Door Lenie Brouwer “We spreken een taal die we niet kunnen lezen en we lezen een taal die we niet kunnen spreken.” Deze uitspraak komt van een leraar Arabisch die zelf zes talen spreekt, Berbers, Marokkaans Arabisch, standaard Arabisch, Engels, Frans, Italiaans en zelfs een beetje Nederlands. Van die zes talen kan hij er vier lezen. Marokkanen en hun talen, het fascineert me enorm. In Nederland hebben we er moeite mee dat Marokkaanse kinderen thuis Berbers of Arabisch spreken in plaats van Nederlands, maar in Marokko is het heel gewoon om minstens twee talen beheersen. Maakt het echt zo veel uit welke taal je spreekt of leest?
Ja zeker. Als je bijvoorbeeld een baan bij de overheid ambieert, dan is kennis van het Frans een voorwaarde. Maar Frans is in zekere zin ‘besmet’, het is immers de taal van de vroegere kolonisator. Het is dan ook alleszins begrijpelijk dat na de Onafhankelijkheid in 1956 met grote voortvarendheid het onderwijs is gearabiseerd, dit ging vaak ten koste van het Frans. Tot zover prima zou je zeggen. Toch niet, want ook al is het nu meer dan vijftig jaar na de onafhankelijkheid, Frans is nog steeds de taal van de bureaucratie. Dit ondervonden de jongeren die van school kwamen en een baan bij de overheid zochten, zij kwamen met hun kennis van Arabisch niet ver. De nationalisten die de arabisering van het onderwijs hebben ingevoerd, stuurden zelf hun kinderen naar privéscholen waar zij Frans op een hoog niveau leerden. Arabisch is voor het volk en Frans voor de elite. Dat is niet rechtvaardig en een grote fout, aldus mijn leraar Frans.
Maar, zoals ik me hierboven afvroeg, welke taal spreken mensen die ze niet kunnen lezen? Kinderen leren op school standaard Arabisch, terwijl thuis en op straat Marokkaans Arabisch, ook wel Darizja genoemd, de voertaal is. Dat is een dialect van het Arabisch. Het heeft mij enige moeite gekost om de logica hiervan te doorgronden. Kinderen leren op school het Arabische schrift schrijven en lezen, maar ze spreken het nauwelijks. Standaard Arabisch schijnt ook nogal formeel te klinken. Het niveau van het onderwijs is dan ook voortdurend onderwerp van discussie, want niet alle kinderen zijn even gemotiveerd om al die verschillende talen te leren.
Dit vind ik al behoorlijk ingewikkeld, maar we zijn er nog niet. De meerderheid van de Marokkaanse bevolking is Berbers, of Imazighen (vrije mensen) zoals zij zichzelf liever noemen. Zij spreken een van drie Berbertalen. Het scheelt dat de moeder van de huidige koning Berbers is, want sinds 2001 is deze taal erkend, compleet met eigen schrift, het Tifinagh. Het heeft andere letters dan het Arabische of het Latijnse alfabet, het lijkt wel een soort spijkerschrift. Waarom zou je de eenvoudige weg kiezen als het ook moeilijk kan? Zo vraag je je als buitenstaander verwonderd af? Maar, zo vertelt mij het hoofd van de afdeling communicatie van het Koninklijke instituut van de Amazighe Cultuur, ons schrift is veel gemakkelijker te leren dan het Arabische alfabet.
Weer een taal, weer een schrift en hoeveel banen kun je er in vinden? Is dit niet een achterhoede gevecht? Want de Engelse taal en het Latijnse schrift zijn in opkomst. Dankzij internet en het alom aanwezige mobieltje is er een explosie van nieuwe taalpraktijken ontstaan, zo vertelde mij een taalkundig onderzoekster.
Ook worden steeds meer populaire soaps uit Turkije en Mexico in het Marokkaans Arabisch vertaald, wat soms tot vertaalproblemen leidt. Want het Marokkaans Arabisch kent veel meer woorden voor seksualiteit dan voor liefde. Je t’aime klinkt niet in het darizja, volgens de leraar Arabisch.
Marokkanen gebruiken dus in bijna elke situatie een andere taal: thuis, op televisie, op internet, op straat, school, universiteit, of in de ambtenarij, met soms een apart schrift. Wie dat allemaal vlekkeloos kan toepassen moet wel een taalkunstenaar zijn. Waar maken we ons in Nederland eigenlijk druk om? Meertaligheid hoort bij het moderne bestaan.
Lenie Brouwer is docent aan de afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de VU. Ze verblijft tot 6 november in Rabat waar ze aan het Nederlands Instituut Marokko college geeft aan studenten die de minor Marokko studies volgen. Op Standplaats Wereld schreef ze over de ramadan in Rabat en vele andere onderwerpen.