Skip to content

Op zoek naar mijn droombaan

Fotograaf: Nicola
Bron: National Geographic. Fotograaf: Nicola.

Door Vivian Mac Gillavry.  Vandaag reis ik af naar het kantoor van National Geographic. Anders dan de meeste reizen die de redacteuren van National Geographic zelf maken, brengt deze reis me van metrostation Weesperplein naar de Spaklerweg in Amsterdam.

Voor mijn studie antropologie heb ik de opdracht gekregen op zoek te gaan naar de ideale baan en de persoon die deze baan heeft te interviewen. Vaak wordt antropologie gezien als een vage studie waarbij de opmerking ‘oh, je wordt dus opgeleid tot werkloze?’ hoort. Gelukkig blijkt dit in de praktijk wel mee te vallen. De opleiding is wel breed georiënteerd. Wat wil je later zelf doen? Welke stappen moet je nemen om daar te komen? Gedwongen daar kritisch over na te denken, kwam ik al snel uit bij National Geographic.
Wanneer ik aankom op de derde verdieping van de uitgeverij, valt op dat er veel meisjes rondlopen met rode lippen en hoge hakken. Nou ging ik niet bepaald uit van afritsbroek- en wandelschoendragende mensen, maar zo veel modieuze meisjes had ik bij Traveler niet verwacht. Mijn verwarring blijkt terecht, de meisjes horen bij Glamour die samen met National Geographic, Quest, Vogue en Holland Herald de derde verdieping delen.

Bij de balie word ik opgehaald door Paul Römer, managing editor van National Geographic Traveler. Paul blijkt zelf ook even antropologie te hebben gestudeerd voordat hij aan de studie Nederlandse taal- en letterkunde en Amerikaanse literatuur begon. Van Paul krijg ik dus niet de vraag wat antropologie precies inhoudt. Hij vertelt dat een opleiding als antropologie of geschiedenis goed bij National Geographic Traveler past. ‘Zo’n achtergrond geeft de geschreven stukken iets extra’s mee.’
Mijn ideale functie zou een baan zijn waarbij ik veel kan reizen, interessante mensen ontmoet en deze ervaringen mag delen. Mijn belangrijkste vraag voor Paul: is schrijven voor Traveler een ‘droombaan’? Paul moet toegeven dat mensen regelmatig jaloers zijn. Vijf à zes keer per jaar mag hij naar het buitenland op reis. En alsof dat niet al genoeg is, kan hij soms zelf bepalen waarheen. De mensen die voor Traveler schrijven worden gekenmerkt door een nieuwsgierigheid naar de wereld, de behoefte anderen te inspireren en een goede pen. Dat de medewerkers van Traveler goed kunnen schrijven, blijkt uit het feit dat ook mensen met een budget dat zich niet leent voor reizen, aangeven dankzij Traveler toch een beetje op ‘reis’ te zijn.
Omdat ik de artikelen in Traveler altijd positief en beeldend vind geschreven maar op mijn eigen reizen ook wel eens plekken ben tegengekomen die ik me mooier had voorgesteld, vraag ik me af of ze bij Traveler wel durven te schrijven over de ‘negatieve’ kanten van een reis. Paul vertelt me dat hij nooit zou schrijven dat een uitzicht van een berg in Brazilië prachtig is terwijl het eigenlijk vol met afval ligt en het uitzicht wordt geblokkeerd door flatgebouwen. Want wat hebben lezers daaraan? Wel vindt hij het belangrijk zich op de positieve kanten van een reis te richten, dat zijn immers ook meestal de ervaringen die je na een reis bijblijven.

Zijn er eigenlijk nog negatieve kanten aan de baan? ‘Een negatieve kant? Misschien dat ik geregeld in de file sta, op weg naar de redactie. Ik wandel liever in de bergen van Oregon.’
Voor mij is het duidelijk, een baan bij National Geographic Traveler is zeker een droombaan.

Vivian Mac Gillavry is studeert  Culturele Antroplogie aan de Vrije Universiteit. Zij zit in het derde jaar van haar bachelor. 

One Comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *