Skip to content

Over Almere, de PVV, en cultuur

SpW ruzieDoor Bionda Stolk In maart 2010 deed de PVV voor het eerst mee aan de lokale verkiezingen in twee gemeenten, Den Haag en Almere. Zoals verwacht resulteerde dit in beide gemeenten in een forse winst; in Almere werd de PVV zelfs de grootste partij. De vragen die naar aanleiding van dit succes in de media werden gesteld, waren ook te verwachten: hoe kon dit gebeuren? Waarom hadden de burgers zo massaal op de PVV gestemd? En, hoe zouden de bestaande partijen reageren? Vooral deze laatste vraag hield mij bezig, want konden de overige raadsleden in Almere nog wel objectief zijn, aangezien zij mogelijk al jarenlang een bepaald, en zeer negatief, beeld hadden over het fenomeen PVV?
De uitslag in Almere was voor mij de aanleiding om deze interesse verder uit te diepen. Ik besloot om mijn masteronderzoek uit te voeren in de gemeenteraad alwaar ik de interactie tussen de PVV en de andere partijen zou bestuderen. Maar ik wilde meer weten. Wordt de PVV geaccepteerd in de raad? Zo niet, waar ligt dat dan aan? Kunnen politici wel objectief zijn, of laten zij zich beïnvloeden door hun persoonlijke mening? Of nog anders: is de aversie tegen de PVV een toneelstukje voor de bühne en gaat het er achter de schermen anders aan toe? Immers, wat wij doorgaans meekrijgen van communicatie tussen politieke partijen speelt zich voornamelijk voor de camera af en niet erachter. Al jaren zag ik verhitte debatten tussen Geert Wilders en mede-Kamerleden terwijl ik mij dan altijd afvroeg of ze na werk wel eens gezellig wat gingen drinken, bij elkaar over de vloer kwamen, of elkaar stiekem best aardig vonden. Mijn eigen objectiviteit moest ik bovendien ook onder de loep nemen. Net als veel antropologen ben ik geneigd om sympathie te voelen voor de underdog, maar wat nou als de underdog niet sympathiek is?
Met een hoofd vol vragen en twijfels ging ik elke week naar Almere, waar ik raadsvergaderingen bijwoonde, raadsleden interviewde en keer op keer mijn verwachtingen en aannames moest bijstellen. De vijandigheid naar de PVV toe was duidelijk, maar niet alleen vanwege hun politieke standpunten. Politici zijn gewend aan een politieke arena waar samenwerking het streven is, zelfs met tegenstanders die in hun ogen verwerpelijke idealen vertegenwoordigen. Maar de PVV had niet alleen andere idealen, zij had ook een andere opvatting over gedragsnormen en omgangsvormen. Scherp taalgebruik, het breken van beloftes en het negeren van regels stonden in scherp contrast met de code of conduct van de raad en leidde ertoe dat de PVV bestempeld werd als onbetrouwbaar. Niet de standpunten als zodanig, maar de weigering zich ‘fatsoenlijk’ te gedragen (in de ogen van de andere partijen) zorgde ervoor dat de PVV ook in Almere een outcast-partij bleef.
Als nieuwe partij moet je jezelf altijd bewijzen, zeker als die partij aangeeft geen deel uit te willen maken van ‘de elite’, een elite waar zij evenzogoed nu zelf paradoxaal genoeg ook toe behoorde. Deze paradox is inherent aan de ambities van populistische partijen: enerzijds zetten zij zich af tegen het bestaande regime, waarbij zij claimen het ‘gewone volk’ te vertegenwoordigen, anderzijds ambiëren zij met deze standpunten verkozen te worden waardoor zij onvermijdelijk deel gaan uitmaken van hetzelfde regime waar zij zich tegen verzetten. De strategie die vervolgens gevolgd moet worden is onduidelijk. De PVV in Almere koos ervoor om zich fel te blijven afzetten tegen de bestaande partijen, terwijl zij tegelijkertijd ook samenwerking zochten. Een strategie die gedoemd was te mislukken. Diezelfde felheid die de PVV bezigde zorgde ook voor een verandering in de cultuur van de raad: debatten werden persoonlijker en raadsleden die beweerden professioneel te zijn, lieten zich soms ook meeslepen. Dit speelde zich soms ook buiten de raadsvergaderingen af, maar soms ook niet. PVV-raadsleden zochten weinig contact met anderen buiten werktijd, een beslissing die hen niet in dank werd afgenomen. Want dit contact hoort óók bij politiek bedrijven: je mag elkaar best aanvallen tijdens debatten, maar dan moet je achteraf wel je verantwoordelijkheid nemen, het gezegde relativeren en eventueel excuses aanbieden. Zonder deze nuances is het moeilijk om het politieke masker te scheiden van de persoon erachter, iets wat zeker niet heeft bijgedragen aan het nuanceren van het negatieve beeld wat de andere raadsleden hadden van de PVV.
Uiteindelijk heeft jaren van samen-zijn in de raad met de PVV er nog niet toe geleid dat deze partij geaccepteerd is door de andere partijen. De PVV blijft een buitenstaander die niet past in een politieke cultuur waar zij misschien ook wel niet in willen passen. De pogingen van de PVV om de ongeschreven regels van de raad te veranderen zijn mislukt, omdat de andere partijen een cultuur willen handhaven waarin politiek antagonisme verzoenbaar is met persoonlijk on speaking terms zijn. De PVV verzet zich hiertegen en trapt zo de andere partijen op hun tenen. En dat wordt niet primair veroorzaakt door hun controversiële standpunten op zich.
Heeft de PVV in Almere het recht om te tornen aan de status quo rondom de omgangsvormen? En veranderingen aan te brengen in de politieke cultuur van de raad? Voor de raadsleden van de andere partijen is het antwoord duidelijk nee. Ikzelf ben er nog niet uit.

Bionda Stolk is masterstudente en voltooit binnenkort haar enigszins vertraagde master-thesis.

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *