Skip to content

Opzienbarende Observaties van een Verontruste VU-er

door een Verontruste VU-er Een paar dagen geleden ving ik een zorgelijk gesprek op bij de koffiemachine. Een collega sprak verontwaardigd over een ander, wiens contract onlangs is beëindigd. Inmiddels is er voor dezelfde functie wel een nieuwe vacature uitgeschreven. Hierdoor kan de VU een vaste aanstelling voorkomen. Dit heet flexibilisering.

Vanwege dit soort en vele andere verhalen heb ik mij een maand of twee geleden aangesloten bij de Verontruste VU-ers en ik nodig mijn collega-wetenschappers en studenten van harte uit om hetzelfde te doen. Niet (alleen) omdat er grote individuele en collectieve belangen op het spel staan, maar omdat het een interessante en onthutsende inkijk geeft in het bedrijf waar we deel van uitmaken. Dit stuk bevat enkele observaties tijdens mijn kersverse bestaan als activist, die ik wil delen omdat  ze inzicht geven in wat er leeft op de diverse werkvloeren binnen de VU.

 De twee dieptepunten tot nu toe waren de openbare vergaderingen van de Ondernemingsraad met het College van Bestuur op 23 mei en 20 juni jongstleden. De werkelijkheid van onze bestuurders bleek een volstrekt andere dan die van ons, de aanwezige verontruste medewerkers. Ze leven in een andere wereld en spreken een andere taal, maar lijken dat niet te beseffen. Het gebrek aan kennis over en vertrouwen in (de dagelijkse werkelijkheid op) “de werkvloer” is op zijn vriendelijkst gezegd opzienbarend. Dit bleek bijvoorbeeld uit de volgende dynamieken in de vergaderingen.

 Allereerst, toen werknemers van alle rangen en standen zich massaal aandienden tijdens de eerste openbare vergadering die wij bijwoonden, wisten de leden van het College niet hoe snel zij zich uit de voeten moesten maken. Geflankeerd door een stevige veiligheidsbeambte, keerden ze tien minuten later terug in de zaal. Blij verrast, zo vernam ik later, dat ze mochten uitspreken. En dat ze niet waren belaagd. Het woord ‘ordentelijk’ viel herhaaldelijk. Zolang het volk zich koest houdt, kunnen bestuurders hun werk doen. Desalniettemin stonden er voorafgaand aan de tweede vergadering drie veiligheidsbeamten klaar om de Verontrusten ‘in toom te houden’! Dit keer vluchtte het College de zaal niet uit en de toon van de bestuurders was vriendelijker. Hun taal echter was nog steeds die van managers. In twee maanden tijd is mijn ‘managementvocabulaire’ drastisch uitgebreid.  

 Een sprekend voorbeeld  is het grote toverwoord ‘Operational excellence’ . Alles wordt anders, en less is more. De oplossing voor alle problemen op de VU is fuseren, standaardiseren en het schrappen van allerhande voorzieningen en functies. Daardoor kunnen de diensten op de VU het makkelijk aan met 450 arbeidsplaatsen minder (en door alle deeltijdaanstellingen met nog minder mensen). Operational excellence bestaat ook uit werkwijzen met namen zoals “Click, Call, Face”. Ooit eerder van gehoord? Het  komt er op neer dat “gebruikers van de campus” via internet “op een virtueel service plein” via “one stop shopping” items kunnen bestellen. Mocht dat niet lukken, dan kun je altijd nog bellen (call) naar een deskundige helpdeskmedewerker, of, als allerlaatste mogelijkheid, een afspraak maken met een servicemedewerker (face) (Conceptadvies Bezuinigingen OR 11 mei 2012, 15). Kwaliteit van de standaardproducten gegarandeerd. Zoek je iets anders, dan heb je pech.

 Het “gewenste” resultaat van deze beleidsmaatregelen is vraagdemping. Medewerkers moeten vooral niet al teveel vragen van andere medewerkers. Een voorbeeld? Wetenschappelijk personeel moet secretariaten niet langer overbelasten met het verzoek om dienstreizen en hotels te boeken. Ja, dit zeiden ze echt tijdens de openbare vergadering op 20 juni. Over welke dienstreizen ze het hadden, door wie die gemaakt worden, en het belangrijkst, van welk geld (waar is hier nog geld voor?), daar kregen we geen antwoord op. Dit is de taal die onze bestuurders spreken.  Een taal die de visie reflecteert van managers van om het even welke fabriek, van bestuurders wiens zicht op de werkvloer is vertroebeld of gewoonweg ontbreekt. Een inhoudelijke en inspirerende visie op de toekomst van onze universiteit heb ik nog niet kunnen bespeuren.

 Vraagdemping bleek ook te slaan op het feit dat de OR 166 schriftelijke vragen voor het CvB had geformuleerd over de beleidsplannen. Dit vond het College wel wat veel. Er komt een moment, zo stelde men, dat er een einde moet komen aan vragenstellen en dat iemand beslist welke kant we opgaan. Natuurlijk is het wel belangrijk, zo gaf men toe, “om de verwachtingen te managen. Anders stellen de resultaten teleur.”

