Skip to content

Ritueel: spiegel van de veranderende samenleving

Door Irene Stengs.

Op 27 september 2004 reed een lijkwagen stapvoets een volle Amsterdam ArenA binnen. Hiermee begon het afscheid van levensliedzanger André Hazes. Het gratis afscheidsconcert André Bedankt vormde een eerbetoon van bevriende zangers en andere Bekende Nederlanders aan de onverwachts overleden Hazes. Het concert was ook nadrukkelijk bedoeld om zijn fans afscheid te kunnen laten nemen van hun idool: de kist met het lichaam van de zanger stond tijdens het concert op de middenstip. De stoet van lijkwagen en volgauto’s die van Hazes’ huis was vertrokken, was in niets te onderscheiden van een daadwerkelijke uitvaart. De bestemming, echter, was een voetbalstadion, en niet een begraafplaats.

Het afscheid van André Hazes laat zien hoe rituelen voortdurend veranderen — in onze samenleving vaak door het vervagen van grenzen tussen verschillende cultuurdomeinen met eigen gedragcodes. In dit geval: concert, uitvaart en voetbalwedstrijd. Zo ontstaan onverwachte, niet eenduidig te categoriseren, gebeurtenissen. Gejuich, applaus, waves en voetbalyells, bijvoorbeeld, zijn nauwelijks verenigbaar met het verdriet van Hazes’ nabestaanden.

Het ambigue karakter van André Bedankt is moeilijk verenigbaar met een opvatting van ritueel als een vormvaste opeenvolging van geformaliseerde handelingen. Rituelen verschijnen daarin als statische, repetitieve, gestructureerde onderbrekingen van het dagelijks leven, op vaste momenten en plaatsen, bij vaste gelegenheden, geworteld in traditie. Hedendaagse onderzoekers vatten ritueel minder statisch op. Hun interesse is meer gericht op processen van ‘ritualisering’: het verschijnsel dat bestaande rituele vormen en elementen op nieuwe manieren aan het menselijk handelen verbonden worden, waardoor bepaalde handelingen een nieuwe uitstraling en betekenis krijgen.

De Franse antropoloog en socioloog Emile Durkheim (1858-1917) verklaarde de behoefte aan rituelen vanuit hun functie: ritueel bevordert de sociale samenhang. Volgens Durkheim is het goddelijke in elke religie een representatie van de samenleving zelf. Religieuze rituelen, rituelen die op het eerste gezicht de gelovigen lijken te verbinden met het goddelijke, dienen dus eigenlijk om mensen sterker met hun eigen samenleving te verbinden. Durkheim maakte zich toentertijd al zorgen over individualisering en het wegvallen van oude vanzelfsprekendheden en verbanden. Hij benadrukte dat ook geseculariseerde samenlevingen rituelen nodig hebben. In dit perspectief zijn nationale feestdagen zoals onze Koninginnedag momenten waarop de samenleving zich als een eenheid beleeft.

Durkheim’s werk inspireert nog steeds, al interpreteren maar weinig onderzoekers ritueel nog zuiver functionalistisch. De interesse is verschoven naar handelingen: een ritueel is vooral iets wat mensen doen. Alledaagse handelingen als zingen, lopen, dansen, luisteren, eten en huilen krijgen binnen de collectieve en symbolische context een bijzondere betekenis, waardoor het ritueel de deelnemers cognitief, lichamelijk en emotioneel extra aanspreekt. Dit verklaart waarom rituelen een sterk gevoel van onderlinge verbondenheid kunnen oproepen, een ervaring die de Schotse antropoloog Victor Turner (1920-1983) communitas heeft genoemd.

Volgens Turner ontstaat communitas vooral tijdens de zogenaamde overgangsfase (limen) in rituelen die de overgang naar een nieuwe sociale status of levensfase begeleiden (rites de passage). In onze samenleving zijn dit bijvoorbeeld ontgroeningen en de naturalisatieceremonie waarin vreemdelingen Nederlanders worden. De gedeelde onzekerheid van de deelnemers tijdens de fase waarbij de oude maatschappelijke status al is achtergelaten, maar de nieuwe nog niet ontvangen, kan dan de basis vormen van communitas.

Achter het gezamenlijke ‘doen’ in een ritueel kunnen grote verschillen in motivatie, beleving en betekenisgeving schuilgaan. Dit geldt evenzeer voor het Hazes-afscheid als voor een kerstdiner. Ook al zit de familie samen aan tafel, voor de een is de maaltijd een jaarlijks hoogtepunt, voor de ander een benauwende verplichting. Het gezamenlijk handelen houdt zulke verschillen uit het zicht, zodat de deelnemers met hun ritueel toch één statement maken: ‘wij houden van André’, ‘wij zijn een hechte familie’. Omdat de buitenwereld meekijkt stellen rituelen mensen in staat hun identiteit vorm en inhoud te geven.

Hoewel rituelen in eerste instantie gedeelde identiteiten lijken te creëren en uit te dragen, worden tegelijkertijd verschillen uitvergroot. Naarmate het aspect van identiteit sterker meespeelt, worden rituelen controversiëler en neemt hun politieke lading toe. In dit perspectief verschijnt het afscheid van Hazes als een manifestatie die aan de ene kant verbazing en dédain opriep, maar aan de andere kant voor mensen die in het openbare leven nauwelijks aan bod komen een gelegenheid was om te laten zien dat ze er zijn en erbij horen. De hardcore Hazesfans, met hun zwarte hoeden en zonnebrillen, beleefden André Bedankt als een maatschappelijke erkenning van hun idool, hun muziek, en van henzelf.

Dit artikel verscheen afgelopen zaterdag in de Volkskrant als aflevering van de Gammacon. Irene Stengs is onderzoeker bij het Meertens Instituut in Amsterdam. Eerder schreef ze over Theo van Gogh, Wilders en de media.

2 Comments

  1. Hanneke Minjan Hanneke Minjan

    Irene, leuk stuk! Hgroeten Hanneke Minkjan

  2. kim kim

    Hoi Irene, interessant stuk! Ik ben geïnteresseerd in de moderne invulling die wij/jongeren geven aan de functie die rituelen hebben bij het vormen van een groepsidentiteit. Zou ik je hierover kunnen mailen? Vriendelijke groet, Kim

Leave a Reply to Hanneke Minjan Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *