Skip to content

Verzoening in een verdeelde stad: Kota Ambon

De Silo kerk in Kota Ambon

Door Freek Colombijn. Sektarisch geweld kan een stad opdelen in strikt gescheiden wijken, bepaald door religie, etniciteit en sociale klasse. Belfast en Beirut zijn hier bekende, oudere voorbeelden van en korter geleden raakte ook de Indonesische stad Kota Ambon (of Ambon Stad) volledig verdeeld. In Kota Ambon woonden Islamitische en Christelijke inwoners tot eind twintigste eeuw in gemengde wijken. Een klein incident tussen een buschauffeur en zijn passagier vormde in 1999 de directe aanleiding tot vechtpartijen tussen Moslims en Christenen en dezelfde dag sloeg de vlam in de pan. Wederzijds werden bewoners op soms gruwelijke wijze vermoord, en woningen, kerken en moskeeën werden aangevallen en afgebrand. Tweeduizend mensen kwamen om tijdens de gevechten van 1999 tot 2002 (in een stad van ongeveer tweehonderdduizend inwoners in totaal). Over het  waarom van die vechtpartijen wil ik het nu niet hebben, daarvoor verwijs ik naar het boek Communal violence and democratization: Small town wars van Gerry van Klinken (2007). Nu gaat het me alleen om hoe een stad door geweld verdeeld raakte en hoe daarna de bewoners moeizaam proberen de onderlinge contacten te herstellen.

Een Islamitische informant vertelde mij hoe hij in een gemengde wijk achter de Silo kerk woonde. Al op de derde dag van het geweld werd zijn huis afgebrand. Waar moest hij heen? Hij nam de wijk naar de al-Fatah moskee, die op slechts 300 meter van de Silo kerk lag. Hier sliep hij maandenlang in de moskee, leefde van wat hem door organisaties gegeven werd en deed af en toe mee aan aanvallen op Christelijke doelen. Als je hem nu spreekt is hij vriendelijk, welbespraakt en vreedzaam, maar indertijd was het voor hem heel moeilijk niet mee te gaan in de geweldsspiraal. Om het religieus evenwicht in dit verhaal te bewaren: een Christelijke informant (ook hartstikke aardig en intelligent) vertelde mij een soortgelijk verhaal.

De Al-Fatah Moskee
De Al-Fatah Moskee, op driehonderd meter van de Silo kerk

Door het verlies van hun huis of door intimidatie trokken Ambonezen geleidelijk weg uit gemengde wijken naar wijken waar mensen van hun eigen religie de overhand hadden. Zo werden wijken of helemaal Islamitisch of helemaal Christelijk. De zigzaggende scheidslijn tussen beide delen werd met gevoel voor internationale parallellen in de volksmond de Gaza Strook (Jalur Gaza) genoemd.

Het opdelen van de stad in Islamitische en Christelijke wijken had grote consequenties voor het dagelijkse leven. Busjes met chauffeurs van de ene godsdienst konden niet meer door wijken van de andere godsdienst rijden en het openbaar vervoer viel in twee gescheiden netwerken uiteen. Ook de boten die Ambon met de rest van Indonesië verbonden legden afhankelijk van de religieuze oriëntatie van bemanning en passagiers in verschillende delen van de stad aan. Mensen raakten hun werk kwijt als hun werkplek in een wijk van een andere godsdienst lag. Pasars (markten) verloren klandizie en nieuwe pasars kwamen op in wijken waar er nog geen was.

Ook overheidsdiensten werden verdeeld. Er kwamen bijvoorbeeld twee kantoren van het kadaster, het onderwijs, of financiën: een Islamitisch en een Christelijk kantoor. Maar die kantoren moesten hun activiteiten natuurlijk ook op elkaar afstemmen, zodat vertegenwoordigers elkaar op een neutrale plek moesten treffen. Vaak diende het militaire hospitaal, dat ongeveer op de Jalur Gaza lag en van beide kanten benaderd kon worden, als neutrale ontmoetingsplek.

Vishandel vormt een ander voorbeeld van alledaagse moeilijkheden. Vis gevangen door mensen in een Christelijke wijk werd op een vrachtauto tot aan de Jalur Gaza vervoerd, waar van chauffeur werd gewisseld. Een Islamitische chauffeur kon de vis verder vervoeren naar de grote pasar (die in Islamitisch gebied lag).

Sinds ruim tien jaar leeft men weer min of meer vreedzaam samen. In het centrum is een gemengd gebied ontstaan. Een groot grasveld is een ontmoetingsplek voor beide godsdiensten (en überhaupt een van de weinige open plekken in de stad); hier vinden bijvoorbeeld vredesconcerten plaats. Pasars werden als een van de eerste locaties gedeeld, omdat het gewoon te omslachtig was om niet naar sommige pasars te kunnen.

Een interessant project van Christelijke en Islamitische leiders laat mensen van de ene religie een nacht in een wijk van de andere religie slapen. Het project begon met dominees (die goed georganiseerd waren en hiervoor konden worden gemobiliseerd) en werd later uitgebreid met jongeren en onderwijzers. De eerste dominees hadden grote weerzin tegen het project. ‘Waarom blijven slapen? Twee uur op bezoek is ook genoeg’. ‘Mijn kind is ziek, ik kan toch niet meedoen’. Hun grootste twijfel wat henzelf betreft was dat ze niet wisten waarover ze een gesprek moesten beginnen. De eerste vrijwilligers laadden de batterij van hun mobiele telefoon op, kochten extra beltegoed en vroegen bevriende politieagenten te controleren of het goed met hen zou gaan.

Na die ene nacht zouden ze om 10 uur ’s ochtends weer verzamelen bij hun kerk. Maar om 10 uur verscheen niemand. Pas in de loop van de middag kwamen de eerste dominees terug, vaak afgezet door de Islamitische families waar ze hadden geslapen. Het waren bijzondere overnachtingen geweest. Tot hun verrassing ontdekten mensen voor de hand liggende gezamenlijke onderwerpen als de schoolprestaties van hun kinderen of een zieke ouder. Islamitische families hadden de dominees gevraagd ook voor hen aan het begin van de maaltijd te bidden.

Zulke initiatieven zijn hoopvol, maar het idee van weer in gemengde wijken te wonen vinden velen nog niet haalbaar. Toch kwam ik wel een Christelijke wijk tegen waar Moslim studenten in de kost woonden en een Christelijk meisje die graag en vaak bij haar Islamitische vrienden in Islamitische wijken langsging. Maar de weg is nog lang. Een laatste geweldsuitbarsting van 2012, die toen tot paniek leidde, wordt nu aangehaald als bewijs dat het probleem onder controle wordt gehouden. Hopelijk wordt Kota Ambon eens een symbool van vreedzaam samenlevende religies.

Freek Colombijn is universitair hoofddocent bij de Afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij schrijft regelmatig blogs voor Standplaats Wereld.

2 Comments

  1. drs ing Henk Uijttenhout drs ing Henk Uijttenhout

    Nu ik dit bericht voor de tweede maal ontvang, wil ik wel reageren. Wat zijn de diepere oorzaken van dit sektarisch geweld, dat ook in de Arabische wereld tot een hoogtepunt is gekomen? Daar willen groepen naar de waarden en normen van een kalifaat, voor mij nog steeds onbekend, wat zit de Moslims dwars op Ambon als je daar als antropoloog naar zoekt?
    Ik hoor van mensen die werken in Indonesië dat de Islam steeds duidelijker zichtbaar en hoorbaar wordt in het straatbeeld en maak me toch wel zorgen over hun veiligheid. Daar staan ze zelf niet bij stil.
    Wat zijn de diepere oorzaken, of komen we dan op taboe-onderwerpen?

  2. Freek Colombijn Freek Colombijn

    Beste Henk,
    Mijn stuk ging over de gevolgen van het geweld voor het dagelijkse leven in de stad en niet over de oorzaken van het geweld. Vragen naar de oorzaak is dus wat mij betreft geen taboe onderwerp, maar ik heb het er gewoon niet over gehad. Wat je wel al kunt opmaken uit het stuk, is dat het geweld wederzijds was en dat je even goed kunt (en moet) vragen wat Christenen dwars zat op Ambon dan vragen wat moslims dwars zat. In ieder geval was er geen sprake van dat zij een kalifaat wilden stichten. De beste analyse van het conflict is volgens mij geschreven door Gerry van Klinken in zijn boek Communal violence and democratization in Indonesia: small town wars (of zoiets), waarin hij laat zien hoe beide partijen naar geweldsmiddelen grepen.
    Vriendelijke groeten,
    Henk

Your email address will not be published. Required fields are marked *