Skip to content

“On dit…” in Burundi

Burundi2015

Door Myrna Derksen  Een kleine twee maanden geleden verliet ik Burundi, waar ik 2,5 maand veldwerk heb gedaan. Ik participeerde in een onderzoeksproject van UNICEF en de Universiteit van Amsterdam in samenwerking met de Universiteit van Burundi over de intergenerationele transmissie van geweld, in de hoop bij te dragen aan de ontwikkeling van projecten voor kinderen die de vrede in het land sterker kunnen maken. In de tijd dat ik daar was liepen de politieke spanningen helaas alweer op.

De huidige president is tien jaar geleden aan de macht gekomen nadat het land aan het herstellen was van een twaalf jaar durende burgeroorlog. Hij is nu twee termijnen aan de macht en dat is de limiet volgens de grondwet en de vredesakkoorden van Arusha, die in 2000 getekend werden door verschillende partijen onder andere in de aanwezigheid of wijlen Nelson Mandela en die de weg vrijmaakten voor de democratische verkiezingen in 2005. In de aanloop naar de verkiezingen was eerder dit jaar al bekend geworden dat Peter, uitgesproken als Pietah, zoals Pierre Nkurunziza liefkozend (?) genoemd wordt, zich waarschijnlijk voor een derde termijn als president verkiesbaar zou gaan stellen in mei. Een groot deel van de bevolking wil dit niet, waaronder een belangrijk deel van z’n eigen politieke partij. SPWHL In het hotel waar ik verbleef staat de televisie de hele dag aan. Hij staat op een bar en is direct zichtbaar als je de lobby inkomt. De bar is officieel de receptie, zoals aangegeven op een bordje dat erboven aan het plafond hangt, maar er zit eigenlijk bijna nooit iemand achter. Links naast de bar is een klein kantoortje waar de manager vaak zat te werken. Regelmatig kwam hij uit het kantoortje om samen met de andere medewerkers op de bar te hangen en televisie te kijken. Een centraal punt in de lobby is de zithoek met een bank, drie grote stoelen en een koffietafel. Aangezien er zo’n dertien mensen in het hotel werken, maar ik meestal de enige gast was, brachten de medewerkers veel tijd hangend op die bank en televisie kijkend door. Op een van de kanalen is meerdere keren per dag het nieuws te zien. ’s Avonds, rond de tijd dat ik ook vaak in de lobby zat om te eten, veel te vroeg voor Burundese standaarden, zijn er vier nieuwsuitzendingen: eerst in het Kirundi, dan in het Frans, vervolgens in het Kiswahili en tot slot zelfs in het Engels. Als er gewerkt moest worden, bijvoorbeeld in de keuken die recht achter mijn slaapkamer lag, stond de radio altijd aan. Meerdere keren per dag hoorde ik minutenlang de tune die het nieuws aankondigt; een vrolijk deuntje, het is nu m’n beltoon. Het gebeurde soms zelfs dat iemand het nieuws op de radio en op televisie tegelijk probeerde te kijken en luisteren. Je kunt wel stellen dat het nieuws in Burundi op de voet gevolgd wordt.

Op het internet volgde ik alle lokale nieuwssites, maar ik vond het lastig om het nieuws op radio en televisie te volgen. Kirundi versta ik niet en in de Franse uitzendingen wordt vaak nogal snel gesproken en door de constante in- en uitloop van hotelgasten en personeel werd het voor mij moeilijk te verstaan. Dus wanneer ik in lobby zat vroeg ik altijd wel aan iemand wat er vandaag in het nieuws was geweest. Ik kreeg dan precies te horen welke verschillende verhalen via welke verschillende kanalen verspreid waren, want elke zender vertelt net een ander verhaal. De manier om daadwerkelijk te weten wat er speelt is het verzamelen van al deze verhalen en er dan met de mensen om je heen over te discussiëren. Zo hoor je ieders mening en ideeën en ontstaat je eigen verhaal, dat meestal begint met “on dit…” (“men zegt…”). Zo bleef ook ik op de hoogte van wat er gaande was in het land. In de tijd dat ik daar was zei men nog vooral: er komt geen oorlog meer, we hebben te veel meegemaakt, te veel verloren, we zijn moe van de oorlog en moe van geweld.

Terug in Nederland zag ik echter al snel op de Burundese nieuwssites dat het toch de verkeerde kant opging. Nadat Pierre Nkurunziza officieel bekend had gemaakt dat hij zich inderdaad opnieuw verkiesbaar zou stellen, braken er protesten uit in de hoofdstad. De straten vol met mensen, brandende autobanden, barricades en de demonstranten en politie en leger stonden tegenover elkaar. Er vielen gewonden en zelfs doden. Vorige week pleegde een deel van het leger een staatsgreep, die mislukte. Burundi haalde de afgelopen weken ook regelmatig het internationale nieuws en ook in Nederland stond het land regelmatig in de krant. SPWHL2 Maar, om beter te begrijpen wat er gebeurt, merk ik dat ik toch weer de geruchtenmachine nodig heb. Je zou bijvoorbeeld kunnen denken: als je niet wilt dat de president nog een keer aan de macht komt, stem dan niet op hem. Maar om de protesten te begrijpen, moet je weten dat “on dit…” dat de president en zijn aanhangers van plan zijn als ze niet winnen met geweld aan de macht te komen. Veel mensen zijn zelfs bang voor een genocide. Het nieuwste gerucht is dat de president de mislukte staatsgreep misschien wel zelf gearrangeerd heeft, hoewel een week daarvoor nog gezegd werd dat de Oost-Afrikaanse leiders, met wie de president een bijeenkomst had in Tanzania ten tijde van de coupe, de coupeplegers hiermee een handje hadden geholpen. Afgelopen weekend is een oppositieleider vermoord, maar ook de ‘gewone’ mensen blijven niet gespaard, onder andere werd er vrijdag een granaataanslag gepleegd in het centrale busstation in de hoofdstad Bujumbura.

Of je nu daadwerkelijk meer weet of betere informatie hebt als je op de hoogte bent van de geruchten, ik weet het niet. Ik weet wel je dat zonder maar een deel van het verhaal kent. Helemaal vanuit Nederland is het dan moeilijk te begrijpen waarom er gebeurt wat er gebeurt. Dus ik blijf het land volgen, zowel via het officiële nieuws als via de tamtam, in de hoop dat de rust en de vrede snel terugkeren. Hoeveel verder het nog uit de hand gaat lopen weet niemand. Eens temeer wordt duidelijk dat vrede en oorlog geen statische begrippen zijn, maar dat vrede kwetsbaar is en opgebouwd, versterkt en uitgebreid moet worden. De kinderen die mij geholpen hebben met mijn onderzoek, de kinderen van nu waren ‘kinderen van na de oorlog’, kunnen we ze straks nog zo noemen?

Myrna Derkse is student antropologie, sociaal-pedagogisch hulpverlener en schrijver van weblogs.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *