer Omaan voor dit openhartige interview. 

Door Ton Salman, universitair hoofddocent bij de afdeling Sociale en Culturele Antropologie (VU).  Hij houdt zich onder andere bezig met sociale bewegingen en burgerschap. Zijn regionale specialisatie is Latijns Amerika. Op Standplaats Wereld schreef  hij onder meer over burgerrechten en gemeenschapsrechten, over de impact van de financiële crisis (in het Engels) in Bolivia, en nog veel meer.

One Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *