Door
Een mens wordt zich pas goed bewust van cultuur als zij of hij geplaatst wordt in een omgeving waar de cultuur niet vertrouwd is. Ik merkte dit zelf weer eens toen ik een paar dagen in Seoul was voor een conferentie. Ik moest op de conferentie een paper presenteren over de manier waarop Nederlanders over Indonesië geschreven hebben, van de eerste kennismaking tot heden. Mijn kennismaking met Seoul en de Zuid-Koreaanse cultuur gaf me meer begrip voor de Nederlandse ontdekkingsreizigers naar Indonesië. Een van de schepelingen die met de eerste Nederlandse vloot in 1596 Indonesië bereikten, Willem Lodewycksz, heeft er een prachtig verslag van geschreven, uitgegeven onder de titel D’Eerste Schipvaart.
Net als Lodewycksz wist ik van te voren deels wat me te wachten stond. Toch verbaas ik me, net als Lodewycksz, af en toe over wat voor mij exotische dingen zijn.
De mensen die uit een soort smetvrees met mondkapjes lopen, soms met coole patroontjes. De instructies in publieke WC’s hoe je handen te wassen. Het onbekende eten. Een kaartautomaat bij de metro met veel knoppen en slechts Koreaanse opschriften. De soms honderden meters lange winkelgallerijen onder de grond. De vele gezellig uitziende eethuisjes, waar ik soms echter niet bediend wordt omdat ik alleen ben (de gerechten worden alleen in porties voor twee personen opgediend) of omdat ik de taal niet spreek. De zeer weinig uitnodigend uitziende gebouwen van drie-vier verdiepingen waar een trap naar het souterrain of de eerste of tweede verdieping je onverwacht naar een gezellig restaurant brengt. Het bombastische Oorlogsmuseum waar Noord-Korea als de grote vijand wordt afgebeeld. Het praktisch ontbreken van kinderen in het straatbeeld.
In deze onwennige wereld zijn er ook herkenningspunten: een jazzcafé, het museum voor hedendaagse kunst, een eethuis met Led Zeppelin en Beatles hoezen aan de wand, het Olympische stadion, de “grap” om met strak kijkende paleiswachten op de foto te gaan, diverse lijstenmakers die prentjes en gravures inlijsten, tafels in publieke heren WC’s om baby’s te verschonen of stadsplattegronden met het metronetwerk die helpen om door de stad te navigeren. Stuk voor stuk uitingen van globalisering.
Onbewust schakel ik over op Indonesische omgangsvormen, die me veel beter bekend zijn, maar ook al is Indonesië een Aziatisch land, Indonesisch gedrag kan in Zuid-Korea net zo vreemd of ‘onaangepast’ zijn als Nederlands gedrag. Bij een begroeting trek ik daarom aanvankelijk op zijn Indonesisch mijn hoofd tussen mijn schouders in, maar wat verwacht wordt is een lichte buiging vanuit de heupen. Net als ik dat een beetje soepel begin te doen zonder me mal te voelen, merk ik dat in veel situaties helemaal niet gebogen wordt. Maar welke?
Dingen worden met twee handen aangereikt en aangepakt. Maar hoe geef je in een winkel met twee handen geld als je tegelijk ook iets moet aanpakken en ook nog een portemonnee wilt vasthouden? Eten doen we in kleermakerszit aan lage tafels, maar als mijn Europese heupen dat niet meer volhouden, mag ik dan mijn benen onder mij vouwen of mijn knieën boven de tafel houden? Sommige disgenoten doen het, maar misschien hebben zij een andere sociale positie dan ik en is het van mij toch niet netjes? Zo merk ik weer eens: op ontdekkingsreizen kun je de juiste omgangsregels en cultuurverschillen alleen door trial-and-error goed leren.
Freek Colombijn is als antropoloog verbonden aan de afdeling Sociale en Culturele antropologie van de Vrije Universiteit.
Dag Freek, wat leuk om jou ervaring in Zuid-Korea te lezen. Ik ben zelf aflopen zomer een maand op rondreis geweest door het land en het heeft echt veel indruk op me gemaakt. De dingen die jij beschrijft zijn ook zo herkenbaar! Heeft meest heb ik nog genoten van de mensen zelf, zo ontzettend aardig. Wat wel grappig hieraan is, is dat een Koreaanse kennis (mede-student van mijn vriend aan de Gerrit Rietveld Academie) die wij daar opgezocht hebben, in de vooronderstelling was dat dit er vooral mee te maken had dat wij toeristen waren. En zo wist hij nog veel meer te vertellen over het land en hun gebruiken en levensstijl, dit maakte het natuurlijk nog veel interessanter allemaal. Op het moment heb ik net een paper geschreven over toerisme op Bali in vergelijking met Maleisie en Thailand. Het viel me in Zuid-Korea op dat er helemaal nog niet zoveel toeristen te vinden zijn buiten Seoul. Ik vraag me dan ook af of de mentaliteit van de lokale mensen die wij ontmoet hebben zal veranderen ten opzichte van toeristen wanneer deze zich ook in het binnenland zullen gaan uitbreiden. Deze zomer ga ik drie weken naar Bali, ik ben heel benieuwd hoe ik dat zal ervaren na alles wat ik erover gelezen heb.