By
Wetsontwerp
Dit ontwerp ligt sinds maart 2012 in de Tweede Kamer. Deze rondetafel-conferentie was aangevraagd door de vaste commissie om commentaar te horen van mensen uit de wetenschap en het werkveld. Het wetsontwerp is nog ingediend door staatssecretaris Teeven van Justitie in het kabinet CDA/VVD met de PVV als gedoogpartij. De toenmalige verhoudingen maken meteen duidelijk waar dit wetsontwerp vooral op gericht is: het tegengaan van migratiehuwelijken en (schadelijke) traditionele praktijken. Tamar Pagrach en Edien Bartels, verbonden aan de afdeling Sociale en Culturele Antropologie, hebben deze rondetafel-conferentie gevolgd. Edien Bartels is ook als spreekster opgetreden voor deze conferentie om vanuit onderzoekservaring een inhoudelijke bijdrage te leveren. Zij deed eerder onderzoek naar gedwongen huwelijken met Martijn de Koning en Oka Storms en naar meisjesbesnijdenis met Anke van der Kwaak (zie Bijlage). Momenteel zijn Tamar, Oka en Edien bezig met onderzoek naar consanguine huwelijken onder Turkse en Marokkaanse Nederlanders.
Vier rondes
Er waren vier rondes, twee rondes voor wetenschappers en twee rondes voor mensen uit het werkveld en actiegroepen. Tevoren hadden de meeste mensen gehoor gegeven aan het verzoek om de belangrijkste standpunten weer te geven in twee A4 (zie bijlage –link?). Bij elkaar zijn 21 mensen opgeroepen waaronder dus Edien Bartels. Als je denkt dat een dergelijke conferentie vlot verloopt dan moeten we de lezer helaas teleurstellen. Tussendoor was er een onderbreking omdat er tegelijkertijd een stemming zou plaatsvinden in de Tweede Kamer en de bij de conferentie aanwezige Kamerleden werden weggeroepen om daar te stemmen. Sommige Tweede Kamerleden zaten tussendoor met hun telefoontjes te sms’en of te twitteren en hun vragen gaven soms de indruk dat de stukken niet gelezen waren. Tegenover de ronde tafel, waar de genodigden en de Kamerleden zaten, was de publieke tribune die tijdens het debat goed gevuld was.
Waar ging het om?
In maart jl. heeft de minister van justitie een wetsontwerp naar de tweede kamer gestuurd waarin maatregelen worden aangekondigd tegen huwelijksdwang, tegen polygamie en tegen meisjesbesnijdenis. Opvallend genoeg wordt met dit wetsvoorstel onder andere geprobeerd neef/nicht huwelijken tegen te gaan. Die huwelijken zijn in Nederland niet verboden maar zeker niet erg gangbaar. Veel mensen zien dergelijke huwelijken als incest. In Noord Afrika en het Midden Oosten daarentegen komen neef/nicht huwelijken (of consanguine huwelijken) juist wel veel voor; het is zelfs een voorkeurshuwelijk en dan speciaal een huwelijk met de dochter van de broer van de vader of, vanuit de vrouw gezien, met de zoon van de broer van de vader. Dit noemen antropologen wel parallel cousin huwelijken. Deze huwelijksvorm heeft veel voordelen, vooral voor vrouwen en kinderen. Trouwen binnen de familie biedt bescherming en veiligheid. Wanneer het huwelijk niet goed gaat en een scheiding dreigt kan de familie optreden en bemiddelen. Wanneer het dan toch tot een scheiding komt, kunnen vrouwen in ieder geval hun kinderen behouden als ze naar hun ouders teruggaan. Een huwelijkspartner uit de familie wordt daarnaast als betrouwbaar gezien. In Nederland komen consanguine huwelijken vooral voor onder Marokaanse en Turkse Nederlanders. Dat geldt zowel voor de eerste generatie als voor de tweede generatie. Cijfers over deze huwelijken in Nederland zijn er echter nauwelijks. Uit een beperkte studie in Rotterdam blijkt dat het om ongeveer 25 % van de huwelijken gaat die Turkse en Nederlandse Marokkanen sluiten. Dat kunnen dan verwanten zijn die in Nederland zijn opgegroeid of verwanten uit het land van herkomst.
Nederlanders denken in het geval van neef/nicht huwelijken vrijwel meteen aan kinderen met een handicap. Huwelijken tussen verwanten hebben inderdaad een (beperkte, 2 tot 3 % meer) verhoogde kans op kinderen met een erfelijke afwijking. Maar dat is niet de reden dat het kabinet in dit wetsontwerp deze huwelijken wil ontmoedigen. Consanguine huwelijken zijn een politiek issue geworden omdat ze in verband worden gebracht met gedwongen huwelijken. Bruiden zouden uit Marokko en Turkije gehaald worden om gedwongen te trouwen met jongens van hier om dan als assepoesters hun leven te slijten ten dienste van de familie van de jongen en vooral ten behoeve van de jongens die niet willen deugen. De veronderstelling die hieraan ten grondslag ligt is dat een huwelijk zulke jongens in het gareel zal brengen. Dit wetsontwerp is dus gericht op gedwongen huwelijken en vanuit de gedachte dat neef/nicht huwelijken gedwongen zullen zijn, dienen deze dan bestreden te worden .
