Skip to content

Superstaatje Europa vs. Natie Nederland

Afbeelding: Mooste

Gisteravond toen ik van de stembus naar huis liep voelde ik de bijzondere sensatie van gestemd te hebben, mijn stem te hebben uitgebracht, een ‘verworven recht’ zoals dat zo mooi heet, dat niet overal vanzelfsprekend is (zoals ook bleek uit de bijdrage van onze Irakese collega Lahay Hussain).

Mijn enthousiasme verdampte snel toen de eerste prognoses bekend werden. De opkomst tijdens de Europese verkiezingen is op zijn best magertjes te noemen en de uitslag op zijn minst treurig. De meeste Nederlanders hebben niet de moeite genomen om te gaan stemmen en een aanzienlijk deel van de mensen die wel zijn gegaan, hebben op een partij gestemd die juist helemaal niets moet hebben van Europa en de belangen van Nederland vóór alles stelt. Hoe kan het dat wij Europa (nog?) niet kunnen omarmen? Ik denk dat  antropologen, die bestuderen hoe mensen de wereld om hen heen begrijpen, daar zinnige dingen over kunnen zeggen.

Neem het boek Imagined Communities van Benedict Anderson, ongetwijfeld het meest gebruikte boek in antropologisch onderwijs in de afgelopen jaren. De grote verdienste van dit boek is dat het heel mooi laat zien hoe natiestaten bestaan als verbeelde gemeenschap. De kracht van een natie ligt in het sterke gemeenschapsgevoel tussen mensen die elkaar eigenlijk helemaal niet kennen en vaak persoonlijk ook helemaal niet zoveel gemeen hebben. Anderson laat heel mooi zien hoe door het creëren van een historisch besef en het gebruik van symbolen, een gemeenschapsgevoel onder mensen, die eigenlijk onbekenden zijn, verbeeld wordt.

Zo’n verbeeld gemeenschapsgevoel bestaat heel duidelijk in Nederland, maar veel minder in Europa. De geschiedschrijving, symbolen en politiek benadrukken juist de verschillen tussen Europese landen. We kunnen dan ook niet zomaar verwachten dat mensen zich bij de verkiezingen van het Europees Parlement opeens als ‘Europeaan’ gaan zien en begrijpen waarom Europa zo belangrijk is. De media en politiek zouden veel beter aan mensen moeten overbrengen wat dat Europa eigenlijk voor ons betekent en hoe we in Europa met elkaar verbonden zijn, juist ook buiten de verkiezingstijd.

Bovendien staat tegenover het gebrekkige Europese gemeenschapsgevoel juist een sterk oplevend gevoel van Nederlands zijn, dat zich uit in gepassioneerde discussies over onze nationale identiteit, Nederlandse geschiedenis en inburgering van nieuwe landgenoten. Deze preoccupatie met ‘wie wij zijn’ (antropologen zouden spreken van identiteitspolitiek), lijkt alleen maar te worden versterkt door de politieke eenwording van Europa, evenals de toegenomen culturele en etnische diversiteit in Nederland.

Foto door Ryan Valdez
Foto: Ryan Valdez

De antropoloog Peter van der Veer stelde 10 jaar geleden al dat ‘Nederland niet meer bestaat’. Die uitspraak moet weliswaar niet letterlijk genomen worden; zijn punt was dat de Nederlandse natiestaat steeds minder belangrijk wordt voor het economisch en politiek handelen van burgers. Ironisch genoeg zoeken veel Nederlanders als reactie hierop juist bevestiging van een bijzondere en unieke Nederlandse identiteit, een soort wanhoopskreet die stelt dat onze verbondenheid meer is dan alleen ingebeeld.

Een groter wordend en bemoeizuchtig ‘Brussel’ is dan het laatste waar we op zitten te wachten. Toch, angst is een slechte raadgever, net zozeer als het ontkennen van een realiteit van grensoverschrijdende verbanden. Hier ligt een taak voor politici, en voor ons allemaal, om te laten zien dat culturele diversiteit niet bedreigend hoeft te zijn en dat enige verbeelding van een Europese gemeenschap verrijkend kan zijn.

Door: Daan Beekers, promovendus aan de afdeling Sociale en Culturele Antropologie (VU), doet onderzoek naar religiebeleving onder jonge moslims en christenen in Nederland.

Verwijzingen:

Anderson’s Imagined Communities.
Van der Veer’s ‘Nederland bestaat niet meer’.

7 Comments

  1. feltvale feltvale

    Ha Daan,

    Petje af voor jouw visie op het nauwelijks ingebeelde ‘Europa’ vanuit antropologisch perspectief. Tegelijkertijd vind ik een kritische noot bij Anderson wel op zijn plaats, gezien alle materiële cultuur die wij Europeanen gemeen hebben. Dit is wellicht een ietwat nuchtere kanttekening voor leerlingen in de school van voornoemd antropoloog. Marx biedt hier wellicht soelaas. Volgens hem is er een wisselwerking tussen wat je verbeelding zou kunnen noemen – plaatsvindend in de ‘bovenbouw’ – en – productieverhoudingen – de ‘onderbouw’, met een nadruk op de kracht die van het laatste uitgaat. In ons Nederland, ja, in ons Europa, hebben sociaal-economisch minder geprivilegeerde mensen veel met elkaar gemeen: Armoede. Laat dit nu juist een besef zijn dat schaars lijkt te zijn onder de vele ‘autochtone’ Nederlanders die ondanks hun daadwerkelijke gemeenschappelijkheid met hun ‘allochtone’ medelanders stemden voor een blind polariserend geluid.

  2. […] aan de Afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de VU. Hij schreef eerder over onder meer de winst van de PVV bij de afgelopen Europese verkiezingen en de presentatie van het Irakrapport van de commissie […]

Your email address will not be published. Required fields are marked *