 Cultuur van angst en cynisme

 Tijdens het flyeren in de gangen van het  W&N gebouw werd  pijnlijk duidelijk hoe teleurstelling, cynisme en angst het werk van vele collega’s bepalen. Zo ontmoetten we een collega, die, op de vraag of hij verontrust is, antwoordde dat hij vanaf 1 juli zijn baan kwijt is. Hij vertelde ons dat zijn collega’s hem benaderen om actiemails door te sturen. “‘Jij gaat toch weg, zeggen ze dan, wil jij dit voor ons doen?” Een andere collega vertelde ons niet gewoon verontrust, maar zeer verontrust te zijn. Een paar jaar geleden hadden ze een bloeiende opleiding, met meer dan 80 docenten. Ze stonden in de top-3 van beste opleidingen. Nu zijn er nog 35 docenten over. Diverse laboratoria staan leeg. Een derde collega had tranen in haar ogen toen ze vertelde dat twee van haar vijf collega’s onlangs zijn ontslagen. Een van hen heeft een jong gezin, een echtgenote die recent haar baan is kwijtgeraakt, en een hypotheek.  “We hadden een leuk team,” zei ze. “Nu zeggen mijn andere collega’s dat ze ook op zoek gaan naar nieuw werk. Maar ik kan niet meer weg, daarvoor ben ik te oud.” Haar verhaal raakte me en frustreerde me. Het maakte zo duidelijk  waar het bij al deze nieuwe plannen werkelijk over gaat: onder het mom van operational excellence verliezen een paar honderd collega’s hun baan.

 Een laatste observatie betreft de online petitie van de Verontruste VU’ers. Deze wordt door meer dan de helft van de collega’s anoniem ondertekend. Anderen denken dat de soep niet zo heet wordt gegeten als opgediend, dat het hun tijd wel zal duren, dat actie geen zin (meer) heeft, dat bezuinigingen onontkoombaar zijn, dat alle Nederlanders moeten helpen om de crisis te bedwingen, dat hun baan niet op de tocht staat, dat veranderingen leiden tot verbeteringen, dat de nieuwe VU goed zal zijn voor hun carrière. Echter,  de meeste collega’s die wij ontmoeten zijn boos en verontrust. De Verontruste VU-ers vertolken een breed gedragen gevoel.

 Tot slot. Helaas is onze universiteit niet uniek. Collega’s in andere universiteiten in het binnen- en buitenland herkennen onze zorgen. Terwijl de complexiteit van de wereld toeneemt, machtsverhoudingen op grote schaal verschuiven, en de behoefte aan kritische massa en intellectuele reflectie toeneemt, transformeren universiteiten in Nederland en het buitenland steeds meer in productiebedrijven die nieuwe technieken ontwikkelen ten dienste van economische groei, in plaats van in een academische leeromgeving waarin nieuwsgierigheid aan de basis ligt van wetenschap.

 Het goede nieuws is dat het nog niet te laat is. De manier waarop we de universiteit organiseren is een product van (on)doordachte beslissingen, door mensen. Mensen die keuzes maken, beslissingen nemen, zich afkeren van elkaar, of solidair zijn met elkaar. Zelf ervaar ik solidariteit onder de Verontrusten. Het contact met gelijkgestemden, die gekozen hebben om het cynisme te vervangen door daden, geeft nieuwe energie.

 Nog meer goed nieuws! Op weg naar de vergaderzaal, op 20 juni, verzekert een collega en actief lid van de vakbond ons dat de Verontrusten nu al verschil maken. Het college toont zich bereid om te praten over een sociaal plan voor de medewerkers van het restauratief bedrijf. Nu wel! Dit is voor mij een aanmoediging en een teken van hoop. Laten we van onze universiteit weer een plek  maken waar we trots op kunnen zijn en kunnen blijven.

De identiteit van de auteur is bekend bij de redactie

6 Comments

  1. Freek Colombijn Freek Colombijn

    Bij de Universidade Federal de Santa Catarina (Florianopolis, Brazilie), waar ik nu te gast ben, wordt massaal gestaakt tegen het universitaire beleid. Het is goed dat er alom actiebereidheid is. In Brazilie lijkt er echter meer een cultuur van protest te zijn dan aan de VU (door de dictatuur in het verleden?), waardoor medewerkers en studenten hier makkelijk te mobiliseren zijn.

  2. amy amy

    goed stuk en een mooie uitweiding over de situatie. ik begrijp de verontruste gevoelens, echter ziet denk ik bijna iedereen dat bezuinigingen onvermijdelijk zijn. ik mis suggesties om deze problematiek op te lossen in dit stuk. is er een alternatief plan opgesteld, of heb je persoonlijk ideeën over hoe de vu dipt beter kam bewerkstelligen?

  3. Ton Salman Ton Salman

    Uitstekend en onthutsend reportage’tje over wat er gaande is. Met name het feit dat, ondanks vriendelijke toonzettingen en vage beloftes een open oor te hebben voor de ongerustheid, de logica van bestuurders in feite doof en blind lijkt te blijven voor de effecten onder de mensen die onderzoeken, doceren, ondersteunen, faciliteren, maar ook schoonmaken, maaltijden bereiden en studentenresultaten registreren. En hoe zouden studenten het vinden om gereduceerd te worden tot ‘output’, tot statistiek waaruit ons rendement blijkt?
    Uit wat ik tot nu toe opmaak uit de berichtgeving leid ik af dat er wel degelijk alternatieven zijn, zowel voor wat betreft de hoogte van de benodigde bezuinigingen, de filosofie onder het type reorganisatie waar we voor kiezen, als voor wat betreft het arrangeren van het overleg en de (echte) inspraak.

Leave a Reply to Freek Colombijn Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *