Zoals zoveel wereldsteden, heeft Jakarta ernstig te kampen met verkeersopstoppingen. De stad is bij de aanleg niet berekend op de huidige grote aantallen mensen. Het verkeersprobleem is versterkt doordat de middenklasse groeit. Voor het comfort en de status wil zij een auto bezitten. Om dezelfde redenen, comfort en status, gaat de middenklasse, maar ook de elite, in nieuwe wijken ver buiten de stad wonen. Deze nieuwe wijken genereren natuurlijk weer extra verkeer, door de bewoners die in het centrum van Jakarta werken of winkelen. In advertenties voor deze wijken wordt steevast vermeld hoeveel minuten rijden het is naar het centrum. Maar de advertenties zeggen er niet bij dat de gunstige tijden van, zeg, 30 minuten, alleen gelden als er geen files staan (dus alleen midden in de nacht).
De overheid heeft verschillende oplossingen bedacht, die geen van alle het probleem helemaal oplossen. Een oplossing is natuurlijk geweest het bouwen van nieuwe wegen, die soms wel acht of tien banen breed zijn. Voor het bouwen van wegen en het verbreden van bestaande wegen heeft de overheid met harde hand doorbraken door woonwijken gemaakt. Dergelijke doorbraken zijn doorgaans rampzalig voor de bewoners, omdat ze te weinig financieel gecompenseerd worden voor hun huizen. Met Nederlandse inspraakprocedures waren de wegen er nooit gekomen. Volgens mij is het in dit geval goed dat de Indonesische overheid daadkrachtig kan optreden, omdat anders Jakarta helemaal dichtgeslibt zou zijn. Maar het is belangrijk te bedenken dat klassenverschillen hier een grote rol spelen: de wegen worden gebouwd voor de middenklasse, maar het zijn vooral huizen van de lagere klassen die tegen de vlakte gaan.
Op drukke punten worden ongelijkvloerse kruisingen gemaakt en soms worden hele stukken weg op fly-overs gebouwd, om minder ruimte op de grond in te nemen. Onder deze fly-overs verschijnen vervolgens zelf gebouwde winkeltjes of huizen van de armen. De armen leven onder de fly-overs, de middenklasse rijdt er overheen.
Sociale stijgers in Jakarta verlaten dus de arme kampongs, verhuizen naar nieuwe wijken en schaffen een auto aan. De Indonesische architect Abidin Kusno heeft het mooie beeld gebruikt dat de sociale stijgers in Jakarta zich letterlijk boven het kampongleven verheffen: in hun auto, op de fly-over hebben ze het drukke kampongleven achter zich gelaten. Maar de prijs voor sociale mobiliteit is fysieke immobiliteit. De middenklasse zit vaak vast in het verkeer.
Freek Colombijn is als antropoloog verbonden aan de afdeling sociale en culturele antropologie van de VU
[…] Vastzitten in Jakarta: over verkeer en sociale mobiliteit […]