Maar hoe kunnen dan zulke huwelijken tussen verwanten tegengegaan worden? In het wetsontwerp wordt voorgesteld dat aanstaande paren aan moeten geven of ze verwant zijn. Als dat het geval is moeten ze een verklaring tekenen dat het huwelijk uit vrije wil wordt gesloten. Paren die verwant zijn en in het buitenland zijn getrouwd mogen hun huwelijk in Nederland wel inschrijven maar dienen eveneens een verklaring te tekenen dat ze uit vrije wil gehuwd zijn. Nederland wil zich niet buiten de internationale wetgeving stellen door huwelijken tussen verwanten strafbaar te stellen. Sinds de jaren zeventig hoeft er voor dergelijke huwelijken niet meer apart toestemming gegeven te worden in Nederland en omringende west-Europese landen. Voor die tijd was dat wel het geval: in geval van verwantschap moest die toestemming gevraagd worden – en die werd altijd gegeven. Daarom is deze beperking destijds afgeschaft. In dit wetsontwerp wordt dus niet voorgesteld huwelijken tussen verwanten strafbaar te stellen maar wel om een extra verklaring te vragen dat het huwelijk uit vrije keuze wordt gesloten.
Wat hebben we nu aan zo’n extra verklaring dat het huwelijk gesloten is uit vrije wil? Dat valt kort te beantwoorden: niets. Een huwelijk wordt gesloten voor de ambtenaar van de burgerlijke stand en mensen moeten dan de vraag beantwoorden of zij hun partner tot hun wettige echtgenoot willen nemen. Voor ieder huwelijk wordt er dus al een verklaring afgegeven dat de partners hun huwelijk ook uit vrije wil aangaan. En die vraag wordt in het openbaar gesteld en individueel beantwoord. Een extra verklaring voor paren die verwant zijn is dus dubbelop. Het werkt bovendien stigmatiserend want het gaat hier vooral om kinderen van migranten. De suggestie is dat consanguine huwelijken gedwongen huwelijken zijn terwijl daar geen enkel bewijs voor is. Er is ook geen onderzoek naar gedaan. Consanguine huwelijken kunnen zowel vrije-keuze huwelijken als gedwongen huwelijken zijn, evenals huwelijken tussen niet-verwanten. Het gaat hier dus in feite om symboolwetgeving.
Discussies
Belangrijk in de discussies waren de volgende punten: voegt dit wetsontwerp mogelijkheden toe waarmee gedwongen huwelijken bestreden kunnen worden, polygamie tegengegaan kan worden en meisjesbesnijdenis voorkomen kan worden. Over meisjesbesnijdenis is eigenlijk iedereen het wel eens. Dat is ongewenst en in feite al verboden. Ook wanneer meisjesbesnijdenis plaatsvindt tijdens de vakantie in het land van herkomst is het mogelijk tot strafvervolging over te gaan. Het wetsvoorstel maakt het mogelijk de dader te vervolgen. Of dit in de praktijk ook het geval kan zijn, blijft natuurlijk de vraag. Polygamie is een weinig controversieel discussiepunt. Het is in Nederland niet toegestaan en wanneer het wel wordt gepraktiseerd, is het mogelijk om op te treden – zij het alleen wanneer er een burgerlijk huwelijk is gesloten. Dat laatste is niet vaak het geval. Mannen houden er meer gezinnen op na, in het land van herkomst en in het land van vestiging, maar de burgerlijke huwelijken worden niet altijd voltrokken, soms wel religieuze huwelijken. Gedwongen huwelijken leveren meer discussie op. De vraag is: wat is huwelijksdwang? Gaat het om fysiek aantoonbare dwang of om sociale controle? Indien dat laatste het geval is, wanneer is er dan sprake van dwang? Daarnaast loopt de discussie om ‘huwelijksdwang’ te verruimen tot ‘huwelijkse gevangenschap’, het probleem dat vrouwen die een religieus huwelijk hebben gesloten van dit religieuze huwelijk niet kunnen scheiden zonder toestemming van de ex-echtgenoot. Meestal zijn ze dan al gescheiden van hun burgerlijk huwelijk, maar niet van hun religieuze. Deze kwestie is dus sterker gender geladen dan gedwongen huwelijken in de meer gangbare betekenis omdat in die gevallen ook mannen slachtoffer kunnen zijn en vaak ook zijn. De kwestie van huwelijkse gevangenschap wordt vooral naar voren gebracht door FFF, Femmes For Freedom, een actiegroep die recent aan de weg timmert, terwijl de kwestie van gedwongen huwelijken al langer op de agenda staat en naar voren gebracht wordt door een grote groep actieorganisaties, de Moudawwanah werkgroep, Kezban, SSR, Spior en allerlei migrantenorganisaties. Achterlatingen van vrouwen en kinderen in het land van herkomst is eveneens een politiek issue. Het werd wel zo nu en dan genoemd in de discussies maar in het wetsontwerp worden er geen maatregelen tegen voorgesteld. Het lijkt wenselijk dat de discussie daarover verder gevoerd gaat worden.
Edien Bartels is universitair docent bij de afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de VU. Zij is onder meer gespecialiseerd in islam en Marokkaanse migranten in Nederland. Lees ook haar eerdere berichten op dit weblog, waaronder een over de zin en onzin van het verbieden van neef-nicht huwelijken.
Tamar Pagrach is verbonden aan de afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de VU.
Over meisjesbesnijdenis is eigenlijk iedereen het wel eens. Dat is ongewenst en in feite al verboden.
En jongetjes dan? Daar hoor je m.i. ook niet in te snijden.